Dit is een uitgebreide, volledige samenvatting van onderzoeksvaardigheden 1. Ik zit in het eerste jaar toegepaste psychologie. Hieronder ziet u welk boek ik heb en welke hoofdstukken ik heb behandeld in deze samenvatting.
Boek: onderzoeksvaardigheden (van in) geschreven door Caroline Neckebroec...
1.1 Wetenschappelijk verantwoord onderzoek
Onderzoekers:
→ vragen stellen over allerhande verschijnselen in samenleving
→ zoeken naar antwoorden op deze vragen: verschijnselen beschrijven en verklaren
Verklaren: bestaande kennis aanwenden -> inzicht krijgen in bevindingen/met behulp van
bevindingen nieuwe kennis ontwikkelen
→ duidelijk bepalen wat te onderzoeken en bij wie en hoe
Vragen beantwoorden: strikte regels en stappenplan
- strikte regels -> kwaliteit van onderzoek waarborgen
- kennis van onderzoeksvaardigheden nodig
- logisch en systematisch stappenplan -> betrouwbare en valide conclusies
- open en transparante werkwijze
- nauwkeurig en gedetailleerd weergeven hoe hij/zij te werk is gegaan
- elke stap uitvoerig uitwerken en motiveren
- op theoretische kennis baseren
- literatuurstudie
- bestaand onderzoek van onderzoeksonderwerp bestuderen
→ onderwerp theoretisch onderbouwen en verfijnen
Wetenschappelijke kennis ≠ alledaagse kennis
Cyclisch proces: elk antwoord kan nieuwe vragen oproepen
Wetenschappelijk onderzoek: geen eenduidige definitie (niet allemaal kennen -> begrijpen)
Onderzoek -> doelgericht -> doel: onderzoeksvragen beantwoorden -> onderwerp afgebakend door
probleemstelling op te stellen
- systematisch
- vooraf vastgelegd onderzoeksontwerp -> hierna pas dataverzameling en -analyse
- validiteit en betrouwbaarheid
1.2 Soorten onderzoek
Indeling: doel, grondvorm en tijdsperspectieven
1.2.1 Verschillende doelen: fundamenteel en praktijkgericht onderzoek
2 hoofdtypen wetenschappelijk onderzoek
1.2.1.2 Praktijkgericht onderzoek
Praktijkgericht/toegepast onderzoek= vragen uit de praktijk beantwoorden, verkrijgen van kennis
om verschijnselen in de werkelijkheid te analyseren/beïnvloeden/veranderen
Fundamenteel en praktijkgericht: volgens wetenschappelijke aanpak voeren (systematisch
stappenplan, transparante manier)
1.2.2 Verschillende grondvormen: kwantitatief en kwalitatief onderzoek
2 grondvormen van wetenschappelijk onderzoek: kwantitatief en kwalitatief onderzoek
1.2.2.1 Kwantitatief onderzoek
kwantitatief onderzoek: onderwerp in breedte onderzocht
→ veel verschillende informatie over onderwerp, zonder echt diep op in te gaan
→ veel verschillende manieren
→ ideeën, attitudes, gedragingen van bevraagde mensen beschrijven (+ samenhangen, verband)
→ cijfermateriaal -> statistische analyses
→ streven ernaar: conclusies gelden voor ruime populatie (steekproef: groot en representatief)
1.2.2.2 Kwalitatief onderzoek
kwalitatief onderzoek: thema in de diepte onderzocht
→ diep op onderwerp ingaan: op zoek gaan naar belevingen/betekenissen van mensen
→ verschillende manieren
→ geen cijfermateriaal: taal (spreektaal, lichaamstaal…)
→ geen statistische analyses -> inhoudsanalyses
→ steekproef eerder klein: niet representatief voor populatie
→ streven ernaar: diversiteit in doelgroep en rijkdom aan informatie
Beide grondvormen: gelijkwaardige vormen -> als complementair beschouwd, vullen elkaar aan
Kwantitatieve en kwalitatieve methoden kunnen in één onderzoek gecombineerd worden
1.2.3 Verschillende tijdsperspectieven
Cross-sectioneel onderzoek= eenmalig op een bepaald tijdstip onderzocht
Longitudinaal onderzoek= loopt langer doorheen de tijd: meerdere onderzoeksmomenten
Longitudinaal onderzoek: verder onderscheid
, - trendonderzoek= regelmatige tijdstippen, niet telkens dezelfde doelgroep
- panelonderzoek= regelmatige tijdstippen, wel telkens dezelfde doelgroep
Retrospectief onderzoek= blikt terug in de tijd: gebeurtenissen uit het verleden verbinden aan het
heden (cross-sectioneel onderzoek)
Prospectief onderzoek= kijkt vooruit in de tijd: meerdere onderzoeken op verschillende tijdstippen -
> resultaten met elkaar verbinden (longitudinaal onderzoek)
1.3 Eisen aan onderzoek
Belangrijkste wetenschappelijke, ethische en praktische vereisten gelden voor alle soorten
onderzoeken
1.3.1 Wetenschappelijke eisen
1. Empirisch
= onderwerpen moeten zintuiglijk waarneembaar zijn in de werkelijkheid
→ soms nagaan of veronderstellingen in werkelijkheid kloppen: hypothesen formuleren
→ nagaan of hypothesen/veronderstellingen kloppen
→ hypothese moet falsifieerbaar of weerlegbaar zijn (bevestigd of weerlegd)
De empirische cyclus= verband tussen theorie/ideeën en empirie (waarneembaar in werkelijkheid)
→ twee bewegingen
1) Deductie: vanuit theorie/ideeën
- op basis van theorie/idee onderzoeksvragen stellen/hypothesen formuleren
- antwoord bieden: kijken naar gegevens (data) uit realiteit
- proces van theorie naar data= deductie
2) Inductie: vanuit empirische realiteit/data
- fenomenen/gegevens in eerste instantie waargenomen
- daaruit op zoek naar wetmatigheden
- vervolgens op zoek naar verklaringen: theorie formuleren
- proces van data naar theorie= inductie
→ Cyclisch= fasen van inductie en deductie volgen elkaar op
2 soorten wetmatigheden:
- deterministische wetmatigheden= geen uitzonderingen mogelijk
- probabilistische wetmatigheden= (probabiliteit= waarschijnlijkheid), kans groot dat een
fenomeen zich voordoet of dat er een verband is tussen bepaalde factoren, uitzonderingen
zeker mogelijk -> theorie niet weerlegd
→ in sociale wetenschappen: altijd probabilistische wetmatigheden: kansen, altijd uitzonderingen
mogelijk
Empirische cyclus kan starten vanuit theorie als vanuit data
2. Onafhankelijk en objectief
, = onafhankelijk van opdrachtgever als van onderzoeker
→ mogelijk dat opdrachtgever een onderzoek laat opzetten (resultaten in bepaalde richting laten
uitgaan -> resultaten vertekend beeld)
→ onafhankelijk onderzoek kan werkelijke situatie aan licht brengen -> effectieve oplossingen
→ opletten voor suggestieve vragen
3. Betrouwbaarheid
betrouwbaarheid= belangrijk criterium om kwaliteit te beoordelen
→ vooral belangrijk in kwantitatief onderzoek (cijfers)
→ betrouwbaarheid verwijst naar exactheid van onderzoek
→ onderzoek= betrouwbaar en exact -> bij herhaaldelijke uitvoering telkens dezelfde/heel
gelijkaardige resultaten
→ werkelijkheid: onderzoek niet 100 x herhalen: hypothetische herhaling dezelfde/gelijkaardige
resultaten
→ resultaten onafhankelijk van toeval
→ hoe meer eenheden (grotere omvang), hoe betrouwbaarder
exactheid van onderzoek in gevaar: toevalsfouten/error
- toeval speelt altijd een rol -> kunnen fouten optreden hierdoor
- betrouwbaarheid aantasten
- hoe exacter het onderzoek wordt gepland en uitgevoerd, kleinere kans op toevalsfouten
→ onderzoeker moet zeer nauwkeurig te werk gaan
→ duidelijk aangeven: wat hij zal onderzoeken, wanneer, bij, wie
→ vooraf gedetailleerd, volledig plan van aanpak, onderzoeksplan, uitschrijven en motiveren
4. Validiteit of geldigheid
Op basis van de onderzoeksresultaten -> onderzoeksvraag accuraat beantwoorden
Opletten voor systematische fouten
→ kunnen resultaten in bepaalde richting sturen
→ zorgen voor vertekening/bias van resultaten
→ zorgen voor toevallige (niet-betrouwbare) of vertekende (niet-valide) onderzoeksresultaten
= onderzoek niet valide, onderzoeksvraag niet (voldoende) accuraat beantwoorden
Symbolische voorstelling: validiteit en betrouwbaarheid
Validiteit en betrouwbaarheid -> vermijden van fouten
In alle soorten onderzoeken: kwaliteit van onderzoeksresultaten belangrijk!
Interne validiteit/methodologische validiteit= vooropgestelde onderzoeksvraag accuraat kunnen
beantwoorden, onderzoeksresultaten voor waar kunnen nemen -> correct uitgevoerd, vrij van
systematische fouten
Externe validiteit= onderzoeksresultaten gelden voor groep eenheden, groter dan de groep
betrokken in het onderzoek
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leoniedeclercq. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.