Een samenvatting met afbeeldingen van het tweede hoofdstuk van biologie voor jouw van het boek vwo/gymnasium klas 2/3. Hierin zitten alle paragrafen 1 tot en met 6.
Paragraaf 1
Alle dingen die je eet noem je voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen kunnen plantaardig of dierlijk
zijn. Dierlijke voedingsmiddelen kunnen ook melk zijn of kaas.
Voedingsstoffen kunnen vier functies in je lichaam hebben:
Brandstoffen leveren energie. In elke cel vindt verbranding plaats. Hiervoor zijn brandstoffen nodig.
Ook voor temperatuur, groei en herstel is energie nodig.
Bouwstoffen zijn nodig voor groei en ontwikkeling van je lichaam en voor herstel bij verwondingen
en beschadigingen. Met behulp van bouwstoffen kan je lichaam nieuwe cellen en weefsels maken.
Reservestoffen zijn niet direct nodig als bouwstof of brandstof maar worden opgeslagen in het
lichaam.
Beschermde stoffen zorgen ervoor dat je niet ziek wordt.
Er zijn zes soorten voedingsstoffen:
Eiwitten zijn bouwstoffen. Bv voor de opbouw van spieren. Een teveel wordt als brandstof
gebruikt of het wordt omgezet in vet en opgeslagen als reservestof. Voorbeelden melk vis
pasta.
Koolhydraten zijn onder andere suikers, glucose, zetmeel,
glycogeen. Ook voedingsvezels zijn koolhydraten. Het is vooral
een brandstof, maar kan een bouwstof zijn. Als je te veel hebt
wordt het vet en een reservestof. Glucose kan glycogeen
worden en opgeslagen in de lever en spieren. Dierlijke
voedingsmiddelen bevatten meestal weinig koolhydraten.
Voorbeelden zijn pasta rijst aardappel.
Mineralen ook wel zouten. Zoals Calcium magnesium ijzer. Je
hebt verschillende mineralen nodig als bouwstof. Mineralen zijn
ook beschermende stoffen. Het zit in bv melk kaas ei kip.
Vitaminen dienen ook als bouwstof en beschermende stof. Als
je te weinig krijgt word je ziek. Maar ook als je te veel krijgt.
Vitaminen a is nodig voor huid en zien. D is nodig van kalk in
botten. Het zit vooral in groenten.
Voedingsvezels is een verzamelnaam voor plantaardige stoffen
die je lichaam niet kan verteren. Vezels behoren tot de
koolhydraten en zijn afkomstig uit de celwanden van planten. Ze
zitten vooral in groente fruit en volkoren brood. Voedingsvezels
is nodig voor een goede darmwerking.
Paragraaf 2
, Het verteringsstelsel bestaat voor het grootste deel uit een lang kanaal van mond tot de anus: het
darmkanaal.
In het verteringsstelsel worden de voedingsstoffen uit het voedsel opgenomen in het bloed.
Sommige voedingsstoffen kunnen door de wand van het darmkanaal heen in het bloed worden
opgenomen. Voorbeelden daarvan zijn glucose, mineralen, water en vitaminen. Deze stoffen hoef je
niet eerst te verteren. Andere voedingsstoffen kunnen niet door de darmwand heen. Voorbeelden
daarvan zijn eitwitten, de meeste koolhydraten en vetten. Deze moeten eerst worden verteerd.
Bij vertering worden grotere voedingsstoffen afgebroken tot kleinere verteringsproducten die wel
door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen. De afbraak gebeurt in twee
stappen:
Voedsel in kleinere stukjes te verdelen door te kauwen
Voedingsstoffen omzetten met behulp van verteringssappen.
Voedsel komt eerst in je mond. Je gebit bestaat uit tanden en kiezen. Met snijtanden en hoektanden
bijt je stukken van je voedsel af. Kiezen hebben een knobbelige bovenkant om het voedsel fijn te
malen. Je voedsel wordt daardoor in kleine stukjes verdeeld zodat je het beter kunt dooslikken. Het
kauwen heeft ook een functie bij de vertering. Door het voedsel in kleinere stukjes te verdelen,
wordt het oppervlak van voedsel vergroot. Dit noem je mechanische vertering.
De vertering gebeurt met behulp van verteringssappen. Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van
verteringssappen. Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren. De verteringsklieren bij
de mens zijn:
De speekselklieren
De maagsapklieren
De lever
De alvleesklier
De darmsapklieren
Verteringssappen zorgen ervoor dat de stoffen in je voedsel worden afgebroken tot steeds kleinere
stoffen. Daarbij vinden scheikundige reacties plaats: stoffen worden omgezet in andere stoffen. Dit
deel van de vertering noem je daarom chemische vertering.
Veel verteringssappen bevatten enzymen. Enzymen zijn de stoffen die scheikundige reacties sneller
laten verlopen. De enzymen in verteringssappen helpen
zo om de stoffen in je voedsel af te breken. Door je
voedsel te kauwen, vergroot je het opp. De enzymen
kunnen dan over een groter oppervlak werken.
Darmperistaltiek: in de wand van het gehele darmkanaal
zitten kringspieren en lengtespieren. Doordat de spieren
zich afwisselend samentrekken en ontspannen wordt
het voedsel voortgeduwd. Zo wordt de voedingsstoffen
geknede.
Paragraaf 3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Laurens354. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.