100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst owe 8 €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Begrippenlijst owe 8

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een begrippenlijst van de belangrijkste begrippen van owe 8.

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • 2 november 2023
  • 19
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
nvs6
Anatomie en fysiologie zenuwstelsel
Hersenstam: ligt tussen diencephalon (tussenhersenen) en ruggenmerg en is gedeeltelijk
bedekt door de grote hersenen. Aan de achterkant liggen de kleine hersenen tegen de
hersenstam aan. bestaat vooral uit afferente en efferente banen en uit korte banen die de
overige hersendelen verbinden. Ook een aantal kernen. 4 functionele delen;
middenhersenen, pons, verlengde merg en reticulaire formatie.
Cerebellum (kleine hersenen): coördineren van de motoriek van het lichaam. Ontvangt
hiervoor sensorische informatie vanuit de spieren en het evenwichtsorgaan. Ook vanuit de
grote hersenen over bewegingen.
Ligt boven en achter de hersenstam en ter hoogte van de pons en het verlengde merg.
Bestaat uit 2 hemisferen.
Wisselt afferente en efferente informatie uit.
Centrale zenuwstelsel: een deel van het zenuwskelet dat binnen de benigne omhulsels van
schedel en wervelkolom ligt. Hersenen en ruggenmerg.
Perifere zenuwstelsel: bevindt zich grotendeels buiten de schedel en de wervelkolom. De
delen van het perifere zenuwstelsel vormen de verbindingswegen tussen het centrale
zenuwstelsel en de rest van het lichaam, de periferie. Hersenzenuwen, de
ruggenmergzenuwen, de grensstreng en de zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel.
Reflexboog: is de weg die impulsen van een reflex afleggen vanaf de receptor tot de effector.
Receptor- sensibel neuron- schakeneuron in het czs- motorisch neuron- reactie door effector.
Autonoom zenuwstelsel (sympathisch en parasympatisch): onwillekeurig zenuwstelsel.
Zorgt voor de integratie van de vegetatieve functies. Bestaat uit sympathisch en
parasympatisch zenuwstelsel;
Circulatiestelsel, spijsverteringsstelsel, urinewegstelsel, ademhalingsstelsel en huid.
Sympathisch zenuwstelsel: is actief wanneer het lichaam arbeid moet gaan verrichten.
Parasympatisch zenuwstelsel: is actief wanneer het lichaam passief. Laat het lichaam tot rust
komen en vult de energievoorraden aan.
Animale zenuwstelsel: willekeurige zenuwstelsel, reguleert de wisselwerking tussen het
individu en zijn omgeving.
Afferente banen: aanvoerende & opstijgende banen, de impuls loopt van perifeer naar
centraal. Dus aanvoerende informatie naar het CZS toe.
Efferente banen: afvoerende & afdalende banen, van centraal naar perifeer.
Dendrieten: ontvangen impulsen van andere zenuwcellen en vervoeren die naar het eigen
cellichaam toe. Een neuron kan veel dendrieten hebben.
Axonen: vervoert impulsen van het cellichaam af. Elk neuron heeft 1 axon.

,Myelineschede: een vetlaagje dat de axonen omgeeft. (zenuwmergschede)
Insnoeringen van Ranvier: onderbrekingen in de myelineschede.
Schakelneuronen: zenuwcellen die in het CZS liggen. Hebben de taak om impulsen van de
ene naar de andere zenuwcel over te dragen. Hebben korte dendrieten en een korte axon.
Witte stof: axonen met een myelineschede. Een geleidingsweg waarlangs impulsgeleiding
plaatsvindt. Tot de witte stof behoren; de zenuwen in het perifere zenuwstelsel en de banen
in het CZS.
Grijze stof: hersenschors, zenuwcellichamen van de neuronen en dendrieten. Verwerken van
informatie.
Epineurium: een stevige bindweefselmantel om de zenuw heen.
Perineurium: een bindweefselmantel die een bundel axonen omgeeft.
Tractus: een baan, 3een bundel gemyeliniseerde axonen, maar dan binnen het centrale
zenuwstelsel.
Cerebrum: grote hersenen, vormen een domein van gedachten, gevoelens, bewuste functies
en geheugen. Ook de aan- en bijsturing van complexe bewegingen start in de grote
hersenen. Bestaan uit twee helften of hemisferen. Aan iedere hemisfeer kun je een aantal
kwabben zien; de frontaalkwab, de temporaalkwab, de parientaalkwab en de occipitaalkwab.
Associatiebanen: zijn de verbindingen binnen een hemisfeer. Ze verbinden de verschillende
schorsgebieden van een hemisfeer. Hierdoor kan informatie tussen schorsgebieden met een
verschillende functie worden uitgewisseld.
Commissuren: verbindingen tussen beide hemisferen. Hierdoor kan informatie tussen de
hemisferen worden uitgewisseld.
Projectievezels: verbinden delen van de hersenschors met grijze substantie elders in het czs.
Een deel van deze vezels loopt door de basale gangliën.
Basale ganglia: bepaalde kernen in de hersenen. Bevatten vooral zenuwcellen.
Actiepotentiaal: veroorzaakt een klein stroomstootje, de impuls.
Synaps: overdrachtsplaats aan het eind van een axon. Bestaat uit presynaptische membraan
van de axon, de synapsspleet tussen beide cellen en postsynaptische membraan van de cel
die de impulsen ontvangt. Synaps draagt de elektrische impuls via chemische boodschappers
over aan de volgende cel.
Neurotransmitters: hormoonachtige stoffen. Chemische boodschapperstof. Elk neuron
maakt zijn eigen neurotransmitter.
 Exciterende: werken stimulerend op de impulsoverdracht. Veroorzaken depolarisatie
bij de postsynaptische celmembraan, waarna de impulsgeleiding wordt voortgezet.
 Inhiberende: verlagen juist de permeabiliteit van de postsynaptische membraan. Het
gevolg is dat de impuls niet wordt doorgegeven.

, Motorische eindplaat: heeft contact met een spiervezel. Motorische axonen eindigen hier.
Piramide banen: banen die homolateraal afdalen. Verzorgen de fijne motoriek van het
lichaam.
extra-piramidebanen: banen die heterolateraal afdalen. De motorische informatie komt aan
de ene kant in het bewuste ruggensegment binnen en verlaat het ruggenmerg aan de andere
kant. Verzorgen de grove motoriek.
Primaire en secundaire schorsgebieden:
Motorische homonculus: motorisch mannetje. Een afbeelding van de lichaamsdelen op de
overeenkomstige delen van de primaire motorische schors.
Broca en Wernicke: spraakcentrums. Broca bevat patronen voor een juiste besturing van de
spieren die bij de spraak betrokken zijn.
Limbische systeem: een ringvormig systeem, hebben complexe zenuwverbindingen met
elkaar en met hoger en lager gelegen hersendelen. Het omvat de olfactorische schors, delen
van de thalamus, de hypothalamus en van inwendig gelegen delen van de hersenschors,
waaronder twee kernen in de hersenschors: de amygdala en de hippocampus. Onder invloed
van het limbische systeem ontstaan emoties; gevoel van harmonie, plezier, woede, agressie,
onrust van angst, seksuele gevoelens, schuldgevoel, beloning en straf.
Thalamus: schakelt de sensibele impulsen door naar de grote hersenen en zorgt ervoor dat
de inkomende informatie op de juiste plaats in de hersenschors terechtkomt. Ook werkt het
als filter om te verhinderen dat de grote hersenen overvoerd worden met sensorische
informatie. Vormt ook een schakelstation tussen de kleine hersenen en de grote hersenen.
Hypothalamus: vormt de bodem van het derde ventrikel en bestaat uit een aantal kernen.
Een deel van deze kernen beïnvloedt de werking van de hypofyse. Is een van de belangrijkste
centra voor handhaving van homeostase. Temperatuurcentrum, dorstcentrum,
hongercentrum en biologische klok.
Plexus: zenuwnetwerken, plexus cervicalis in het hoofd- hals gebied, plexus brachialis voor
armen en plexus lumbosacralis voor de spieren in de benen.
Pia mater: zachte vlies. Heel dunne laag bindweefsel, die elke winding en plooi van het
hersenoppervlak volgt. Heeft een uitgebreide bloedvatvoorziening en wordt daarom ook wel
aatvlies genoemd. Voorziet het zenuwweefsel van voedingsstoffen en zuurstof.
Arachnoid mater: spinnenwebvlies, is aan ene kant vergroeid met dura mater en aan andere
kant met talrijke ragdunne bindweefselverbindingen verbonden met de pia mater. Hierdoor
zijn de hersenen en het ruggenmerg een beetje verend opgehangen.
Dura mater: harde vlies. Heel taai, dik en stevig vlies. Opgebouwd uit strak bindweefsel.
Bekleed de binnenkant van de schedelbeenderen en is daar vergroeid met het beenvlies.
a. carotis anterior: inwendige halsslagader. Voorziet de hersenen van bloed aan de voorzijde.
De arteria vertebralis de achterzijde.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nvs6. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77764 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
  Kopen