Dit is een samenvatting van het vak Experimenteel- en correlationeel onderzoek.
Met deze samenvatting heb ik eenvoudig een 9.5 voor het tentamen gehaald.
Samenvatting Experimenteel- en correlationeel onderzoek
Week 1 – Correlaties en maten voor effectgrootte
Literatuur: Leary hoofdstuk 7
Howell hoofdstuk 9 (9.1 – 9.5 & 9.12) en hoofdstuk 10 (10.1 – 10.3)
Pallant hoofdstuk 16
Doelstellingen:
De student kent en begrijpt;
1. Het begrip correlatie en de correlatiematen
Een correlatie beschrijft het lineaire tussen twee (interval) variabelen
Pearson correlatie = r : gestandaardiseerde vorm van covariantie die het lineaire
verband beschrijft tussen een numerieke/kwantitatieve variabele en een
numerieke/kwantitatieve variabele (=interval & ratio)
Waarde Pearson correlatie ligt altijd tussen -1 en +1
Voordeel: makkelijker te interpreteren, want de waarde is NIET afhankelijk
van de meeteenheid
Factoren die Pearson r beïnvloeden: pas op voor;
o Niet-lineaire verbanden
o Uitbijters
o Heterogene subgroepen
o Restriction of range
Formules r =
Of
r √ N −2
Voor verdere berekening van t t (N-2) =
√1−r 2
Spearman’s Rho = rs : beschrijft samenhang tussen een ordinale en een ordinale
variabele
Voordeel van Spearman’s Rho t.o.v. Pearson r: Spearman’s Rho is NIET
gevoelig voor uitbijters = robuust tegen uitbijters en/of zwakke niet-lineariteit
Stappenplan Spearman’s Rho (rs )
1. Bepaal de rankscores van jurylid x en van jurylid y
2. Gebruik na het bepalen van de rangscores de oorspronkelijke waarden
niet meer
3. Bereken het gemiddelde rangnummer van x en het gemiddelde
N +1
rangnummer van Y x r=
2
4. Bereken Z-scores z=
x−x
st . dⅇv . √
st dev. = sr =
N ( N +1 )
5. Vermenigvuldig voor elke persoon de ZX met de ZY z x ∗z y
12
6. Tel alle ZrX * ZrY bij elkaar op Σ ZrX * ZrY
∑ z rx∗z ry
7. Bereken rs
n−1
1
, r √ N −2
8. Eventueel: bereken de t-waarde t (N-2) =
√1−r 2
Punt-biseriële correlatie = rpb : beschrijft samenhang tussen een dichotome en
kwantitatieve variabele
Berekening van rpb = berekening r (zie Pearson correlatie)
Phi Coëfficiënt = ϕ : beschrijft samenhang tussen twee dichotome variabelen
Berekening van ϕ = berekening r (zie Pearson correlatie)
AD −BC
ϕ=
√ ( A+ B ) ( C+ D ) ( A+C )( B+ D )
X = categorie 0 X = categorie 1 Totaal
Y = categorie 1 A B A+B
Y = categorie 2 C D C+D
Totaal A+C B+D N = A + B + C +D
2. de relatie tussen de waarden van ϕ en x 2in een 2 bij 2 kruistabel
N = aantal deelnemers (rechts onderin)
3. de onderlinge relatie(s) tussen rpb en tindep
= formule van Eta Squared
4. de assumpties voor het toetsen van een correlatiecoëfficiënt = significantietoetsing van
r
5. de H0 en Ha voor het toetsen van een correlatiecoëfficiënt
H0 : ρ=0
Ha : ρ ≠ 0 OF ρ>0 ; ρ<0
6. het begrip effectgrootte en de reden van toepassing hiervan
Correlatiecoëfficiënten r, rs, rp b en ϕ zijn effectmaten
De reden van toepassing: alleen significantietoetsing is te beperkt, omdat er
effecten kunnen worden gemist terwijl ze er wel zijn, of er wordt gesuggereerd
dat er een effect is, terwijl er geen effect is.
7. r en r2 als maten voor effectgrootte en hun voor- en nadelen
reffect : r, rs, rpb, ϕ
2
, Nadeel van gebruik correlatiecoëfficiënten als effectmaat: moeilijk te
interpreteren
o Probleem: wat betekent nu eigenlijk r = 0.60 ? r = 60 is NIET twee
keer zo groot als r = 0.30
o Oplossing: kwadrateer r r2
r2 = Coefficient of determination (COD) = proportie verklaarde variantie (VAF)
Voordeel: r2’s zijn vergelijkbaar
Nadeel, nog steeds kritiek:
o moeilijk te interpreteren
o geen informatie over richting (positief/negatief)
o kleine waarde r heeft tot gevolg een nog kleinere waarde van r2
o VAF soms 0 terug te brengen tot correlatie
8. het begrip proportie verklaarde variantie (VAF)
Proportie verklaarde variantie = VAF = het deel systematische variantie, dat wat
te verklaren is, t.o.v. de totale variantie (operationeel/concreet)
Formule VAF:
9. de vuistregels voor het interpreteren van maten van effectgrootte
Extra vanuit het college
Scatterplots = spreidingsdiagrammen
Richting (algemeen patroon)
Positief = hoge scores op variabele X gaan meestal samen met
hoge scores op variabele Y. En lage met lage (boven)
Negatief = hoge scores op variabele X gaan meestal samen met
lage scores op variabele Y. En lage met hoge (onder)
Sterkte (algemeen patroon): hoe meer punten op één lijn (rechte) lijn
liggen, hoe sterker het verband
Covariantie: maat voor sterkte
van samenhang
Afbeelding: van links naar rechts
neemt sterkte toe
3
, Vorm (algemeen patroon)
Lineair verband: de punten volgen ongeveer een rechte lijn (links)
Niet-lineair verband: de punten volgen totaal geen rechte lijn (rechts)
Uitbijters (afwijkingen): punten die duidelijke afwijken van het algemene
patroon
Probleem: uitbijters kunnen de sterkte van het verband beïnvloeden
LET OP: uitbijters niet zomaar uit de dataset verwijderen
Covariantie geeft informatie over de sterkte en de richting van de samenhang;
Interpretatie van covariantie
Groot positief getal sterke positieve samenhang
Klein positief getal zwakke positieve samenhang
Klein negatief getal zwakke negatieve samenhang
Groot negatief getal sterke negatieve samenhang
Nadeel: moeilijk te interpreteren, want de waarde is afhankelijk van de
meeteenheid
Formule Covariantie:
correlatie coëfficiënten met hun meetniveau
1. kwantitatieve variabele = numerieke variabele = interval of ratio
2. dichotome variabele = variabele met twee verschillende uitkomsten Bijv.
gezakt/geslaagd)
Vrijheidsgraden bij correlaties
Het aantal vrijheidsgraden bij de correlaties = N – 2 ( N = aantal deelnemers, in SPSS
wordt het vermeld in de correlatietabel)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michellevanzwieten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.