Casus 1 - Diagnostiek in de medische psychologie
Leerdoel 1: Wat is prostaatkanker? Waar lopen mannen tegenaan qua klachten?
De Sousa, Sonavane, Mehta – Psychologische aspecten prostaatkanker
Er is een toename in patiënten met prostaatkanker die psychologische nood naast hun
fysieke problemen ervaren. Voorbeelden: depressie, anxiety, PTSS, pijn, seksuele problemen
en moeilijkheden bij het urineren.
Doel: identificeren psychologische problemen bij patiënten met prostaatkanker.
Methode: Literatuuronderzoek, minstens 30 participanten.
Algemene psychologische problemen bij prostaatkanker
Bij 30-50% van de patiënten met prostaatkanker ontstaan er psychologische en sociale
problemen, ongeacht de fase, progressie of behandeling van de kanker. Veelvoorkomend:
- Anxiety gerelateerd aan kanker en de behandeling.
- Depressie en depressieve symptomen.
- Schuld en spijt na de diagnose.
- Angst voor de PSA (prostaat-specifiek antigen) bepaling.
- Angst wat betreft terugkeer kanker na behandeling.
- Angst, herkenning dood.
- Vermoeidheid en pijn.
Deze worden mogelijk verergerd door sociale en psychologische factoren en de doorgaande
seksuele problemen na behandeling.
Overlappende symptomatologie psychologische stoornissen, kanker: vermoeidheid,
gewichtsverlies, slaapverstoringen, verlies eetlust en anxiety. Daarom moet er gekeken
worden naar subtielere psychologische/cognitieve symptomen zoals:
- Verlies van plezier.
- Depressief humeur.
- Hopeloosheid.
- Hulpeloosheid.
Anxiety en depressie bij prostaatkanker
Anxiety en prostaatkanker: angst: emotionele reactie op een waargenomen dreiging. Het is
gerelateerd aan specifieke gedragingen van vluchten en vermijden.
Anxiety: affectieve status, vaak zonder identificeerbare stimulus. Het is gerelateerd aan
situaties die oncontroleerbaar of onvermijdbaar zijn.
Anticipatory anxiety: toekomst-georiënteerde humeurstatus waarbij iemand gespannen
een toekomstig aankomend negatieve gebeurtenis anticipeert.
Anxiety wordt gezien bij het testen voor prostaatkanker, diagnosestelling, behandeling, tijdens
het omgaan met het sociale stigma, in relatie met de seksuele problemen en na de behandeling
als men terugkeer vreest. 20-60% van de patiënten leidt aan anxiety.
, Er is vooral veel anxiety bij het testen op prostaatkanker, vooral bij jonge mensen. Men is dan
extra gevoelig voor stress en onzekerheid. Bij anxiety moet er altijd gekeken worden of dit bij
iemands persoonlijkheid hoort ob hij de situatie. Correlaties: geruststelling zoeken;
vermijding screening; familieleden met prostaatkanker; functioneren (30-40%). Anxiety is het
hoogst bij het wachten op de resultaten (zelfs meer dan bij het resultaat prostaatkanker). Na
diagnostisering moet iemand doorverwezen worden voor psychologische evaluatie. De
primaire verzorgers moeten worden betrokken. Therapie kan helpen bij het begrijpen van hun
limitaties, omgaan met pijn, anxiety en depressie.
PCA bounce anxiety: anxiety blijft na het genezen hoger. Vaak er is er een hoger niveau van
PSA door behandeling. Dit moet worden onderscheden van een hogere PSA door biochemisch
falen. Dit kan leiden tot extra anxiety. Educatie en psychosociale support hiervoor kan
behulpzaam zijn.
Depressie bij prostaatkanker: mannen met prostaatkanker die vergevorderde prostaatkanker,
overheersende pijnsymptomen, bijwerkingen van behandelingen en eerder klinische depressie
hebben (gehad) lopen het risico op depressie. Depressie is sterk gecorreleerd aan pijn en
vermoeidheid. Vermoeidheid door behandeling is inconsistent gerelateerd met depressie. Er zijn
weinig prostaatkankerbehandeling variabelen geassocieerd met depressie.
Buffer: ouder zijn, getrouwd zijn, veel sociale support, optimistisch zijn en minder worden
verstoord in het fysieke functioneren.
De risicofactoren geassocieerd met depressie in mensen met prostaatkanker lijken op die van
mensen in de algemene populatie. De partner heeft een even groot risico als de patiënt zelf.
Voorbeelden: anxiety diagnose kanker, weinig bewustzijn, medische complicaties, angst
overlijden, financiële lasten. Depressie wordt vaak laat vastgesteld wat de lange termijn
overlevingskans met 10-20% verlaagt.
Effectieve psychotherapeutische behandeling voor depressie, samen met antidepressiva,
beïnvloed de loop van prostaatkanker. Het leidt tot minder anxiety en depressie en vaak tot
minder pijn. De overlevingstijd van mensen neemt toe. Mogelijke fysiologische
veranderingen door behandeling: gezondheid behoudend gedrag, gezondheidszorg gebruik,
endocriene en hormonale veranderingen en positieve veranderingen in de immuun functie.
Oftewel: betere patiënt aanpassing, verminderde symptomen, minder kosten zorg, loop ziekte.
Stress gerelateerd aan terugkomst prostaatkanker: gevoelens die ze ook bij de eerste
diagnose hadden kunnen terugkomen: shock, ongeloof, anxiety, angst, rauw, verlies controle.
Ook komt het gevoel van verraad en boosheid veel voor, zowel jegens zichzelf als de arts.
Mensen beginnen aan zichzelf te twijfelen over keuzes bij de eerste behandeling. Ook kunnen
ze het gevoel hebben niet te kunnen copen, maar vele voelen zich beter voorbereid.
Behulpzame factoren: kennis kanker (verminder angst, anxiety), kennis medische systeem,
bekendheid behandelingen en bijwerkingen, kennis omgaan met bijwerkingen, bekendheid
typen support, bekendheid stress-verminderende methoden.
Psychoseksuele problemen bij prostaatkanker
Psychologische aspecten ED in prostaatkanker: Erectile dysfunction (ED)/erectiestoornissen
kunnen optreden door veroudering, de kanker, operatie, radiatie en hormoontherapie. Na
behandeling vragen mannen zich af of ED langdurig zijn en of ze nog ooit seks kunnen hebben.