Ontwikkelingspsychopathologie – Samenvatting
Michelle van Zwieten
S2549522
College 1 – introductie in ontwikkelingspsychopathologie
ontwikkelingspsychopathologie = de wetenschappelijke discipline die onderzoekt hoe psychische
stoornissen ontstaan en zich ontwikkelen
normaal / abnormaal gedrag : wat is normaal / abnormaal gedrag?
Hoe beoordeel je of gedrag normaal of abnormaal is ? aan de
hand van: Je weet pas of iets abnormaal is als je weet wat
normaal is …
ontwikkelingsnormen 1.
culturele normen 2
gender normen 3
situationele normen 4
rol van volwassenen 5
veranderende kijk op “abnormaliteit” 6
schade / interferentie 7
Aan de hand van ontwikkelingsnormen kun je beoordelen of gedrag normaal/ abnormaal is
ontwikkelingsnormen = beschrijvingen van hoe kinderen zich over het algemeen
ontwikkelen, op het gebied van gedrag, emotioneel functioneren, sociaal functioneren etc.
Deze ontwikkelingsnormen zijn gebaseerd op :
Nature of Termen Uitleg Voorbeeld
abnormality
emerge (= zich Delay (= achterstand / Achterstand met
voordoen) vertraging) taalontwikkeling
WANNEER
Regression (= Iets wel al eerder ontwikkeld Zindelijk zijn, maar toch in
terugval) hebben, maar plotseling niet broek/bed plassen
meer vertonen
Occurrence (= Frequency (= Obsessief handen wassen (50
voorval) frequentie) keer per dag)
HOE VAAK
Intensity (= intensiteit) Wanneer is het te intens? als je Niet meer in het donker gaan
beperkt wordt in je dagelijkse slapen, omdat je bang bent
bezigheid als gevolg van dat er een spin je bed in
bijvoorbeeld een angst kruipt zonder dat je ‘m ziet
Persistence (= Je krijgt geen depressie- Gemoedstoestand bij een
aanhoudendheid) diagnose als je één dag een depressie : gedurende langere
keertje hebt gehuild van tijd een sombere
somberheid gemoedstoestand of andere
depressie-klachten
Inappropriate (= Ongepast gedrag vertonen in een Bang zijn voor dingen die
ongepast) bepaalde situatie. In die situatie helemaal niet eng zijn
is dat gedrag niet noodzakelijk
Form (= vorm) Changes (= Opvallende veranderingen Tijdens de kindertijd
WAT veranderingen) extravert, veel vriendinnen
en sociale activiteiten en
1
, gedurende puberteit /
adolescentie introvert, weinig
vriendinnen en weinig
sociale activiteiten
Several (= meerdere) Vertonen van meerdere Scheiding angststoornis
symptomen van een bepaalde (= separation anxiety
stoornis disorder)
Different (= anders) Kwalitatief anders Oogcontact maken, maar dan
op een andere manier, vaak
bij kinderen met een
autismespectrumstoornis
Culturele normen = gewoontes en (gedrags) regels van mensen uit een bepaalde cultuur of
samenleving. Exact hetzelfde gedrag kan in de ene cultuur gezien worden als normaal, terwijl
het in de andere cultuur wordt gezien als abnormaal.
bijv. voorbeeld uit college met zelfcontrole van kinderen uit klassen in VS en in Thailand :
docenten van een school in Thailand rapporteerden dat kinderen uit hun klas weinig zelfcontrole
hadden, terwijl docenten van een school in VS rapporteerden dan kinderen uit hun klas veel
zelfcontrole hadden. Echter bij onafhankelijke observatie van onderzoekers werd exact het
tegenovergestelde resultaat gevonden: kinderen uit Thailand hadden – in vergelijking met
kinderen uit de VS – meer zelfcontrole. Dit wordt veroorzaakt door de hogere eisen die worden
gesteld in Thailand dan in de VS op het gebied van zelfcontrole van kinderen.
Gender normen
bijv. voorbeeld uit college : als een jongen emotioneel is wordt dat sneller als abnormaal gezien
dan wanneer een meisje emotioneel is.
Situationele normen = gedrag is op dat moment / in die situatie gepast
bijv. kind met ADHD is hyperactief tijdens het speelkwartier of tijdens de gymles normaal
kind met ADHD is hyperactief tijdens rekenles abnormaal
rol van volwassenen = wanneer vinden ouders, leerkrachten, familie of vrienden het gedrag
dat wordt vertoond door het kind abnormaal. Wanneer wordt gezegd tegen de ouder door de
leerkracht “dit gedrag van je kind is niet helemaal normaal, en moet even in de gaten worden
gehouden”. Een kind komt niet zelf met het idee naar een psycholoog / arts te gaan
Veranderende kijk op abnormaliteit = verandering van beoordeling normaal / abnormaal over
tijd. Hoe zijn de criteria van de stoornissen in de DSM?
bijv. in DSM-3 (1980) : homoseksualiteit als stoornis geclassificeerd, echter in DSM-5 niet meer
schade / interferentie = klinisch leiden = wanneer jij of andere mensen last ondervinden van
het vertoonde gedrag
bijv. extreme intelligentie wordt niet zo snel gezien als abnormaal gedrag, want niemand
ondervindt er ongemak van
2
, Klinische benadering en empirische benadering
Klinische benadering :
DSM (= diagnostic and statistical manual of mental disorders)
ICD (= international classification of diseases) : vooral gebruikt in Verenigd-Koninkrijk
Volgens de klinische benadering : er is sprake van problematisch gedrag als … :
er sprake is van clustering van symptomen
de symptomen persistent, terugkomend, intens, excessief en onredelijk zijn
de symptomen klinisch leiden, significant ongemak / beschadiging veroorzaken
Sleuteleigenschappen van klinische benadering :
klinisch - afgeleid
categorisch : zwart/wit systeem : stoornis heb je wel of niet
algemeen gebruikt
veranderende conceptualisering van stoornissen in jonge mensen
Kritiek op klinische benadering :
over-gediagnosticeerd gedrag = er wordt te snel een diagnose gesteld
gebrek aan duidelijkheid en validiteit
gebrek aan duidelijke beslissingsregels
van een abstracte stoornis wordt vaak iets “echts gemaakt”
gebrek van context
gebrek aan ontwikkelingsverschillen (kind vs. volwassene)
Empirische benadering :
Sleuteleigenschappen van empirische benadering :
onderzoeks / statistisch - afgeleid
syndromen breedband en smalband CBCL-profiel (zie afbeelding)
dimensionaal : kwantitatieve verschillen CBCL-profiel (zie afbeelding) :
stoornis
gebruikt data van normatieve steekproeven : gebruiken van data van mensen uit
vergelijkbare groepen (bijv. allemaal 10 jarige jongens)
Klinische benadering Empirische benadering
DSM & ICD CBCL
Categorisch : stoornis heb je wel of niet Dimensionaal : ene symptoom van de stoornis
kun je vertonen, maar andere symptoom kan
uitblijven
Kwalitatieve verschillen tussen individuen Kwantitatieve verschillen tussen individuen
Gedrag komt samen voor, niet als iets Gedrag komt samen voor, niet als iets
onafhankelijks onafhankelijks
onderzoeken van de oorzakelijke verbanden
3
, ontwikkeling psychopathologisch perspectief = een framework om te begrijpen (en te
vergelijken) hoe abnormaal gedrag ontstaat in relatie met normaal gedrag
ontwikkelingspsychopathologie is een systeem framework = als je gaat kijken naar hoe
psychopathologie zich ontwikkelt dan wordt er gekeken via het bio-psycho-sociaal model:
biologisch : genetische processen, pre/peri/post-natal CNS-schade, temperament
psychologisch : leerervaringen, cognitieve processen, emotie-regulatie, executief
functioneren
sociaalcultureel : familie, leeftijdsgenoten, maatschappij en andere sociale contacten
risico factoren = factor die psychopathologische ontwikkeling (mede) kan veroorzaken
beschermende factoren = factor die bescherming biedt tot psychopathologische ontwikkeling
(of voorkomt)
weerstand / veerkracht (= resilience) = je hebt veel risico factoren, maar ondanks deze
risicofactoren ontwikkel je geen psychopathologie
Moderatie en mediatie
moderatie = de relatie tussen een predictorvariabele en een uitkomstvariabele is direct,
wordt sterker of kan van richting veranderen door een andere variabele. Dus in feite de
“waarde” van de modererende variabele bepaalt de sterkte van de relatie tussen de
predictorvariabele en uitkomstvariabele.
Bijv. :
mediatie = de relatie tussen een predictorvariabelen en een uitkomstvariabele wordt
verklaard door een ‘tussen’ variabele.
Bijv. dit voorbeeld kan ook in een moderatieschema kunnen passen, maar dan is de relatie tussen
armoede en psychopathologie minder sterk bij de mensen die niet worden blootgesteld aan geweld dan
bij de mensen die wel worden blootgesteld aan geweld.
directe- en indirecte invloeden vs. dichtbije en verreweg invloeden
directe- en indirecte invloeden : geconceptualiseerd in relatie tot de uitkomst
4