Vormen van steekproeftrekking:
– Simple random sampling:
Elke element in de populatie heeft dezelfde kans om in de steekproef terecht te komen.
– Stratified sampling:
De populatie wordt opgedeeld in strata (geslacht, leeftijd, etc.); binnen elk stratum
wordt een volledig aselecte steekproef getrokken.
– Convenience sampling:
De steekproef bestaat uit de diegene die voorhanden zijn (bijvoorbeeld aanwezigen in de
kantine, eerstejaarsstudenten psychologie).
Belief in the Law of Small Numbers: denken dat de steekproef heel representatief is voor de
populatie.
Voor MTO-D maken we onderscheid tussen:
– Categorische variabelen: geslacht, type opleiding, experimentele conditie,
diagnose, sociale klasse, etc.
– Kwantitatieve variabelen: leeftijd, IQ scores, NEO-PI scores, tentamencijfers,
scores op een depressievragenlijst, etc.
Pearson’s Correlatie Coëfficiënt:
• Maat voor lineaire samenhang
• Notatie: ρ = correlatie in de populatie; r = correlatie in de steekproef
• −1 ≤ r ≤ 1
• r = 0 betekent: er is geen lineaire samenhang; maar misschien is er wel sprake
van niet-lineaire samenhang!
,Toetsen van de correlatiecoëfficiënt: Inferential statistics:
1. H0 : ρ = 0 tegen H1 : ρ ≠ 0.
SPSS geeft standaard de p-waarde (overschrijdingskans) van deze toets.
2. H0 : ρ = c tegen H1 : ρ ≠ c.
– c is een getal tussen −1 en 1, maar niet 0
– Met behulp van Fisher Z-transformaties & Z-toets
– Niet beschikbaar in SPSS
NB: Je moet weten in welke situatie je welke van de twee toetsen gebruikt, de toetsingsgrootheid
t kunnen berekenen (formule wordt gegeven), en de uitkomsten ervan correct kunnen interpreteren.
P-waarde:
– De p-waarde is de kans op de gevonden
data (r) of nog extremer (nog verder bij
0 vandaan), gegeven dat H0 (ρ = 0) waar
is.
– Bepaal een significantie niveau (meestal
5% of α = 0.05). Wanneer p < α, verwerp H0
Betrouwbaarheidsintervallen voor de correlatiecoëfficiënt:
Crit.Val = de kritische waarde die afhangt van de gewenste zekerheid;
SE(r) = de standaardfout van r (variatie in steekproefwaardes van r als je steeds nieuwe
steekproeven van N uit dezelfde populatie zou trekken).
CIs voor correlaties zijn niet symmetrisch, dat wil zeggen dat de steekproefwaarde r niet precies in
het midden van het CI ligt (komt door gebruik van Fisher transformaties).
Definitie: Wanneer we het experiment keer op keer herhalen, bevat het 95%
betrouwbaarheidsinterval in 95% van de gevallen de echte waarde (bijv: μ of ρ).
Interpretatie: Op basis van de gevonden data is dit de meest waarschijnlijke range waarbinnen de
echte waarde zal liggen.
Belang: Geeft de onzekerheid rondom de puntschatter (bijv M of r) weer.
,Aannames bij het toetsen van Correlatiecoëfficiënt:
1. Onafhankelijk van elkaar gekozen personen
Men spreekt ook wel van onafhankelijkheid van observaties; deze aanname wordt
bijvoorbeeld geschonden wanneer leerlingen uit dezelfde klas deelnemen aan een
onderzoek
2. X en Y zijn bivariaat normaal verdeeld; de puntenwolk heeft de vorm van een sigaar.
3. X en Y zijn lineair gerelateerd; de punten in de puntenwolk liggen rondom een rechte lijn.
4. De spreiding van X gegeven Y is hetzelfde voor elke Y; dit is de aanname van homoscedasticiteit
(zie lineaire regressie).
Power en kanskapitalisatie
– Bij grotere N, wordt het betrouwbaarheidsinterval kleiner en de power neemt toe.
Power is de kans om H0 te verwerpen gegeven dat H1 waar is.
– Om kleinere effecten (ρ is klein) aan te tonen, is een grotere N nodig.
Doe vooraf een poweranalyse!
N > 100 (om aannames te checken en de invloed van outliers is kleiner).
Let op beperkte spreidingsbreedte of extreme groepen.
– Wanneer meerdere correlaties tegelijk gerapporteerd worden, neemt de kans op een Type I fout
(onterecht verwerpen van H0) toe.
Cross-validatie
Bonferroni-correctie
= slechts hulpmiddel: de samenhang is
zwak, matig of sterk hangt af van de
specifieke toepassing/onderzoeksveld
Gekwadrateerde Correlatie:
Samenhang tussen X en Y betekent dat je Y kunt voorspellen uit X (en andersom)
Voorbeeld: Stel “Aantal uren leren” en “tentamencijfers” correleren 0.40 →
0.42 = 0.16 (16%) van de verschillen in tentamencijfers kan worden verklaard
door verschillen in de mate van voorbereiding.
, “Verklaringen” voor de gevonden samenhang tussen X en Y:
HC 2
Enkelvoudige Lineaire Regressieanalyse:
Het lineaire enkelvoudige regressiemodel:
– Lineair (= rechtlijnig) verband tussen Y en X
– Lineair verband betekent dat we Y kunnen voorspellen uit X met een lineaire functie:
Hierin is: Y’ de voorspelde waarde voor Y, gegeven X
b0 het intercept; voorspelde waarde (Y’) wanneer iemand 0 op X scoort
b1 de regressiecoëfficiënt: de verandering in Y’ wanneer X met één eenheid toeneemt
(= de hellingshoek van de lijn)
NB: b0 en b1 worden de parameters van het model genoemd.
Voorbeeld:
Met regressieanalyse zoek je de de best passende rechte lijn waarmee je Y zo goed mogelijk kunt
voorspellen uit X.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ceverho. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.