Hoofdstuk 1 - Waarom de bijbel?
De bijbel is niet de enige bron voor kennis van God.
- Volgens Paulus kunnen we met ons verstand uit Gods werken afleiden dat hij Hij eeuwige
kracht en goddelijkheid moet bezitten. Hiermee wilt hiermee duidelijk maken dat mensen
geen excuus kunnen hebben als ze God niet willen dienen.
- We kunnen dus concluderen dat er iemand is met die goddelijkheid en eeuwige kracht, maar
leren daarmee God nog niet persoonlijk kennen in zijn liefde en genade. Profeten zijn nodig
om Hem aan het werk te zien in de geschiedenis.
In het Oude Testament richt God zich volgens de Bijbel op het volk Israël. En in het Nieuwe Testament
gaat het over zijn Zoon, Jezus Christus.
- Jezus is de meest persoonlijke openbaring van God.
Over Jezus kun je eigenlijk bijna alleen informatie vinden in de Bijbel. Als je dus niet in de Bijbel leest
kun je geen betrouwbare kennis over God vinden. Dus Bijbellezen is voor een christen van
levensbelang.
- Christenen geloven in een Persoon en niet in een boek. Maar om die persoon te leren kennen
wordt je aangewezen op een boek; de Bijbel.
- Niet alles wat gebeurt komt van God af, of is Gods bedoeling.
Om te kunnen onderscheiden wat van God komt en wat van de Heilige Geest zul je de Naam van
Jezus moeten belijden.
Alleen de Bijbel is dus bron en norm van de waarheid. Alleen in de Bijbel leren we, dankzij werk
Heilige Geest, God op een betrouwbare en persoonlijke manier kennen, vooral in zijn Zoon, Jezus
Christus. Bijbel is niet enige weg om god te leren kennen, maar wel weg tot meest zuivere/volledige
kennis van God, zijn karakter, plan en wil.
Hoofdstuk 2 – Ontstaan en indeling
De Bijbel is over periode 1500 jaar door minstens 40 mensen geschreven.
- Abraham kwam uit Ur (tegenwoordig Irak)
- Mozes groeide op als Egyptische prins
- Jozua veroverde het land Israël
- Daniël werd opgeleid aan het Babylonische hof en diende ook in het rijk van de Meden en
Perzen.
- In NT werd Israël overheerst door de Romeinen.
- Paulus kwam uit tegenwoordige Turkije en groeide verder op in Jeruzalem en reisde
vervolgens door Turkije en Zuid-Europa.
Er is dus een rijke verscheidenheid aan omstandigheden, wetten, zeden en gewoonten Het is dus
in de Bijbel niet zomaar een ‘tijd’ of ‘cultuur’.
Maar volgens de Here Jezus is de bedoeling van God een levenslang huwelijk tussen een man en een
vrouw. Volgens God is het geen betekenisvol handelen als je gedrag kopieert zonder het te begrijpen.
Dit wil niet zeggen dat je geen uitspraken kunt doen over Bijbelse opvattingen. Ookal is er geen
, uniformiteit in zeden en gewoonten, er tekent zich wel een ideaal af en uiteindelijk wordt er één
richting gewezen. Dat is misschien wel meest verbazende trek van de Bijbel, dat er ondanks lange
bestaansperiode en diversiteit van schrijvers zo’n eenheid van boodschap is. Er is een grote
herkenbaarheid van dezelfde boodschap; het is één getuigenis van dezelfde God die niet verandert
door de tijd heen.
Gods grote toekomst bestaat uit: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
In de Bijbel heb je het OT en NT
- testament = ‘een eenzijdig verbond’
In OT staat het verbond van God met zijn volk Israël centraal en in het NT draait het om wat Jezus
noemde ‘het nieuwe verbond in Mijn bloed’. Het oude verbond werd ingewijd met dierenbloed en
het nieuwe verbond werd bekrachtigd met bloed (dood aan het kruis van Jezus).
De tijd tussen het OT en NT heet de ‘intertestamentaire periode’. De apocriefe boeken van het OT zijn
toen geschreven.
Pseudepigrafen; boeken met een bedrieglijk opschrift.
- Septuagint; de Griekse vertaling van het Oude Testament
Er werd na de tijd van het Oude Testament door veel Joden geen Hebreeuws, maar Aramees
gesproken dat ze waarschijnlijk tijdens de ballingschap in Babel geleerd hadden. Daarnaast was Grieks
een standaard taal.
Indeling van het Oude Testament
- Voorop staat de wet; de Thora. Ook wel Pentateuch = de 5 boeken van Mozes genoemd.
- Dan volgen de historische boeken; Jozua t/m Esther
- Gevolgd door dichterlijke boeken Job t/m Hooglied
- Aan het einde staan de grote en kleine profeten. (klein/groot zegt alleen iets over de grootte
van het boek)
o Thora; Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium
o Historische boeken; Jozua, Rechters, Ruth, 1 en 2 Samuël
o Dichterlijke boeken; Job, Psalmen, Spreuken, Prediker en Hooglied
o Grote profeten; Jesaja, Jeremia, Klaagliederen, Ezechiël en Daniël
o Kleine profeten; Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefanja,
Haggai, Zacharia en Maleachi.
- In de Joodse Tenach staan dezelfde boeken, maar anders gegroepeerd.
o ‘Tenach’ is afgeleid van beginletters van de 3 hoofdgroepen; Thora, Nevie’em en
Ketoeviem.
o In het NT wordt met ‘de wet en de profeten’ ons OT bedoeld.
o De ‘historische boeken’ worden in de joodse indeling ook wel de ‘vroege profeten’
genoemd. Omdat de traditie ervan uitging dat deze boeken door profeten geschreven
waren.
- De afdeling ‘geschriften’ = restgroep met dichterlijke boeken, 5 feestrollen en nog Daniël,
Ezra, Nehemia en 1/2 Kronieken
o Bij de joden worden in de synagoge bij verschillende joodse feest/gedenkdagen 5
feestrollen gelezen:
o Hooglied Pasen
o Ruth Sjavoet, het Wekenfeest (is Pinksteren), 7 weken na Pasen
o Klaagliederen herdenking van verwoesting van de tempel