Casus 2 - E-health: de hype voorbij?
38.2% van de mensen uit EU-landen en 26.2% uit Amerika lijdt jaarlijks aan een mentale
stoornis. Deze zorgen voor onvermogen werk, hoge kosten samenleving, mindere kwaliteit van
leven, discriminatie en sociaal stigma, risico educationele problemen, sociale problemen,
kwetsbaarheid misbruik, extra gezondheidsproblemen.
Leerdoel 1: Wat is eHealth? Concepten, begrippen, effectiviteit.
EHealth: alles gerelateerd aan computers en medicijnen.
Nieuwe uitdagingen:
1. Het vermogen van gebruikers om interactie te hebben met de onlinesystemen (B2C).
2. Verbeterde mogelijkheden voor institutie-naar institutie transmissies van data (B2B).
3. Nieuwe mogelijkheden voor peer-to-peer communicatie van gebruikers (C2C).
Begrip eHealth: opkomend veld in de intersectie van medische informatica, publieke
gezondheid en zaken, refererend aan gezondheid services en informatie geleverd of verbeterd
door het internet en gerelateerde technologieën. Breder: karakteriseert niet alleen
technologische ontwikkeling, maar ook een manier van denken/attitude/toewijding aan
genetwerkt, algemeen denken om de gezondheidszorg lokaal, regionaal en wereldwijd te
verbeteren door het gebruik van informatie en communicatietechnologie.
De tien E’s in EHealth:
1. Efficiëntie: toename efficiëntie, afname kosten (bv: vermijden onnodige diagnostische of
therapeutische interventies door verbeterde communicatiemogelijkheden).
2. Verbeterde kwaliteit: meer efficiënte leidt tot betere kwaliteit (bv: vergelijken
verschillende providers meer macht kwaliteitsverzekering).
3. Bewijs-gebaseerd: effectiviteit en efficiëntie moet wordt onderzocht via
wetenschappelijke evaluatie.
4. Empowerment: kennisgrondslagen van medicijnen en persoonlijke elektronische
rapporten toegankelijk voor gebruikers via internet patiëntgerichte medicatie, bewijs-
gebaseerde consumentenkeuze.
5. Aanmoediging: nieuwe relatie tussen patiënt en professional waarbij beslissingen moeten
worden genomen op gezamenlijke wijze.
6. Educatie: via onlinebronnen.
7. Enabling: informatie-uitwisseling en communicatie op een gestandaardiseerde manier.
8. Extending: gezondheidszorg treedt buiten de conventionele grenzen (geografisch,
conceptueel). Zorg kan makkelijk online verkregen worden (van simpel tot complex).
9. Ethiek: nieuwe vormen van patiënt-professional interactie wat leidt tot nieuwe
uitdagingen en dreigingen voor ethische problemen (bv: online uitoefening,
geïnformeerde toestemming, privacy, gelijkheidsproblemen).
10. Gelijkheid: het zou het meer gelijk maken, maar voor mensen zonder geld, vaardigheden
en toegang tot een computer en netwerken zijn computers niet effectief. Deze populaties
hebben dan ook het minste voordeel van de vooruitgang in technologie als er geen
politieke maatregelen genomen worden plattenland vs. stedelijk, rijk vs. arm, jong vs.
oud, man vs. vrouw, genegeerde/ongebruikelijke vs. gebruikelijke ziektes.
Daarnaast moet eHealth makkelijk te gebruiken zijn, entertainend zijn en spannend zijn.
, Soorten EHealth
1. Geïnformeerde mentale gezondheidszorg cliënten: patiënten die informatie zoeken
over symptomen en behandelingsprogramma’s.
2. Peersupport: sociale steun en informatie van mensen gescheiden door tijd en ruimte.
3. Behandelingsprogramma’s voor mentale stoornissen: zoals zelfhulpservices;
behandeling gebaseerd op gestructureerde computer-afgenomen therapie met of zonder
computer feedback; internet-gebaseerde interventies met therapeut support.
Volledig onbegeleid (vooral preventie: psychoeducatie) vs. begeleiding (motivatie,
begeleiding, terugkoppelingen, signaleren problemen). Begeleid beter, onafhankelijk
van de kwaliteit van begeleiding.
Audiovisueel vs. geschreven tekst.
Synchroon contact vs. asynchroon contact.
Blended care: online en face-to-face contact wordt gecombineerd en waarbij
verschillende vormen van online contact naast (en na) elkaar gehanteerd kunnen
worden.
4. Trans diagnostische online interventies: richt zich op de gemeenschappelijke
symptomen of mechanismen van meerdere psychische stoornissen (bv: negatieve
denkpatronen).
5. Experience sampling/ecological momentary interventions: stemming en gedrag
herhaaldelijk meten in de natuurlijke omgeving en op het moment zelf.
Componenten
Input variabelen: reflecteren kenmerken van de therapeut en cliënt; setting.
- Algemene attitude, perceptie online therapie (negatiever dan face-to-face, geen
geslachtsverschil).
- Individuen zoeken vaker informatie op over mentale gezondheid dan over een persoonlijk
probleem.
- Studenten zijn neutraal over het opzoeken van informatie, maar negatief over
onlinegroepen, email-counseling, online psychologische hulp.
Proces variabelen: open/verborgen gevoelens; gedachten, gedragingen die aanwezig zijn.
- Counselors waren in staat om de problemen van de cliënten nauwkeurig te beoordelen en
waren over het algemeen tevreden met het behandelingsproces.
- Face-to-face: meer goedkeuring, geruststelling en interpretaties, daagde de cliënt vaker
uit, stelde meer vragen en concentreerde zich meer op directheidskwesties.
- Minder woorden.
- Gelijke beoordeling werkalliantie.
Output variabelen: veranderingen die direct en indirect optreden als een resultaat van de
participatie aan de therapie.
- Consistente en aanmoedigende vindingen in support van online therapie.
- Even effectief of effectiever (participatievariabelen: activiteitsniveau, initiatief,
vertrouwen, spontaniteit, en disinhibitie) dan face-to-face.
Doelgroep
Geschikt: extramurale settingen, intensieve extramurale settingen. Problemen: persoonlijke
groei en voldoening; volwassen kinderen van alcoholisten; anxiety stoornissen zoals
angorafobie, sociale fobie; lichaamsbeeld en schaamte/schuld problemen. Therapeut:
comfortabel met computers en communiceren via tekst; sterke visualiseerders met een
vermogen om flexibel, geduldig en creatief te zijn; training.