Samenvatting
Samenvatting Biologie H21 Afweer
- Niveau
- VWO / Gymnasium
Samenvatting Biologie H21 Afweer
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 16 pagina's
Voorbeeld 3 van de 16 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Verkoper
Volgen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Biologie H21§1
Dekweefsels:
- Vormen als fysieke barrière een mechanische afweer tegen
ziekteverwekkers en gevaarlijke stoffen.
- Nauw aaneengesloten cellen, waar grote moleculen en ziekteverwekkers
niet doorheen kunnen bescherming inwendig milieu
Lagen van de huid (Binas 87A):
- Opperhuid:
Hoornlaag bestaat uit laag dode, verdroogde cellen
Basale cellenlaag bestaat vrijwel alleen uit stamcellen
nieuwe dochtercellen duwen oudere dochtercellen omhoog na
een bepaalde tijd gaan die cellen dood en vormen ze de
hoornlaag.
- Lederhuid:
Bestaat uit elastische vezels, die de huid soepel maken en bevat veel
zintuigjes.
- Onderhuids vetweefsel:
Werkt als warmte-isolatie.
,Melanocyten, de pigmentvormende cellen in de basale cellenlaag, hebben
lange uitlopers met korrels melanine. Dat pigment hoopt zich op rondom de
kernen van naburige cellen en beschermt zo het DNA. Als dit niet gebeurt kan
het uv-licht het DNA beschadigen en loop je een hoger risico op kanker.
Bepaalde organen zijn ook beschermt tegen de invloeden uit het uitwendig
milieu. Ze zijn van binnen bedekt met een slijmvlies. Slijmbekercellen scheiden
hier slijm af dat bacteriedodende stoffen bevat. Ook het bovenste ooglid bevat
slijmbekercellen. Het lysozym in het traanvocht beschermt de ogen tegen
ziekteverwekkers.
In de longen blijven bacteriën en stof in het slijm hangen. Trilhaarcellen
bewegen dit slijm naar de keelholte toe, waar je het slijm inslikt. De meeste
bacteriën overleven de biochemische barrière van de maag niet.
Mechanische afweer:
- (Bij planten) een vorm van afweer tegen herbivoren, zoals stekels en
doornen.
Chemische afweer:
- Vorm van afweer waarmee planten zich beschermen tegen herbivoren,
via voor deze dieren schadelijke stoffen.
Plantencellen herkennen schadelijke schimmels en bacteriën via de receptoren
op de celmembranen. Dat leidt tot maatregelen zoals het sluiten van de
huidmondjes verhinderd meer bacteriën binnen te komen.
Is een plantencel beschadigd, dan komt er NO vrij schadelijk voor de
ziekteverwekkers, maar ook voor de plant zelf. Aangetaste bladeren sterven af,
maar de plant overleeft de aanval.
Als er toch vraat plaatsvindt, dan scheiden bijna alle planten stoffen af. Ze
dienen als waarschuwingssignalen voor andere planten. Sommige kleine
carnivoren kunnen deze stoffen ook waarnemen. Zij gaan eropaf om
bijvoorbeeld een rups te treffen. De plant is dan ook af van de dreiging en heeft
dus zo een grotere kans om te overleven.
Sommige planten maken bij beschadiging in de kliercellen buiten de bloemen
lokstoffen voor dieren die de belagers van de plant opeten. Door deze
lokstoffen zet de plant de vijanden van de vijand in om zichzelf te beschermen.
, §2
Bacteriën hebben een celwand, een celmembraan en ribosomen maar andere
organellen ontbreken. Hun cirkelvormig chromosoom ligt los in het
grondplasma. Daarnaast hebben zij een aantal kleine cirkelvormige DNA-
moleculen: plasmiden. Bacteriën zijn prokaryoot omdat ze geen celkern
hebben.
Alleen al in en rond je lichaam leven miljarden bacteriën, je microbioom.
Niet alleen bacteriën, maar ook eukaryoten kunnen je ziek maken. Ze hebben
en celkern en andere organellen. Je kunt bijvoorbeeld ziek worden door
parasieten. Bij malaria vermeerderen ze ongeslachtelijk in de lever van de
mens en dringen daarna rode bloedcellen binnen. Na een paar dagen gaan die
rode bloedcellen stuk en komt de volgende generatie parasieten vrij.
Virussen maken gebruik van cellen om zich te vermeerderen. Ze bestaan uit
erfelijk materiaal (DNA of RNA) met daaromheen een eiwitkapsel. De eiwitten
van het virus hechten aan receptormoleculen van de gastheercel. Het virus
gaat vervolgens door het membraan of door endocytose de cel binnen. Het
DNA van het virus integreert met het DNA van de gastheercel door het enzym
integrase. Na transcriptie en translatie ontstaan nieuwe virusdeeltjes.
Bij een RNA-virus kan dat niet zomaar. Het RNA moet eerst d.m.v. reverse
transcriptase omgezet worden in enkelstrengs DNA en vervolgens in
dubbelstreng DNA. Daarna integreert het DNA met het DNA van de
gastheercel.
Bij een RNA-virus gaat dit proces niet foutloos, waardoor het virus snel
muteert.
Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:
Bewezen kwaliteit door reviews
Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!
In een paar klikken geregeld
Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.
Direct to-the-point
Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lios10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen