FARRINGTON, DEVELOPMENTAL AND LIFE-COURSE CRIMINOLOGY: KEY THEORETICAL
AND EMPIRICAL ISSUE (WEEK 2, HC 4)
HOOFDSTUK 10: WAT WERKT? BIJDRAGEN AAN HET TERUGDRINGEN VAN RECIDIVE
(WEEK 2, HC 4)
De uitvoering van strafrechtelijk beleid is in toenemende mate in het teken van effectiviteit komen te staan.
Justitieel ingrijpen wordt niet alleen beoordeeld op het al dan niet opleggen van straffen en de wijze van
executie, maar er moeten ook resultaten worden geboekt. De nadruk op effectiviteit is ook het gevolg van
toegenomen wetenschappelijke kennis over wat strafrechtelijke interventies (potentieel) effectief maakt. Veel
en vaak ook grootschalig onderzoek heeft daaraan bijgedragen. Die kennis kan worden benut bij het
ontwikkelen van nieuwe, effectievere interventies en bij het beoordelen van bestaande en nieuwe
programma’s, en vervolgens bij besluitvorming over voortzetting en invoering van, of juist stoppen met
bepaalde interventies. In dit artikel worden de voorwaarden waaraan interventies moeten voldoen om effectief
te zijn beschreven.
Begin jaren ‘70 van de vorige eeuw verscheen een artikel van Martinson over wat nou werkt (What Works?). Hij
deed daarin verslag van een overzichtsstudie naar de mate waarin verschillende behandelmethoden er in
slagen om gedetineerden zodanig te resocialiseren of rehabiliteren dat recidive wordt voorkomen of
teruggedrongen. Zijn conclusie: “With few and isolated exceptions, the rehabilitative efforts that have been
reported so far have had no appreciable effect on recidivism.” In de westerse wereld heeft Martinsons artikel
grote invloed gehad op het denken over strafrechtelijk interveniëren en het te voeren beleid. Het artikel wordt
vaak gerefereerd in termen van ‘nothing works’, omdat het soms grenzeloze geloof in behandel- en
verbeterbaarheid van delinquenten plaats maakte voor een realistischer kijk of pessimisme. Daarmee nam ook
de twijfel toe of behandeling van delinquenten wel voldoende bijdraagt aan de bescherming van de
samenleving. Tegelijkertijd gaf het een impuls aan andere, tegengestelde stromingen in het denken over
straffen, strafdoelen en detentie. Aanhanger van het abolitionisme en het herstelrecht voelden zich gesterkt in
hun opvatting dat de klassieke strafrechtelijke afdoening weinig zoden aan de dijk zette en ten onrechte alleen
maar aandacht voor de dader had. Dat gold nog sterker voor aanhangers van het rechtsvaardigingsmodel,
selectieve uitsluiting, afschrikking en vergelding. Het gevolg was dat de straftoemetingspraktijk harder werd en
repressiever. In de VS werd naar aanleiding van het artikel van Martinson (opgevat als ‘Nothing Works’) het
systeem van vaste minimumstraffen en het systeem van ‘Three strikes and you’re out’ ingevoerd. In Nederland
nam het vertrouwen in mogelijkheden van resocialisatie af. Martinson relativeerde een aantal jaren later zijn
conclusies: sommige behandelprogramma’s zouden wel degelijk leiden tot minder recidive.
De overtuiging dat strafrechtelijke interventies wel degelijk effectief kunnen zijn, begon in de jaren ’80 weer te
groeien. Deze heropleving is toe te schrijven aan het toegenomen onderzoek naar effectiviteit. Er verschenen
overzichtsstudies met meta-analyses, waarin effectevaluaties van strafrechtelijke interventies, gericht op
dadergroepen en dadertypen bijeen waren gebracht. Kenmerkend voor een meta-analyse is dat van elke
interventie zoveel mogelijk kenmerken worden gecodeerd en in één bestand samen worden gebracht. Centraal
staat de ontwikkeling van een algemene of gemiddelde effectgrootte. Dat is een uniforme maat waarmee de
effectiviteit van een interventie wordt uitgedrukt. Niet alle effectevaluaties worden in meta-analyses betrokken,
ze moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen:
- Ten minste één kwantitatieve deliquentiemaat (bijv. aantal aanhoudingen)
- Er dient sprake te zijn van een experimentele en een vergelijkingsgroep toewijzing at random
- Indien er geen random toewijzing is toegepast, moet in ieder geval de uitkomstvariabele zowel voor als
na de interventie zijn gemeten
, - Matching van experimentele en controlegroep op persoons- en delict kenmerken moet mogelijk zijn,
zodat de twee groepen met elkaar overeenkomen en vergelijking van de uitkomsten mogelijk en zinvol
is.
In de opzet van onderzoek kunnen verschillende niveaus van kwaliteit worden onderscheiden. Hierbij wordt
vooral gebruik gemaakt van de Scientific Methods Scale (SMS). De SMS onderscheidt vijf niveaus. Op het
laagste niveau wordt alleen gekeken naar de relatie tussen een interventie en een meting van criminaliteit op
één moment. Op het hoogste (vijfde) niveau is er sprake van een voor- en nameting, een experimentele en een
controlegroep en at random toewijzing. Verschillende niveaus kunnen ook worden onderscheiden als het gaat
om bedreiging van de interne validiteit, dat wil zeggen dat er een direct verband bestaat tussen de interventie
en de mate van criminaliteit. Op het hoogste niveau bestaat er geen twijfel over dat de interventie het
criminaliteitsniveau beïnvloedt en niet andersom. Op basis van de wetenschappelijke kracht en kwaliteit en
werkelijke uitkomsten kunnen interventies en preventieactiviteiten als effectief (what works), zonder effect
(what does not work), veelbelovend (what’s promising) en onbekend (what’s unknown) worden geclassificeerd.
Aan meta-analyses kan een aantal principes, criteria of voorwaarden worden ontleend die, afhankelijk van de
mate waarin daaraan tegemoet wordt gekomen, strafrechtelijke interventies meer of minder effectief of
veelbelovend maken. Deze voorwaarden luiden:
- Onvermijdelijkheid schrijft voor dat op ongewenst gedrag gegarandeerd een reactie volgt. Voor
betrokkenen mag er geen ontkomen aan zijn.
- Onmiddellijkheid een straf moet onmiddellijk op het gedrag volgen. Zo wordt het signaal dat iets
niet door de beugel kan direct gegeven. Dit impliceert dat er geen of slechts zeer beperkte tijd mag
verlopen tussen het gedrag en de straf.
- Van voldoende zwaarte de straf moet van aanvaardbare en passende intensiteit zijn. Te lichte
straffen maken te weinig indruk, maar te zware straffen worden als onrechtvaardig beschouwd en
roepen weerstand op.
- Gevarieerdheid bij toepassing van steeds dezelfde straffen treedt bij de betrokkene gewenning op en
wordt de straf niet meer, of minder als een negatieve prikkel ervaren. Het effect ebt weg en het gedrag
kan zich weer vaker voordoen.
- Begrijpelijkheid niet alleen in de zin van rechtvaardig, maar ook qua inhoud. Dat wordt bevorderd
als met de straf een relatie wordt gelegd met het ongewenste gedrag. Er hoort ook bij dat er
gedragsalternatieven worden aangeboden. Duidelijk moet worden gemaakt wat de betrokkene kan
doen en hoe hij zijn gedrag kan veranderen.
Met deze voorwaarden wordt duidelijk dat strafrechtelijke interventies vrijwel altijd problematisch zijn. Aan de
voorwaarden als onvermijdelijkheid en onmiddellijkheid wordt niet of zelden aan voldaan. De
ophelderingspercentages zijn laag (onvermijdelijkheid) en de doorlooptijden zijn lang (onmiddellijkheid). In
hoeverre strafrechtelijke reacties van voldoende zwaarte zijn is niet helemaal duidelijk. De situatie is gunstiger
voor gevarieerdheid en begrijpelijkheid. Er is een arsenaal aan straffen en maatregelen om uit te kiezen.
Taakstraffen, schadevergoeding en invulling van bijzondere voorwaarden kunnen de begrijpelijkheid
bevorderen.
Naast de hiervoor besproken algemene voorwaarden voor effectief straffen en corrigeren is er een reeks, deels
meer specifieke beginsel die strafrechtelijk ingrijpen effectiever (kunnen) maken. Ze worden aangeduid als de
What works-beginselen.
Risicobeginsel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nikkismits. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.