Samenvatting Voeding 2.1
Inhoud
Hoorcollege 1 – ‘B-vitamines geven energie!’ ........................................................................................ 2
Samenvatting Kennisclip Energiemetabolisme. .............................................................................. 2
Hoorcollege 2 – foliumzuur: wel of niet verrijken? ............................................................................... 10
Hoorcollege 3 – Antioxidanten .............................................................................................................. 16
College 4 – vitamine A en K ................................................................................................................... 24
College 5 – calcium en vitamine D......................................................................................................... 31
College 6 – ijzer en andere mineralen ................................................................................................... 37
1
,Hoorcollege 1 – ‘B-vitamines geven energie!’
- Je legt uit waar de voedingsnormen voor vitamines en mineralen op gebaseerd zijn
- Je beschrijft de functie van vitamines B1, B2, B3, B5, B6 en biotine in het energiemetabolisme
- Je beschrijft andere functies van vitamine B1, B2, B3, B5, B6 en biotine naast hun functie in
het energiemetabolisme, e benoemt de voedingsnormen voor deze vitamines voor
volwassenen
- Je benoemt of B1, B2, B3, B5, B6 en biotine een knelpunt zijn voor bepaalde doelgroepen in
Nederland aan de hand van de VCP
Opletten: niet Amerikaanse ADH, maar Nederlandse ADH
Waarop zijn de voedingsnormen voor vitamines en mineralen op gebaseerd?
1. Gezondheidsraad vanaf 2000
2. Nordic Council (Scandinavische landen)
3. Recent vastgestelde EFSA normen
4. Institute of Medicine (IOM)
Voedingsnormen uitgebracht door de Gezondheidsraad worden zo nu en dan herzien op basis van nieuwe
inzichten. Een deel stamt echter nog uit 1992 en is daarmee niet meer up-to-date. Alle voedingsnormen van
voor 2000 worden daarom niet meer gebruikt, maar worden andere normen (van ‘buiten Nederland’)
gebruikt. De Nordic Council heeft daarbij de voorkeur, omdat de vaststelling van deze normen transparant is
en de aanpak min of meer vergelijkbaar is met hoe de Gezondheidsraad dit doet. Als de Nordic Council voor
bepaalde voedingsstoffen ook geen norm opgesteld heeft, worden recent vastgestelde gegevens van de EFSA
gebruikt, en als die ook niet bekend zijn wordt tot slot de normen van het Amerikaanse Institute of Medicine
gebruikt.
Samenvatting Kennisclip Energiemetabolisme.
Leerdoel:
Je legt uit hoe koolhydraten, eiwitten en vetten in ons lichaam energie leveren en gebruikt
hierbij de termen pyruvaat, glycolyse (aneëroob en aëroob), acetylCoA, citroenzuurcyclus,
elektronentransportketen, beta-oxidatie, ureumcyclus, CO2, H2O, ATP en ADP.
Wanneer chemische verbindingen verbroken worden komt er energie bij.
Metabolisme is het geheel van opbouw en afbraak van chemische verbindingen in het lichaam
- Anabole reactie
o Het opbouwen van stoffen
▪ Kost energie, vb: Aanmaak glycogeen uit glucose
- Katabole reacties
o Afbraak van stoffen
▪ Energie komt vrij. Vb: Afbraak
van glucose
2
,De meeste energieleverende acties vind plaats in de mitochondrium.
De citroenzuurcyclus vind plaats in de matrix van het mitochondrium, dat is de ruimte die omgeven wordt
door het binnen membraam. De kern van het mitochondrium dus.
Bij katabole reacties word ATP geproduceerd en dit lever directe energie
Wanneer ATP naar ADP gaat geeft het energie
ATP geeft energie omdat de 3 fosfaatgroepen negatief geladen zijn en negatief geladen deeltjes stoten
elkaar af. Wanneer er 1 fosfaatgroep loskoppelt creëert dit energie.
Afbraak glucose bestaat uit 3 onderdelen
1. Glycolyse (In het cytosol van de cel (celvloeistof))
2. Citroenzuurcyclus (gebeurt in de matrix)
3. Elektronentransportsysteem (ook wel oxidatieve fosforylering. Op en over het binnen membraan van mitochondrium)
De glycolyse is het splitsen van glucose in 2 moleculen pyruvaat (6C -> 2 keer 3C)
- Kost 2 ATP om in gang te worden gezet
- Er komen 4 ATP vrij
- Netto 2 ATP dus
- + 2 NADH
NAD wordt omgezet in NADH. Dit levert ook ATP, maar pas bij het elektronen transportsysteem.
Pyruvaat (C-C-C) wordt omgezet in AcetylCoA (C-C). Als er voldoende zuurstof (Aëroob) wordt pyruvaat
omgezet in Acetyl CoA in het mitochondria. Er gaat 1 C verloren in dit proces, samen met de zuurstof O. De
CO2 adem we uit.
Acetyl CoA wordt volledig afgebroken in de citroenzuurcyclus.
3
, De Co-enzymen NADH en FADH2 worden afgegeven aan het elektronentransportsysteem.
4