COO secundaire weefsel
Monocotylen kennen geen secundaire diktegroei en derhalve zijn de weefsel die hier aan bod
komen, het hout en de bast van de boomstam, hoofdzakelijk van dicotylen. Ook gymnospermen
kennen secundaire diktegroei (den en spar).
Lateraal meristeem, groeit evenwijdig aan het buitenoppervlak en is dus voor diktegroei. Dit
laterale meristeem noemen we cambium.
Vlier
Dwarsdoorsnede tak aan het
begin van het tweede jaar, in de
dwarsdoorsnede hiernaast zijn
meerdere onderdelen weergegeven:
- Kurk
- Bast, bestaat uit epidermis,
de periderm en het floeem.
- Periderm, bestaat uit het
kurk, kurkcambium en
kurkschors. De endodermis
hoort hier niet bij.
- Cortex, is hetzelfde als de
schors. Dit is alles tussen het
kurkcambium en het floeem
in.
- Collenchym, de donker
blauwe gebieden in de schors.
- Parenchym, zowel het
binnenste deel van de cortex als het merg bestaat uit parenchym.
- Merg, het binnenste van de stengel bestaat uit parenchymatisch grondweefsel.
- Primair floeem, deze is van het secundaire floeem te onderscheiden doordat het niet
radiaal is gerangschikt. Het is de buitenrand van het floeem.
- Secundair floeem, heeft een kenmerkende radiale rangschikking.
- Vaatcambium, is maar één cellaag dik en ligt tussen het secundair floeem en secundair
xyleem.
- Primair xyleem, dit xyleem zat in de oorspronkelijke vaatbundels en is niet radiaal
gerangschikt.
- Secundair xyleem
- Lenticel
- Jaargrens, aan de binnenzijde ligt het zomerhout van vorig jaar; aan de buitenzijde ligt
het pas gevormde voorjaarshout van dit jaar.
Dwarsdoorsnede cambium, in deze
dwarsdoorsnede zijn de volgende structuren
weergegeven:
- Parenchym, in het middelste gedeelte
noemen we het parenchymatische
grondweefsel merg.
- Jaargrens, boven deze grens ligt het pas
gevormde voorjaarshout van het 2e jaar.
Hieronder ligt het laatste gevormde
zomerhout van het vorige (eerste) jaar.
- Cambium, we spreken liever van een
cambiumzone, omdat de enkele cellaag van
het cambium niet is te onderscheiden van de
pas gevormde tamelijk ongedifferentieerde cellen.
- Primair floeem, dit is niet radiaal gerangschikt en het gaat geleidelijk over in het
omringende grondweefsel. Later zal dit onderdeel van de bast worden en verdwijnen.
- Secundair floeem, dit wordt gekenmerkt door de radiale rangschikking.
- Primair xyleem, is gevormd in de oorspronkelijke vaatbundel, toen er nog geen
vaatbundelring was. Het heeft geen radiale structuur.
- Secundair floeem, kenmerkt zich door de radiale rangschikking.
Dwarsdoorsnede cortex, ook hier zijn weer meerdere onderdelen aangegeven”
- Epidermis
- Kurk
- Kurkcambium, deze is één cellaag dik.
- Periderm, bestaat uit kurk, kurkcambium en kurkschors (dus zonder epidermis).