100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Burgerlijk recht I (werkcolleges): vragen, antwoorden, theorie en schema's €6,99
In winkelwagen

Antwoorden

Burgerlijk recht I (werkcolleges): vragen, antwoorden, theorie en schema's

1 beoordeling
 151 keer bekeken  7 keer verkocht

Elf werkcolleges en twee repetitiecolleges Burgerlijk recht I uit Bachelor 3/Premaster. Bevat de theorie van het werkcollege met handige schema's en tekeningen, de vragen inc. antwoorden, uitwerkingen van daarbij behorende jurisprudentie, verwijzingen naar het boek en de eventuele mening/kijk van d...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 7 jaar geleden

Voorbeeld 7 van de 55  pagina's

  • 1 december 2017
  • 6 december 2017
  • 55
  • 2017/2018
  • Antwoorden
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (51)
Alle documenten voor dit vak (81)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: mnksmit • 5 jaar geleden

avatar-seller
AVosje
Burgerlijk recht I
ANTWOORDEN




Alyssa Vos

,CONTENTS

1 Natrekking onroerende zaken ......................................................................................................... 2
2 Natrekking, vermenging en zaaksvorming ...................................................................................... 7
3 Eigendom en beperkte rechten..................................................................................................... 10
4 Bezit, houderschap en verjaring .................................................................................................... 14
5 Overdracht..................................................................................................................................... 17
6 Repetitiecollege I ........................................................................................................................... 22
7 Derdenbescherming ...................................................................................................................... 25
8 Eigendomsvoorbehoud ................................................................................................................. 29
9 Overdracht d.m.v. een tussenpersoon en levering van toekomstige goederen ........................... 34
10 Vestiging zekerheden ................................................................................................................ 38
11 Uitwinning zekerheden ............................................................................................................. 42
12 Beslag en faillissement .............................................................................................................. 46
13 Repetitiecollege II ...................................................................................................................... 51




1 van 54 Burgerlijk recht I: antwoorden

, 1 NATREKKING ONROERENDE ZAKEN
Aantekening



Hypotheek

Beperkt recht
Hypotheekrecht groeit als
zaak/eigendomsrecht groeit


Eigendomsrecht

Moederrecht = eigenaar van het
een dan ook van de gehele zaak Bestanddeelvorming zit bij de zaak
Natrekking zit bij eigendomsrecht



Zaak
Katten = meerdere zaken
Pot larven = een zaak


Casus 1
Bij deze casus treft u een aantal afbeeldingen van een woning aan. Kijk goed naar de afbeeldingen
van de woning. De vraag is of deze woning roerend of onroerend is.




Indien uw achternaam begint met een letter uit de
eerste helft van het alfabet (a t/m m) bereidt u een
onderbouwd betoog voor dat de woning roerend is.
Indien uw achternaam begint met een letter uit de
tweede helft van het alfabet (n t/m z) bereidt u een onderbouwd betoog voor dat de woning


2 van 54 Burgerlijk recht I: antwoorden

,onroerend is. Beantwoord in uw betoog ook de vraag waarom het van belang is om te weten of de
woning roerend of onroerend is. Uiteraard dient u te verwijzen naar de relevante wetsartikelen,
literatuur en jurisprudentie.

Relevantie om te weten of iets roerend of onroerend is:
➢ Fiscaal van belang, dit sluit aan bij art. 3:3 BW
➢ De leveringen voor spullen  register goed of niet (roerende zaken zijn registergoederen)
➢ Natrekking
➢ Eigendomsbepaling
➢ Vestigen van beperkte rechten
➢ Aansprakelijkheid  art. 6:173 en 174 BW

Art. 3:3/5:20 lid 1 sub e BW  zelfde toets maar verschillende vragen: roerend/onroerend &
eigendom
Duurzaam Vereniging
Portacabin: verplaatsbaarheid is in dit kader Havenkranen: Fysiek contact
niet van belang Woonark

Het gaat in de casus om een stacaravan. Voor de vraag of de stacaravan roerend of onroerend is
dient gekeken te worden of de stacaravan duurzaam met de grond is verenigd, zie art. 3:3 BW en art.
5:20 BW. Dit wordt beantwoord aan de hand van:
1. Of de stacaravan feitelijk in voortdurende verbinding staat met de grond, hierbij wordt
gebruikt gemaakt van de arresten Woonark en Havenkranen;
2. Bestemmingscriterium, waarbij gebruik wordt gemaakt van het arrest Portacabin

Ad 1: feitelijk in voortdurende verbinding staat met de grond
In HR Woonark was sprake van een woonark dat vastgebonden was aan een kade, maar niet is
verenigd met de kade. Er is immers geen verbinding tussen de woonark en de bodem. In HR
Havenkranen waren havenkranen wel feitelijk met de grond verbonden vanwege de rails. In ons
geval is sprake van een stacaravan die met fundamenten feitelijk met de grond is verbonden, aldus
feitelijk in voortdurende verbinding met de grond.

Ad 2: bestemmingscriterium
De Hoge Raad geeft vervolgens in Portacabin de volgende criteria die van belang zijn om te bepalen
of de stacaravan duurzaam met de grond is verenigd:
1) Een gebouw kan duurzaam met de grond verenigd zijn in de zin van art. 3:3 BW, doordat het
naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Niet van belang is dan
meer dat technisch de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te verplaatsen.
2) Bij de beantwoording van de vraag of een gebouw of een werk bestemd is om duurzaam ter
plaatse te blijven moet worden gelet op de bedoeling van de bouwer voor zover deze naar
buiten kenbaar is. Onder bouwer moet ook worden verstaan degene in wiens opdracht het
bouwwerk wordt gebouwd.
3) De bestemming van een gebouw of een werk om duurzaam ter plaatse te blijven dient naar
buiten kenbaar te zijn.
4) De verkeersopvattingen kunnen niet worden gebruikt als een zelfstandige maatstaf voor de
beoordeling van de vraag of een zaak roerend of onroerend is. Zij kunnen wel in aanmerking
worden genomen voor invulling van bovenstaande criteria.

De aard en inrichting van de stacaravan wijst erop dat die bestemd is om duurzaam ter plaatse te
blijven, wat blijkt uit de uiterlijk kenbare bouwwijze – het huisnummer en de bestrating – en de
aansluiting van elektriciteit en stromend water. De bedoeling van de bouwer bij een stacaravan is dat
deze duurzaam ter plaatsen moet blijven. Dit is naar buiten ook kenbaar, nu zij bijvoorbeeld niet op
wieltjes staat. Daarbij zijn de kosten relevant en hoe het wordt aangeboden – in dit geval als een



3 van 54 Burgerlijk recht I: antwoorden

,geheel. Daarbij is het op een waterpark gebouwd, dit geeft dat het moeilijk is om de stacaravan te
verplaatsen en is hier ook niet voor bedoeld. Geconcludeerd wordt dus dat de stacaravan onroerend
is.

Voor roerende geldt: niet permanent om te wonen, dus is dit werk niet bestemd om hier te blijven
staan.

Casus 2
Op het zendstration van KPN in Utrecht staat een zendmast. De zendmast bestaat uit een dragende
constructie (de mast) en een zendinstallatie (de antennes). De antennes zijn via kabels verbonden met
een schakelkast waarin technische apparatuur en een noodstroomvoorziening is geplaatst. KPN huurt
de zendmast van Greenhex BV, die de zendmast tevens op het gebouw van KPN
heeft geplaatst.

KPN komt in financiële problemen en het faillissement van KPN wordt
uitgesproken. De curator van KPN, mr. Wubben, gaat op zoek naar een koper
voor het bedrijfsgebouw van KPN. Greenhex neemt contact op met mr. Wubben
met de vraag wanneer de zendmast terug te verwachten is. Mr. Wubben
antwoordt dat de zendmast bestanddeel van het bedrijfsgebouw is, of in ieder
geval tot de eigendom van de grond behoort Dit is een dubbel verweer!! en
daarom nu tot de faillissementsboedel behoort. Greenhex start een juridische
procedure tegen mr. Wubben, in zijn hoedanigheid van curator in het
faillissement van KPN.

Besteed bij uw antwoord vooral aandacht aan de vraag wat de juridische status
van de zendmast is.

A. Wat zou u aanvoeren als u advocaat van Greenhex BV was?
Depex geeft twee aanwijzingen of apparatuur en gebouw naar verkeersopvatting – art. 3:4 lid 1 BW -
tezamen als een zaak moeten worden gezien:
➢ Afgestemd: de mast is niet specifiek (denk aan hoogte of de zenders die bekeken dienen te
worden) gemaakt voor het gebouw, dus zijn niet constructief op elkaar afgestemd
➢ Incompleet: ook zonder de zendmast is het nog een compleet gebouw  gebruik gebouw en
niet zendstation, de functie wordt namelijk niet meegewogen.
Het zijn aanwijzingen, dus indien niet voldaan is geeft dit niet dat men als advocaat vastloopt dus
niet doorslaggevend.

Art. 3:4 lid 2 BW geeft fysieke verbondenheid, maar let op: de wetgever heeft dit apart genoemd en
speelt dus geen rol bij lid 1. Met fysieke verbondenheid wordt bedoeld dat het nagelvast of lasvast is.

Bij tentamen:
Stap 1: Lid 2
Stap 2: Is het niet nagelvast of lasvast  lid 1

Art. 5:20 BW: er is sprake van natrekking, indirecte vereniging met de grond (verenigd met het
gebouw en die is verenigd met de grond) en zendmast is bestanddeel van het gebouw
1. Is de zaak verenigd?
Er is fysiek contact (Woonark, Havenkranen)
2. Duurzaam?
Bestemmingscriterium (Portacabin): de manier van aansluiting is dat het gemakkelijk
weggehaald kan worden  Gehuurd bij-stickers/Nood-antenne = bedoeling naar buiten
kenbaar dat het niet duurzaam geplaatst is




4 van 54 Burgerlijk recht I: antwoorden

, B. Wat zou u aanvoeren als u advocaat van mr. Wubben was?
Prorail/Rijswijk: gaat om het duurzaamheidsfunctie, namelijk tijdelijke hulpfunctie. Indien tijdelijke
hulpfunctie dan is het roerend. De zendmast is bedoeld om daar te blijven, anders verliest het
zendstation zijn functie. Is bedoeld om vast daar te blijven en niet verwijderd te worden.

Portacabin en Prorail/Rijswijk mag men niet door elkaar halen.
➢ Iets heeft een tijdelijke hulpfunctie, kan het dan nog een bestanddeel zijn? Ja, want het zijn
maar aanwijzingen.
➢ Het is niet bestemd dat het duurzaam ter plaatsen kan blijven, kan het dan nog nagetrokken
worden? Nee, want het moet duurzaam zijn  criterium
Het kan tot dezelfde conclusie leiden, maar is niet dezelfde toetst. Men mag het niet door elkaar
halen, maar kan het wel combineren.


Casus 3
Frederik Berghout woont met zijn gezin net buiten Nijmegen in een grote villa. Op zijn perceel
bevinden zich twee tennisbanen waar het gezin veel gebruik van maakt. Omdat de twee kinderen van
het gezin Berghout volgend studiejaar op kamers gaan, heeft Frederik het plan opgevat om met zijn
vrouw kleiner te gaan wonen in het centrum van Nijmegen. Frederik en zijn gezin willen echter graag
gebruik blijven maken van de tennisbanen.

Bedenk ten minste drie manieren uit de Boeken 3, 5 en/of 6 BW waarop Frederik het gebruik van de
tennisbanen kan veiligstellen. Wat zijn de voor- en nadelen van deze vormen ten opzichte van
elkaar?

Vruchtgebruik, artikel 3:201 BW
Vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan
de vruchten te genieten.

Voordeel: goederenrechtelijk, absoluut recht, afhankelijk recht, zaaksgevolg, stel koper gaat dood
dan kan men het alsnog inroepen tegen zijn erfgenamen. Vruchtgebruik blijft rusten op het erf.

Nadeel: eindigt bij dood Frederik, koper mag er zelf geen gebruik van maken en kost geld: register

Waarom vruchtgebruik als je ook kwalitatieve verplichting kan? Kwalitatieve verplichting kan je zelf
regelen hoelang de overeenkomst blijft bestaan. Recht van vruchtgebruik ten behoeve van een
rechtspersoon kan niet langer worden gevestigd dan 30 jaar (3:203 lid 3 BW).
(recht van vruchtgebruik kan ook op een vorderingsrecht rusten, daarom in boek 3)

Recht van erfdienstbaarheid , art. 5:70 ev. BW
Als Frederik verhuist dan heeft die verkrijger opeens recht op dienstbaarheid. Erfdienstbaarheid rust
op eigendomsrecht van het dienend erf. Gevestigd ten behoeve van heersend erf. Diende erf is
zaaksgevolg. Bij heersend erf is geen zaaksgevolg, maar afhankelijkheid. Werkt hetzelfde maar wordt
anders genoemd. Hier is het aan twee kanten kwalitatief. Kan je in deze specifieke casus een
erfdienstbaarheid vestigen? Nee, voor een erfdienstbaarheid heb je twee erven nodig, dat is lastig
indien men ver weg woont. Moet worden gevestigd ten behoeve van een heersend erf. Frederik is
geen eigenaar van het erf.

Erfpacht, art. 5:85 BW
Erfpacht is een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft eens anders onroerende zaak
te houden te gebruiken. Frederik zal dan op de grond van de tennisbaan een erfpacht kunnen
vestigen.




5 van 54 Burgerlijk recht I: antwoorden

, Nadeel: canon betalen en als hij niet betaalt dan kan de eigenaar de erfpacht opzeggen (art. 5:87 lid
2 BW), de opzegtermijn is één jaar (5:88 BW).

Een overeenkomst aangaan, art. 6:213 BW
Voordeel: contractsvrijheid en mondeling, huis wordt niet minder waard door bezwaren van het huis
met beperkt recht, heel goedkoop en sneller dan het recht van vruchtgebruik.

Nadeel: geen absoluut recht maar een persoonlijk recht, werkt alleen tussen partijen.
Stel nieuwe eigenaar verkoopt zijn erf: de koper kan dan weigeren het gezin toegang te
verlenen. Die nieuwe eigenaar die zijn erf verkoopt kan geen toegang meer verlenen, dus hij
pleegt dan wanprestatie. Gevolg wanprestatie  schadevergoeding. Ze moeten dan een
termijn afspreken (tot aan een verkoop, of bijv. 5 jaar)

Kwalitatieve verplichting, art. 6:252 BW
Verplichting tot dulden of niet doen ten aanzien van een registergoed.

Opstalrecht, art. 5:101 BW:
Doorbreekt de verticale natrekking. Normaal valt de tennisbaan onder het eigendomsrecht van de
grond. Opstalrecht op de grond vestigen, doorbreekt verticale natrekking. Kan toegepast worden in
de casus. Frederik wordt dan eigenaar van de tennisbaan  door het specifiek op te nemen in de
vestigingsakte.




6 van 54 Burgerlijk recht I: antwoorden

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AVosje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  7x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd