FM & technologie aantekeningen
College gebouwtechniek en energie- en watermanagement 1
14 september 2023
Definitie facility management volgens de NEN-EN-ISO 41011:
Facility management is een organisatorische functie die mensen, locaties en processen
integreert binnen de bebouwde omgeving met als doel de levenskwaliteit van mensen en de
productiviteit van de kerntaken (productiviteiten) te verbeteren.
Kernwoorden:
- Organisaties
- Locaties
- Processen
- Bebouwde omgeving
- Levenskwaliteit
- Productiviteit
Bebouwde omgeving: een verzameling van gebouwen, gebieden, infrastructuur en andere
constructies binnen een gebied.
FM & technologie
Wat verstaan we onder technologie in relatie tot facility management:
- Verzamelen van big data en het duiden (snappen) hiervan die je kan gebruiken om
diensten te kunnen monitoren en verbeteren
- Succesvolle inzet van een breed spectrum aan technologie
Smart buildings
Slimme gebouwen die inzichtelijk maken hoe gebruikers een gebouw precies gebruiken. Dit
geeft de facility manager de kans om de dienstverlening hierop aan te passen.
Assetmanagement
Een gecoördineerde activiteit van een organisatie om toegevoegde waarde van een asset te
realiseren.
NEN-EN-ISO 41011:2018 tentamenstof!
Activiteit: taak of taken die een bijdrage levert/leveren aan de totstandkoming van een
levering.
Organisatie: persoon of groep personen die zijn eigen functies heeft met
verantwoordelijkheden, bevoegdheden en relaties om haar doelstellingen te realiseren.
Het begrip organisatie omvat maar is niet beperkt tot eenmanszaak, bedrijf, vennootschap,
firma, onderneming, autoriteit, partnerschap, liefdadigheidsinstelling of genootschap, of een
deel of combinatie daarvan, wel of niet erkend als rechtspersoon, publiek of privaat.
Assets: item, object of entiteit die/dat potentieel heeft of actuele waarde toevoegt aan een
organisatie.
Assets:
- Land (campus)
- Buildings (gebouwen)
- Factories (productiefabriek)
- Furniture (meubilair)
- Equipment (lease auto’s, computers, digiborden)
Fixed assets
,Het meten van dienstverlening
Een bedrijf heeft een missie, missie wordt vertaald in een visie, visie wordt vertaald in een
strategie, strategie wordt vertaald in een beleid, beleid wordt vertaald in doelen.
Een doelstelling geeft het resultaat aan wat je beoogt te bereiken met de diensten (assets)
die je aanbiedt. Je wilt weten of je op koers ligt/of je je doelen gaat bereiken. Om te weten of
je op koers ligt, heb je Big data nodig. Als je je doel niet gaat bereiken moet je gaan
bijsturen. Bedrijven meten continu, onder andere door big data, of ze hun doel gaan
bereiken.
Dit doen ze op een gestructureerde manier via het PDCA-cyclus.
Doel PDCA-cyclus: dat de dienstverlening, taken en werkzaamheden, zoals
overeengekomen plan (plan), na uitvoering (do), te controleren (check) en daar waar nodig
het proces bijstellen (act).
Meten is het proces om een waarde vast te stellen. Een te meten resultaat (prestatie) wordt
gemonitord door middel van controleren, toezicht houden of kritisch observeren.
Redenen voor sturing/meten:
1. Aanpassen aan gewijzigde bedrijfsomstandigheden (bijv. oorlog Oekraïne)
2. Verminderen van fouten en het voorkomen ervan
3. Kunnen omgaan met een complexe organisatie
4. Minimaliseren van de kosten
Meten van prestaties
Controle fasen:
1. Het opstellen van normen en plannen voor de uitvoering van activiteiten
2. Het toetsen van de werkelijkheid aan de gestelde normen
3. Het kunnen bijsturen/corrigeren van de uitvoering
4. Het kunnen bijstellen van de planning
,Regelkring
Meten van prestatie indicatoren
Missie -> visie -> doelstelling -> beleid -> prestatie -> prestatie indicatoren
Key Performance Indicator
Meeteenheid die essentiële informatie levert omtrent de prestatie
Om goed te kunnen meten moet je je doel altijd uitwerken in een kritische succesfactor,
prestatie-indicator en norm.
Kritische succesfactor: daarin maak je duidelijk waarin je goed moet zijn om je doel te
realiseren.
, Prestatie indicator: maak je een kritische succesfactor meetbaar. Het is altijd een waar te
nemen onderwerp, je kunt het tellen.
Norm: je moet niet alleen weten wat je moet meten, zoals de wachttijd, maar er moet ook
een maximum zijn (maximum aantal klachten).
Benchmarken
NEN-ISO-41011
Proces waarbij processen, prestaties en/of kwaliteit worden vergeleken met dezelfde
praktijkomstandigheden, onder dezelfde condities en met vergelijkbare metingen.
Technologie: wat is huisvesting?
6 componenten huisvesting:
1. Locaties
2. Gebouwen
3. Interieur
4. Financieringsvormen
5. Gebruiksprincipes
6. Gebouwgebonden facilitaire diensten
Hierover kun je Big data verzamelen, waardoor je de doelstellingen kunt behalen.
Huisvesting kan waarde toevoegen aan:
- Mensen
- Core business van het bedrijf
- Maatschappij (duurzaamheid)
- Economie
Dit draagt bij aan een gezond binnenmilieu.
De kwaliteit van de huisvesting moet op peil zijn. Kun je onderverdelen in objectieve,
subjectieve en relatieve kwaliteit. Anders kun je geen waarde toevoegen.
Objectieve kwaliteit is meetbaar. Bijv. het verlichtingsniveau.
Subjectieve kwaliteit gaat over de beleving. Hoe beleven wij de omgeving.
Relatieve kwaliteit is het vergelijken van data (van verschillende gebouwen). Dat noem je
ook wel benchmarking.
Kwaliteitsaspecten van huisvesting kun je onderverdelen in functioneel, esthetisch,
financieel en technisch.
Functionele kwaliteit gaat over het gebruik van het gebouw. Is het gebruiksvriendelijk?
Esthetische kwaliteit gaat over het uiterlijk/uitstraling van een gebouw.
Financiële kwaliteit gaat over prijs/kwaliteit verhouding en prijs/prestatie verhouding.
Technische kwaliteit gaat over hoe lang iets meegaat.
Kwaliteit van huisvesting / kwaliteitsaspecten huisvesting
Functionele prestaties:
- Bereikbaarheid
- Parkeergelegenheid