100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Privaat en ondernemingsrecht €4,98   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Privaat en ondernemingsrecht

 92 keer bekeken  3 keer verkocht

Samenvatting van de hoorcolleges van privaat en ondernemingsrecht en van de bijbehorende boeken.

Voorbeeld 4 van de 43  pagina's

  • Ja
  • 10 december 2017
  • 43
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
adeboer
Privaat- en ondernemingsrecht
Structuur BW
- Boek 1: personen en familie recht (natuurlijke personen)
- Boek 2: rechtspersonen
- Boek 3: vermogensrecht in het algemeen
- Boek 4: erfrecht (wat gebeurt er met mijn vermogen als ik
kom te overlijden?)
- Boek 5: zakelijke rechten
- Boek 6: verbintenissen in het algemeen (hoe ontstaan
rechten en plichten?)
- Boek 7, 7A en 8: bijzondere overeenkomsten

o Inleiding recht
- Definitie: recht is het geheel van (overheid)regels dat de samenleving ordent.
- Doel: ordenen van de samenleving en het geven van regels om conflicten op te
lossen, zodat de orde kan terugkeren.
- Rechtsgebieden:




Privaatrecht = recht tussen burgers
onderling. De overheid zal meestal in
publiekrecht vallen, maar als de overheid optreedt als een burger dan valt hij
onder privaatrecht.
- Materieel/formeel recht
 Materiele recht: geheel van rechten en plichten geboden (= iets wat je moet
doen) en verboden.
 Formele recht: handhaven van het materiele recht.

o Rechtsbronnen
- Vier rechtsbronnen:
1. Wet: welbewuste schepping van rechtsregels door staatsorgaan dat voor dit
doel is ingesteld.
 Wet in formele zin: de vaststelling van wetten geschiedt door de regering
en de Staten-Generaal gezamenlijk.
 Wet in materiele zin: een algemene, abstracte, burgers bindende
rechtsregel afkomstig van bevoegd overheidsorgaan.
 Wetten kunnen botsen, dus daarom is er een rangorde voor wetten:
 Hoog gaat voor laag (dus als een wet van een provincie botst met die
van de gemeente, dan gaat die van de provincie voor). Als dit geen
uitkomst biedt dan:
 Jong gaat voor oud. En dan pas kijken naar:
 Bijzonder gaat voor algemeen
2. Gewoonte
 Daarvoor moeten wel aan twee voorwaarden worden voldaan:
1) Uitwendig waarneembaar, dus je moet kunnen zien dat mensen steeds
iets wel doen of juist niet doen.
2) Door mensen ervaren rechtsplicht dat zij zo behoren te handelen
3. Jurisprudentie: geheel van uitspraken die door rechters zijn gedaan.
 Interpretatiemethoden:

,  Grammaticale methode: op basis van een definitie die is gegeven tot
een antwoord komen.
 Wetshistorische methode: dan ga je kijken naar de kamerstukken.
 Rechtshistorische methode: ruimer dan wetshistorisch, omdat je dan
niet alleen naar de wet gaat kijken.
 Systematische methode: dan ga je naar de plaats van de regel in het
geheel.
 Teleologische methode: dan kijk je naar de bedoeling van de regel.
Deze methoden helpen rechters om te komen tot een bepaalde uitspraak.
4. Verdrag: overeenkomst tussen landen met betrekking tot bepaalde
onderwerpen.

o Inleiding ondernemingsrecht
- Rechtssubjecten (drager van rechten en plichten):
1. Natuurlijke personen = personen van vlees en bloed (boek 1 BW)
2. Rechtspersonen (boek 2 BW)
- Ondernemingsvormen:
 Personenvennootschappen: samenwerkingsverbanden tussen partijen op
basis waarvan een onderneming wordt gedreven.
 Eenmanszaak
 Maatschap
 Vennootschap onder firma (vof)
 Commanditaire vennootschap (cv)
 Rechtspersonen (2:3 BW)
 Naamloze vennootschap (nv)
 Besloten vennootschap (bv)
 Vereniging
 Stichting
 Cooperatie
 Onderlinge waarborgmaatschappij
- Motieven voor rechtspersoonlijkheid: beperking aansprakelijkheid, continuïteit
(een natuurlijk persoon kan op een gegeven moment overlijden) en financiële
en fiscale motieven.
- De drie hoofdthema’s in ondernemingsrecht:
1. De juridische organisatie, de inrichting ervan: hoe steekt de interne structuur
van een onderneming in elkaar?
2. De vertegenwoordiging: wie mogen en kunnen voor de onderneming
transacties afsluiten?
3. De aansprakelijkheid

Hoofdstuk 1
‘Ondernemingsvormen’
o Bv
- Omschrijving van de bv in art 2:175 BW: rechtspersoon met een in een of meer
overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal. Voorwaarden: minimaal 1 aandeel
met stemrecht gehouden door een ander dan en anders dan voor rekening van
de vennootschap of een van haar dochtermaatschappijen. Nominale bedrag
moet worden gestort, maar dat mag dus ook 1 cent per aandeel zijn.
Eenpersoons-bv is een legaal verschijnsel.
 Het minimumkapitaal is voor de bv afgeschaft: in de statuten hoeft dus niet
het maatschappelijk kapitaal te worden opgenomen, er is geen plaatsingseis of
stortingsplicht.
- Motieven:

,  Geschikt voor kleinere ondernemingen, omdat er geen minimale
kapitaalvereiste is.
 Naast de vof is de bv een hele handige ondernemingsvorm om je bv als
mkb te drijven.
 Bv wordt gebruikt om concerns en joint-ventures structuur te geven.
- Oprichting: de bv wordt bij notariele akte opgericht. Kan worden opgericht door
een of meer personen. De akte van oprichting moet de statuten van de
vennootschap bevatten.
- Soorten aandelen:
 Rechten die stemrecht nog aanspraak op uitkering van winst of reserves
omvatten, worden niet als aandeel aangemerkt (2:190)
 Gewone aandelen: heeft stemrecht en dividendrecht.
 Stemrechtloze aandelen: geen stemrecht, maar wel dividendrecht.
 Winstrechtloze aandelen: wel stemrecht, maar geen dividendrecht.
 Aandelen met statutaire voorwaarden (2:192): kunnen aan aandelen
verschillende voorwaarden worden gesteld.
- Functies van aandelen:
 Vermogensfunctie: middel om vermogen aan te trekken. De
aandeelhouder brengt vermogen in en als tegenprestate van de bv krijgt
hij een of meer aandelen. De grootte van de inbreng is het nominale
bedrag waarvoor hij aandelen neemt.
 Zeggenschapsfunctie: stemrecht in de aandeelhoudersvergadering, hoe
meer aandelen hoe meer zeggenschap. De statuten kunnen bepalen dat
een aandeelhouder niet gerechtigd is tot uitoefening van het stemrecht
(2:228 lid 4).
 Winstverdelingsfunctie: ieder aandeel geeft recht op een gedeelte van de
winst (=dividend). Afwijkingen mogelijk (2:216 lid 6 en lid 7).
 Voor een aandeelhouder vervult een aandeel nog een belangrijke functie:
het is voor hem een vermogensobject, omdat het voor overdracht vatbaar
is (verhandelbaar).
- Beslotenheid van de bv: dit houdt in dat de door haar uitgegeven aandelen op
naam staan en bij vervreemding eerst moeten worden aangeboden aan
medeaandeelhouders (2:195)
 De statuten mogen de aandelenoverdracht vrijmaken, maar er is in de wet
aangegeven binnen welke grenzen die moet blijven (blokkeringsregelingen).
 Lid 5: de bepalingen vinden geen toepassing indien overdracht door die
bepalingen onmogelijk of uiterst bezwaarlijk is.
 Overdracht slechts via notariele akte
 Alle houders van aandelen in een bv dienen te worden opgenomen in een
register dat het bestuur van de bv moet bijhouden.
- Aansprakelijkheid: een aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor
hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht en is niet gehouden
boven het bedrag dat op zijn aandelen behoort te worden gestort in de
verliezen van de vennootschap (2:175)

o Nv
- Omschrijving in 2:64: kent een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal
(voor de bv is het maatschappelijk kapitaal facultatief). Het aandeel vervult
dezelfde functies als bij een bv. Bij een nv behoeven aandelen niet op naam te
luiden. Een nv mag ook aandelen aan toonders uitgeven die door hun aard vrij
overdraagbaar zijn. Als de aandelen niet op naam worden uitgegeven, dan hoeft
het bestuur geen register bij te houden.
- Motieven:
 Indien vennootschap beursvennootschap wenst te zijn.

,  De vennootschap een financiële onderneming drijft.
 De vennootschap aandelen aan toonder wenst uit te geven.
 Herkenbare structuur.
 Geschikt voor grotere ondernemingen, omdat er een startkapitaal geldt.
- Vereiste voor oprichting:
1. Oprichtingshandeling
2. Notariele akte (2:64 lid 2): hier staat de verklaring dat de oprichters de
vennootschap willen oprichten, de namen van de eerste aandeelhouders, de
bestuurders, eventueel commissarissen en het bedrag van het geplaatst
kapitaal en gestort gedeelte hierop in. De akte bevat ook de statuten. In de
statuten staat:
 De naam, de zetel en het doel is opgenomen (2:66).
 Het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het aantal, de nominale
waarde en het soort aandelen (2:67).
 De regeling voor het bestuur (2:134).
De akte moet worden ondertekend door oprichters/aandeelhouders.

3. Deelname kapitaal. Er zijn hierbij twee onderdelen waarop getest moet
worden:
1) Minimale kapitaal: dit is een bron waar schuldeisers gebruik van kunnen
maken.
 Minimum kapitaal (2:67 lid 2 en 3): maatschappelijk, geplaatst en
gestort kapitaal moeten minimaal 45.000 bedragen.
2) Minimaal kapitaalsverhouding. Bestaat uit:
 Maatschappelijk kapitaal (2:67): het maximumbedrag waarvoor
aandelen kunnen worden uitgegeven zonder statutenwijziging.
 Geplaatst kapitaal (2:67): het bedrag waarvoor daadwerkelijk
kaandelen zijn uitgegeven. 1/5 van het maatschappelijke kapitaal
moet geplaatst worden.
 Gestort kapitaal (2:80): het geplaatste kapitaal, voor zover aan de
stortingsplicht is voldaan. ¼ van de nominale waarde moet gestort
worden. Toonderaandelen direct volstorten (2.82 lid 3)
 Indien de minimale verhoudingen lager zijn dan minimale
kapitaalsvereiste, dan is het minimum het minimumkapitaal. Het hoogste
bedrag geldt.
 Inschrijving handelsregister moet wel gebeuren, maar is geen vereiste voor
de oprichting.
 Er is een permanent toezicht op rechtspersonen en hun ondernemingen
ingesteld.

o Organen
- Algemene vergadering van een vennootschap: bestaat uit alle aandeelhouders
en is de hoogste instantie van de vennootschap. Ze komt minstens eenmaal
per jaar samen. In de algemene vergadering wordt het beheer en de
vertegenwoordiging van een vennootschap gedelegeerd aan één of meer
zaakvoerders.
 Vaststellen jaarrekening (2:101/210)
 Bevoegdheid die niet bij bestuur ligt (2:107/ 217)
 Statuten wijzigen (2:121/ 231)
 Benoemen, schorsen en ontslaan bestuurders (2:132 en 134/ 242 en 244)
 (Nv/bv)
- Bestuur: college dat krachtens formele bevoegdheid de aangelegenheden van
een bepaalde organisatie leidt en regelt.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper adeboer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,98  3x  verkocht
  • (0)
  Kopen