Leefomgeving
Stedelijke functies
De vier stedelijke functies
Steden vervullen vier functies:
Wonen - werken - recreëren - verkeer.
Deze functies zitten elkaar flink in de weg. Alle vier functies hebben ruimte nodig. In een
winkelstraat zijn bevoorradingsvracht. -> stijgende grond- en huurprijzen voor gewilde locaties.
Goedkopen locaties trekken:
- bedrijven met een grote ruimtebehoefte (groothandels)
- bedrijven en voorzieningen die afhankelijk zijn van een goede bereikbaarheid (winkels,
kantoren, scholen, ziekenhuizen)
Stadsbestuurders ontwikkelen an de randen van de steden verkeersknooppunten: wegen en
openbaar vervoer komen bij elkaar. Men houdt hier rekening met: overlast, veiligheid, gezelligheid.
Hoe hoogwaardiger een voorziening, hoe meer bezoekers het aantrekt en hoe beter de
stadseconomie gestimuleerd wordt.
Reikwijdte: de afstand die mensen willen afleggen.
Drempelwaarde: het aantal klanten dat nodig is om rendabel te zijn.
Verzorgingsgebied: het gebied waar de klanten wonen.
Reikwijdte mag niet zo groot zijn dat de mensen uit oude centra wegblijven. Dan halen de oude
voorzieningen hun drempelwaarde niet meer -> het verzorgingsgebied mag niet te veel overlappen
met het bestaande centra.
Hoe ontwikkelende de stad?:
• Na 1850: de arbeiderswoningen
• 1901: woningen werden steeds beter, woningwet. Huizen met tuin werden meer gebouwd.
• 1945 tot 70: Wederopbouw, eerst portiekflat - waarom 1e portiekflats? Goedkoper want heeft
geen lift. Daarna galerijflats. Hier kwamen na 1960 kwamen eerste migranten en die gingen in
galerijflats wonen.
• 1960: stad wordt verlaten. Industrie, ziekenhuis en grote winkels trekken naar de rand op zoek
naar meer ruimte. Nieuwe huizen aan de buitenkant van de stad. Op enige afstand van de
stadsgrens. De rijkeren gezinnen met kinderen gingen daar wonen. Nu is daar vergrijzing daar.
Suburbanisatie was selectief.
• 1980: vinex-wijken (voerde nota extra). Grote wijken met ov om filevorming te voorkomen. In de
stad werd het bemoeilijkt door selectieve migratie. De studenten en armere bleven achter in de
stad. Hierdoor was de stad verpauperd.
• 1990: Stad werd weer aantrekkelijk - oorzaak -> kenniseconomie = economie waarbij de
productiefactoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van
nieuwe technologie.
Stadsvernieuwing kan op 2 manieren:
- Saneren: gesloopt
- Renoveren: opgeknapt
1
, 1960 - Er was geen succes omdat ze het niet konden betalen! Dus moet je herstructureren.
Stadsvernieuwing: de stad weer aantrekkelijk maken.
De stad wordt pas een creatieve stad als:
- er veel hoogopgeleiden wonen en werken
- er veel mensen werkzaam zijn in creatieve beroepen
- er veel mogelijkheden om elkaar te ontmoeten zijn.
Herstructurering= Het slopen van slechtere huurwoningen en de nieuwbouw van duurdere
koopwoningen. Tevens het verbeteren van de openbare ruimte. Herstructureren heeft twee doelen:
1. Het aantrekken van hogere inkomensgroepen. zodat er minder eenzijdige
bevolkingssamenstelling in probleemwijken komt = gentrification
2. Minder segregatie = arm en rijk bij elkaar + zwart / wit. Dit wordt veroorzaakt door duale
arbeidsmarkt: groot verschil tussen hoog en laag opgeleiden en salarissen.
Stedelijk wonen
Leefbaarheid
Woningkenmerken zijn:
- ouderdom - welk bouwjaar
- eigendom - huur van corporatie of particulier, koop
- woningtype - villa, twee-onder-een-kap, rijtjeswoning, appartement, portiek- of galerijflat.
- staat van onderhoud - nieuw, goed, gerenoveerd, achterstallig
Bewonerskenmerken:
- grootte van het huishouden - hoeveel personen
- etniciteit - westerse allochtoon, niet westers allochtoon
- inkomen - hoogte, uitkeringsafhankelijk
- gezinsfase - alleenstaand, paar zonder of met kinderen, leeftijd van de kinderen
De kenmerken hangen vaak met elkaar samen. Leefbaarheid hangt samen met woonomgeving.
De leefbaarheid kan worden verziekt door:
- overlast: oHinder die buurtbewoners ondervinden bijv: harde muziek, vervuiling, intimidatie,
drugsteelt/handel…
- verloedering: achteruitgang van de fysieke omgeving door bijv: vandalisme, graffiti, zwerfvuil en
hondenpoep.
In probleemwijken is de sociale onveiligheid groot. Je moet onderscheid maken tussen:
- objectieve sociale onveiligheid: het feitelijk aantal incidenten gemeten door de politie
- subjectieve sociale onveiligheid: gevoel van onveiligheid, dat per persoon verschillend kan zijn.
Door sociale onveiligheid wordt aangepakt door het nemen van:
- fysieke maatregelen, zoals stadsvernieuwing en herstructurering, en investeringen in het
onderhoud en de overzichtelijkheid van de openbare ruimte.
- Sociale en economische maatregelen, zoals het oplossen van werkloosheid en het verbeteren
van buurt of wijkvoorzieningen.
Voorzieningen in de wijk bevorderen de sociale cohesie: de saamhorigheid in de buurt.
Samenwerking in en rond de stad
Regionale samenwerking: samenwerking tussen 3 bestuurslagen:
1. gemeenten
2. provincies
3. rijk
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loisneut. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.