Interpersoonlijke
WERKCOLLEGE’S
Gesprekstechniek “Communicatieve vaardigheden die je doelgericht ( doel= info verzamelen,
werkalliantie, verandering) gebruikt doorheen assessment en therapie”
Methodiek “Geheel aan instructies gebaseerd op een theorie die samenhangend zijn en doelgericht (info
verzamelen, werkalliantie, verandering) worden gebruikt) + Vaak hier ook gebruiken v gesprekstechnieken”
Aanmelding:
- Hulpvraag nagaan + demo gegevens + praktische indo
- Sociale introductie en kennismaking (voorstellen v th en cl)
- Verwijzing: hoe hier terechtgekomen, contact met verwijzer, verwijsbrief
- (meta)kijk: spreken over therapie visie vd cl op therapie, HVgeschiedenis, hulp in netwerk, hoop
en verwachtingen,
- Taxatie probleemgebieden:
o Hulpvraag/probleem
o Sterktes
o Feiten + betekenissen
o Gesprekstechnieken en diagnostische instrumenten
- Contextverbreding
o Sociale omgeving (bv weten je vrienden van het probleem?)
o Netwerk, mp, stereotypen
o Ecogram : sociaal netwerk in kaart (omvang, variatie, hoe dicht, stabiliteit,…)
o Levenstaart : wat is er belangrijk in leven van de cl, hoe groot deel v leven neemt dit in + vragen
hoe goed/slecht het gaat op deze taartpunten
o Genogram : familiebanden kan neg effect hebben als je uit een slecht gezin komt niet
meteen gebruiken, kijken naar cl, geen routine
o Sociaal constructionistisch genogram : wie is er voor jou ‘familie’ (wie je ziet als familie, kunnne
bv vrienden zijn, bv niet je papa)
o Levenslijn : tijdslijn met belangrijke levensgebeurtenissen
,Hypothesen formuleren en toetsen
- Rond pbl en uitzonderingen
- Geen vaste O en G altijd een samenhang van versch dingen
- Obv theorie, klinische inzichten en onderzoek
- Is basis voor je caseformulation
o = Minitheorie over wat er binnen dat systeem gaande is, een verzameling aan hypothesen.
o Description: Descriptief, zo dicht mogelijk bij woorden van cliënt, verbanden leggen
o Explanation: Hypothesen obv theorie, empirie en onderzoek, verbanden leggen
o Prescription: Voorstel waaraan je samen met cliënt wil werken (en waaraan je niet hoeft te
werken!)
Vragen stellen
- Doelen: info verzamelen (om hypo op te stellen en te toesten) + th alliantie + verandering generen
- Zo proberen de uitzonderingen, krachten, sterktes in gedragspatronen te ID
- Zo zicht op de problemen en versch factoren die rol spelen
- Ingaan op onderliggende overtuigingen van dit gedrag wat dacht je, wat zegt dit over jou?
- Ook vragen rond context hoe zou dit pbl w aangepakt in gezin v herkomst, wie steunt je, hoe gaat
het op het werk, zijn er ideeën in de maatschappij die je belangrijk vind?, hoe is jullie gezondheid?
Context-spin
- Anderen: gezin v oorsprong, familie, collega’s, vrienden
- Kringen: de Gentenaars, lgbtq, vegans,… mensen met een
bep knm delen en dus voor een deel samen iets beleven
- Materie: bv geen geld, geen auto, geen nieuwste gsm
- Buurt: bv onveilig voelen avonds, vriendelijk
- Dieren: huisdieren kunnen ook voor verbinding zorgen
- Instanties: ziekenhuis, ocmw, cgg, diensten,… kan invloed
op pbl en hoe hiermee omgaan
- Wetten en regels: bv vanaf 18 rijbewijs, schoolplicht
- De of het andere; religieuze, de sint kan invloed hebben op gedrag (bv lief zijn voor anderen)
- Opvatting vd brede gemeesnch: sociale perspectieven: hoe eruit moeten zien, hoe mannen en
vrouwen eruit moeten zien, hoe gedragen tgo elkaar
Herkadreren
- Doel: werkalliantie, info winnen, nieuwe inzichten/veranderingen
- Dicht bij de belevingswereld vd cl blijven valkuil: hier te ver van afwijken
- In vraagvorm/toelating vragen om je kijk te expliceren voorzichtig
Externaliserende conversatie
- Zorgen dat cl zich gesepareerd van hun problemen kunnen zien
- ‘ik ben depressief’ ‘ik heb een depressie’
- Bv door het een naam te geven ‘de zwarte hond’
- Onderhandelen over definitie pbl + beschrijving vh pbl passend binnen ervaring cl
- In kaart brengen van de effecten + deze evalueren (+ proberen zoeken naar pos effecten)
- De evaluatie justificeren (wrm is het pos/neg?)
- Hulpmethoden: diertjes, poppetjes, dixiekaarten, knutselen, tekenen,..
, Invloedsdiagram
- Iedereen heeft altijd een interpersoonlijke invloed heeft impact op welbevinden
- Niet altijd opmerken, beseffen, verdragen
- Dimensies v invloed
o De ander benadeelt mij
o De ander steunt mij
o Ik steun de ander
o Ik benadeel de ander vaak niet door
Dyadic adjustment scale : zelfrapportage vragenlijst die relatiekwaliteit/satisfactie meet is voor
gehuwden of samenwonenden hetero koppels gemaakt
- Consensus: mate waarin koppels eens zijn over belangrijke aspecten v hun relatie
- Affectieve expressie: hoe indiv affectie toont aan zijn partner + mate waarin affectie een probleem is
in de relatie
- Satisfactie: intensiteit en aantal conflicten
- Cohesie: mate waarin partners zich engageren in pos interactie let elkaar
- Totaalscore + koppelscore
Creatieve assessment
- Gezinssysteemtest: poppetjes op raster zetten om zo verschillende situaties uit te beelden zien
cohesie en hiërarchie
- Recipe for succes: wat hebben jullie nodig om een gelukkig gezin te vormen, wie brengt wat mee,
wat is er al, observeren + bespreken van dit proces
- Magic key: je opent een kamer met daarin wat je denkt dat je altijd gelukkig zou kunnen maken, wat
is het
- Boat-storm-lighthouse: zit met gezin op boot in een storm: wie op boot, wie zou heplfull zijn, wat is
de redding, hoe zou je je voelen in de storm
- Eigen CD hoes maken