Hoofdstuk 1
‘Winst uit onderneming’
o De belasting wordt geheven over de winst, zijnde het gezamenlijke bedrag van
voordelen onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit het
bedrijf of uit zelfstandig uitgeoefend beroep.
o Ondernemers hebben toegang tot veel ondernemersfaciliteiten, maar
loontrekkende hebben alleen recht op reisaftrek.
o Wet IB kent het boxensysteem:
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning, gezamenlijke bedrag van:
a) Belastbare winst uit onderneming (door natuurlijke personen genoten
inkomsten uit ondernemingsactiviteiten)
b) Belastbare loon
c) Belastbare resultaat uit overige werkzaamheden (inkomsten uit ander
arbeid of uit expliciet in de wet genoemde werkzaamheden).
d) Etc.
Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (fictief rendement van 4%)
o Er wordt vennootschapsbelasting betaalt over de inkomsten van
ondernemingsactiviteiten van nv’s en bv’s etc.
Hoofdstuk 2
‘Wie geniet winst uit onderneming?’
Ondernemers & andere genieters van winst uit onderneming
o 1e vraag: is de activiteit een bron van inkomen?
Zo niet, dan buiten de IB gehouden
Bron van inkomen:
1) Deelnemen aan economisch verkeer
2) Voordeel beogen
3) Voordeel redelijkerwijs te verwachten
o Onder belastbare winst uit onderneming begrepen:
a) Winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer
ondernemingen (art 3.2)
b) Winst die de belastingplichtige als medegerechtigde tot het vermogen van
een onderneming geniet (art 3.3 lid 1a)
c) Bedrag van gezamenlijke voordelen die de belastingplichtige geniet uit de
hoofde van bepaalde schuldvorderingen op een ondernemer ten behoeve van
een voor rekening van die ondernemer gedreven onderneming (art 3.3 lid 1b)
a) Ondernemers (art 3.4)
Ook de beoefenaars van een zelfstandig beroep
Er moet worden vastgesteld dat:
1. Sprake is van een onderneming (objectief)
, Duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee beoogd wordt
winst te behalen, mits deelname economisch verkeer. Kenmerken zijn
duurzaamheid, het lopen van risico, meerdere opdrachtgevers (mindere
gezagsverhouding), prestatie/bekendheid en meer dan normaal
vermogensbeheer.
2. De onderneming voor rekening van de belastingplichtige wordt gedreven
Gekeken worden naar de band tussen de onderneming en ondernemer,
kan zijn vastgelegd in een overeenkomst. Een onderneming wordt in ieder
geval voor rekening van de belastingplichtige gedreven indien deze
onbeperkt is gerechtigd tot de resultaten van die onderneming. Het is niet
relevant of de ondernemer deelneemt aan het feitelijk drijven van de
onderneming of of hij deelt in de verliezen.
3. De belastingplichtige rechtstreeks verbonden wordt voor verbintenissen
betreffende die onderneming
Commanditaire vennoten niet worden aangemerkt als ondernemer. Zij
kunnen wel als medegerechtigden tot een ondernemingsvermogen WuO
genieten.
Rechtstreeks: een verbondenheid voortvloeiende uit de de
deelgerechtigheid in een huwelijksgoederengemeenschap of nalatenschap
is niet voldoende om als ondernemer te worden aangemerkt.
De verbondenheid behoeft zich niet uit te strekken voor alle
verbintenissen.
b) Medegerechtigde (art 3.3)
Genieten wel WuO, maar zijn geen ondernemers en hebben dus geen recht
op faciliteiten.
Je bent een medegerechtigde als je aandeel van de winst in een
onderneming hebt (lid 2 zegt dat het niet nodig is om ook gerechtigd tot de
stille reserves en goodwill).
Belangrijkste: commanditaire vennoot
c) De houder van een schuldvordering op een ondernemer
Mits de schuldvordering onder zodanige omstandigheden is aangegaan dat
deze in feite functioneert als EV van die onderneming.
o Bijzondere verhoudingen tot de onderneming:
- De echtgenoot is niet automatisch mede-ondernemer.
- De erfgenaam wordt ook niet direct verbonden, omdat je wel de intentie moet
hebben om de onderneming voort te zetten.
- Bij de verhuur van de onderneming is degene die huurt een ondernemer, want
hij runt als het ware de onderneming. De verhuurder is na de verhuur als hij in
een contract geen verbintenissen aangaat geen ondernemer, maar wel nog
medegerechtigde.
- Bij huurverkoop van de onderneming (je draagt de onderneming af) gaat het
economisch eigendom over op de huurkoper, dus is de huurverkoper meestal
geen ondernemer en medegerechtigde meer (vanaf het moment van
overdragen heeft hij geen recht meer op de winst).
Vragen die gesteld moeten worden of de huurverkoper toch ondernemer is:
‘Heeft hij voldoende economisch eigendom?’
, ‘Wordt hij verbonden voor verbintenissen betreffende de onderneming die
de dan feitelijke ondernemer (huurkoper) aangaat’
- Overdracht tegen winstrecht: je draagt de onderneming over tegen een
gedeelte van de winst. Degene die de onderneming overdraagt is geen
ondernemer, omdat hij niet verbonden wordt voor de verbintenissen
betreffende de onderneming. Hij is wel medegerechtigde.
- Overdracht tegen lijfrente: wordt later besproken.
o Samenwerkingsverbanden
- Vennootschap onder firma
Vennoten zijn ieder geheel aansprakelijk
Verbondenheid voor verbintenissen wordt derhalve voldaan, vennoten in een
vof genieten dus als ondernemer winst uit onderneming.
- Maatschap
Maten zijn niet ieder voor de schulden aansprakelijk.
Als door de maten een onderneming wordt uitgeoefend kunnen zij hiervoor als
ondernemer worden aangemerkt mits er wordt voldaan aan de voorwaarde van
een onderneming (= voor rekening van de maten gedreven en dat zij
rechtstreeks worden verbonden voor verbintenissen betreffende die
onderneming).
Bij een stille maatschap is alleen de persoon die naar buiten treedt een
ondernemer. De overige maten kwalificeren niet als ondernemer, tenzij die
maten een zelfstandig beroep uitoefenen.
- Commanditaire vennootschap
2 soorten vennoten:
1) Beherende vennoten: vergelijkbaar met vof, dus ondernemer.
2) Commanditaire vennoten: slechts aansprakelijk tot het bedrag dat zij
hebben ingebracht. In een open commanditaire vennootschap, dan
aandeelhouder. In een gesloten cv en als de vennoot de onderneming drijft
en als hij daden van beheer verricht, dan is hij hoofdelijk verbonden voor
de schulden, dus ondernemer.
- Man/vrouw firma
= vof, maatschap of cv tussen gehuwden
2 varianten:
1) De ondernemer neemt met derden deel in een vof, maatschap of cv.
Met zijn echtgenote maakt hij een overeenkomst van onder-
vennootschap (er is een onder en boven firma). De ondernemer wordt
hier voor het gehele resultaat in de heffing betrokken, als de
echtgenote niet als ondernemer kan worden aangemerkt.
2) De ondernemer gaat met zijn echtgenote een vof, maatschap of cv aan
(slechts 1 firma).
De echtgenote is wel ondernemer als het bestaan van de man/vrouw firma
is aangetoond EN indien beide kapitaal of arbeid hebben ingebracht (indien
variant 1 dan moet zowel in de onder als boven firma).
o Afbakeningsproblemen van box 1
- Als de zelfstandigheid ontbreekt en er is sprake van gezagsverhouding, dan
geen WuO, maar loon.
, - Verschil tussen WuO en resultaat overige werkzaamheden zit hem in de
omvang en duurzaamheid van de organisatie waarmee voordelen worden
behaald en het aantal opdrachtgevers.
- Indien de belastingplichtige WuO geniet, dan betekent dit niet dat alle
inkomsten uit de door hem ondernomen activiteiten als WuO worden belast.
Dit gebeurt pas als er een nauw verband bestaat.
o Grootkoopmanschap
= als diverse belangen een dusdanige economische eenheid vormen dat er sprake
is van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, is het geheel aan
activiteiten te beschouwen als de onderneming van een groot koopman.
Hoofdstuk 3
‘Wat wordt er tot de winst gerekend?’
Art 3.8: het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en vorm
ook, worden verkregen uit de onderneming. Dit wordt de totaalwinst genoemd. Er
wordt geen rekening gehouden met waardestijgingen of verminderingen, dus je maakt
ook winst als dit alleen wordt veroorzaakt door inflatie (nominalistisch winstbegrip).
Het is ook een neutraal winstbegrip (geen ethische toets), dus ook criminele
voordelen worden meegerekend.
o Vermogensvergelijking
= verschil in ondernemingsvermogen begin en eind. Beter dan de winst en
verliesrekening, omdat het meer inzicht geeft in een aantal aspecten rondom
totaalwinst.
Totaalwinst = eindvermogen – beginvermogen – kapitaalstortingen +
onttrekkingen
- De openingsbalans is het officiële startpunt van de fiscale winstbepaling.
Alleen de activa en de passiva die tot het ondernemingsvermogen horen,
mogen op de openingsbalans worden opgenomen.
Het ondernemingsvermogen wordt in de openingsbalans opgenomen tegen de
gezamenlijke waarde in het economisch verkeer (alleen bij onzakelijk fiscaal
handelen, anders gewoon op de vp) van de tot dat vermogen behorende activa
en passiva. Goed koopmansgebruik speelt bij de waardering van de balans geen
rol.
Een belastingplichtige heeft baat bij een lage totaalwinst (hoge
openingsbalans activa en lage passiva).
Indien een werkzaamheid in een kalenderjaar uitgroeit tot een onderneming
waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst geniet, wordt voor het
bepalen in het jaar van die werkzaamheid genoten resultaat, de werkzaamheid
zijn geacht niet te zijn gestaakt. In dat geval wordt bij de onderneming de
boekwaarde van de vermogensbestanddelen gesteld op de boekwaarde daarvan
bij de werkzaamheid.
- De slotbalans wordt opgemaakt op het moment dat de onderneming wordt
gestaakt.
Eventuele fiscale reserves worden aan het ondernemingsvermogen
toegevoegd.
- Kapitaalstortingen