100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Volledige werkgroepuitwerkingen inleiding strafrecht €5,49
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Volledige werkgroepuitwerkingen inleiding strafrecht

 54 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit zijn de werkgroepuitwerkingen van de gehele cursus van inleiding strafrecht. Hierbij zijn de antwoorden volledig uitgewerkt tijdens de werkgroep en zijn voorzien van de juiste antwoorden.

Voorbeeld 4 van de 46  pagina's

  • 6 november 2023
  • 46
  • 2022/2023
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
Alle documenten voor dit vak (81)
avatar-seller
lincyschouten
Week 2
Opdracht 1: Vragen bij het arrest ‘Aanwezig hebben van cocaïne’
Lees het arrest HR 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:853 (Aanwezig hebben van cocaïne) en
beantwoord de vragen schriftelijk en gemotiveerd. Verwijs in je antwoord naar de relevante
rechtsoverwegingen. j

1: Formuleer de rechtsvraag in eigen woorden
Hadden de opsporingsambtenaren de verdachte cautie moeten verlenen voordat ze vroegen of hij
verdovende middelen bij zich had?

Uitwerking:
Hadden de opsporingsambtenaren de verdachte bij het staande houden cautie moeten verlenen
voordat ze verdere vragen stelden?
Vindplaats  r.o. 2.2.2, onder het kopje inleiding of onder het kopje conclusie

2: Zet de relevante feiten uiteen
De opsporingsambtenaren zagen in Den Haag een getinte man staan bij een portiek. Ze meenden de
man te herkennen als een bekende drugsgebruiker. Hij stond zonder redelijk doel bij een portiek
waardoor de ambtenaren hem staande hielden. Ze hebben hem de vraag gesteld of hij verdovende
middelen bij zich had. Toen hij antwoorden met alleen voor eigen gebruik moet hij deze harddrugs
inleveren. Tijdens de fouillering werden er geen attributen gevonden voor het gebruik van de drugs

Uitwerking:
De opsporingsambtenaren zagen in Den Haag een getinte man staan bij een portiek. Ze meenden de
man te herkennen als een bekende drugsgebruiker. Hij stond zonder redelijk doel bij een portiek
waardoor de ambtenaren hem staande hielden, want dit is verboden volgens de APV van Amsterdam.
Ze hebben hem de vraag gesteld of hij verdovende middelen bij zich had. Toen hij antwoorden met
alleen voor eigen gebruik moet hij deze harddrugs inleveren. Wegens het zeggen van bolletjes bij zich
te hebben (drugs) werd hij aangehouden. Tijdens de fouillering werden er geen attributen gevonden
voor het gebruik van de drugs.

3a: Welk cassatiemiddel is door de verdediging aangevoerd?
De verdediging stelde dat het hof ongemotiveerd het cautie verlenen verwierp. Deze hoefde voor het
hof niet verleend te worden, maar dit gebeurde ongemotiveerd (R.o.6). Ook zou het bewijs
ongemotiveerd zijn aangezien de ambtenaren stelden dat de voorwerpen voor misdrijven waren

Uitwerking:
Bovenstaande klopt

3b: Had de cautie volgens de A-G moeten worden verleend aan de verdachte?
Nee, want adviseert de Hoge Raad om het beroep te verwerven aangezien er n.a.v. onderzoeken in het
huis duidelijk bleek dat de verdachte de intentie heeft tot verkoop, afleveren, verstrekken en/of
vervoeren van gebruikershoeveelheden cocaïne. Vandaar dat de middelen falen. (R.o 2.4)

Uitwerking:
Ze zijn het eens met het hof. De vragen gingen niet over hetgeen waar hij voor werd staande
gehouden. Als je kijkt naar de vereisten van de objectiveerbaarheid:
De feiten en omstandigheden waren er niet voor een redelijk vermoeden van schuld, want dat ze hem
dachten te herkennen is niet genoeg voor een redelijk vermoeden.
Dus de vragen die waren gesteld was geen verhoor, want hij was nog geen verdachte van het
strafbare feit van de Opiumwet
Vindplaats  punt 8, 9, 13, 14 en 17

4: Hoe oordeelt de Hoge Raad in cassatie?

,De Hoge raad stelt dat er geen cautie gegeven moet worden (R.o. 2.3.1.) aangezien er geen sprake is
van een redelijk vermoeden van schuld (R.o. 2.3.2.)

Uitwerking:
Ze zijn het eens met het hof, want er was geen sprake van een redelijk vermoeden van schuld
Vindplaats  ?

5: Welk ander arrest dat deze week is voorgeschreven is vergelijkbaar met het arrest Aanwezig
hebben van cocaïne? Licht je antwoord toe.
Vergelijkbaar is HR plastic boodschappentasje. Het gaat in beide gevallen over of de cautie verleend
moest worden.

Uitwerking:
HR plastic boodschappentasje  De vraag is of er cautie verleend moest worden. Waren ze op dat
moment al te zien als verdachte, dus waren de vragen over de strafbare feiten
HR scherpe voorwerpen  ?

Opdracht 2: Casus De snelle fietser
Politieagenten Iris en Karlijn lopen een rondje door de Utrechtse binnenstad. Op een brug over de
Nieuwegracht ziet Iris Thomas praten met twee mannen. Iris kent deze twee mannen als verslaafden.
Zij ziet dat één van de mannen een gloednieuwe mountainbike aan Thomas laat zien en dat Thomas
de mountainbike en sleutels van hem overneemt. Thomas overhandigt op zijn beurt (slechts) een biljet
van €50. Als Iris en Karlijn het groepje naderen, schrikken de mannen. Ze houden op met praten en
gaan uit elkaar. De twee verslaafden lopen rustig weg. Iris ziet dat Thomas met een rood hoofd snel
probeert de sleutels weg te stoppen in zijn jaszak. Dat lukt niet. Thomas probeert er vervolgens op de
mountainbike als een haas vandoor te gaan, maar Iris trekt een sprintje en haalt hem in. Zij grijpt
Thomas in zijn kraag en houdt hem aan op verdenking van opzetheling van de mountainbike (artikel
416 Sr). Thomas wordt meegenomen naar het politiebureau voor verhoor. Later blijkt uit navraag in
de politiesystemen dat de mountainbike inderdaad als gestolen staat opgegeven.

1: Leg uit waarom het handelen van Iris als aanhouding en niet als staandehouding moet worden
gekwalificeerd.
De staandehouding (Art 52 Sv) gaat om het identificeren van een verdachte. Bij aanhouding buiten
heterdaad (Art 54 Sv) gaat het echt om een aanhouding van een verdachte van een misdrijf waarvoor
voorlopige hechtenis is. Het handelen van Iris is daarom een aanhouding aangezien er een redelijk
vermoeden van schuld is naar Thomas, dit maakt het al een verdachte.

Uitwerking:
Opzetheling = dat je weet dat je gestolen goederen in je bezit hebt of koopt
Schuldheling = je had het kunnen weten, maar je hebt niet genoeg erover nagedacht
1. Art 53 lid 2 Sv, doel van de aanhouding
2. Art 52 Sv, doel staandehouding
3. Dus hier wordt aan de aanhoudingsdoelen voldaan

2: Beoordeel de rechtmatigheid van de aanhouding van Thomas door politieagent Iris.
Het is rechtmatig van Iris aangezien ze Thomas op heterdaad heeft betrapt. Dan mag iedereen (dus
ook de politieagent) de verdachte aanhouden.

Uitwerking:
1. Art 128 Sv, is er sprake van heterdaad
2. Is het Art 53 of Art 54
3. Ze zien de opzetheling in heterdaad dus daarom Art 53 Sv
4. Art 53 Sv, de vereisten hierin zijn

, a. Er staat dat bij heterdaad eenieder bevoegd ertoe is. Dus Iris heeft rechtmatig
aangehouden
b. Het moet gaan om een verdacht volgens Art 27 Sv. Checken aan de 3 vereisten:
i. Degene is Thomas.
ii. Feiten omstandigheden zijn dat het bekend staat om deze drugshandel, het is
een laag bedrag, er is een overdraging zichtbaar, Thomas krijgt een rood
hoofd en probeert te vluchten. Net zoals in HR-Zeedijk (!)
iii. Strafbaar feit is heling
c. De voorgeleiding aan de (hulp)officier van justitie is gebeurd
d. Aan de wettelijke dingen zijn voldaan, zoals dat de aanhouding op heterdaad
rechtmatig zijn. Verder kijk je naar de beginselen van behoorlijke procesorde.
e. Subsidiariteit en proportionaliteit (HR Braak bij binnentreden)
i. Er zijn geen problemen met deze beginselen van behoorlijke procesorde, dus
aan voldaan
5. De aanhouding van Thomas door Iris is rechtmatig

Opdracht 3: Casus Het verloren oog
Op een vrijdagavond is Danielle op stap met twee vriendinnen in het centrum van Utrecht. Terwijl zij
aan het dansen zijn in danskroeg De Drie breekt een gevecht uit tussen twee vrouwen. Danielle
probeert ertussen te komen, maar dat wordt niet gewaardeerd. Eén van de twee vrouwen heeft een
gebroken bierglas in haar hand en steekt daarmee Danielle in haar oog. Deze steekwond is dermate
heftig dat ze naar het ziekenhuis moet en zelfs haar oog verliest. Natuurlijk doet Danielle, terwijl ze in
het ziekenhuis ligt, aangifte bij de politie. Gelukkig heeft Danielle de belaagster goed gezien
voorafgaand aan het incident en kan ze een duidelijke beschrijving geven van de vrouw. Met name
een opvallende tattoo van een zeearend op haar bovenarm en haar korte felblauwe haar kan zij zich
goed herinneren. De agent die de aangifte opneemt, maakt ook foto's van Danielle's letsel en voegt die
als bijlagen bij de aangifte.
Twee agenten besluiten de eigenaar en barman van de danskroeg De Drie te ondervragen, om zo meer
informatie in te winnen over de dader. De eigenaar legt een verklaring af dat hij Esther herkent in de
omschrijving. Zij is normaal gesproken een graag geziene gast en is zelfs één keer per maand DJ in
De Drie. De eigenaar meent haar ook op de vrijdagavond gezien te hebben. De officier van justitie
beveelt naar aanleiding van de ingewonnen informatie de aanhouding van Esther.
Een week later wordt Esther aan de hand van haar tattoo (die door het dragen van een shirt met korte
mouwen zichtbaar is) en haar haarstijl herkend door surveillerende politieagenten op het Janskerkhof.
Wanneer Esther merkt dat de politieagenten op haar afkomen, schrikt zij en rent zij weg. De agenten
halen haar in en Esther wordt aangehouden op verdenking van zware mishandeling (artikel 302 lid 1
Sr) en naar het politiebureau gebracht.

Eenmaal op het bureau wordt Esther voorgeleid aan de hulpofficier van justitie die na een eerste
verhoor, waarbij haar raadsman aanwezig was, beveelt dat Esther wordt opgehouden voor onderzoek.
Vervolgens wordt Esther een tweede maal verhoord door de hulpofficier van justitie. Ook bij dat
verhoor is een raadsman aanwezig. Esther geeft tijdens het tweede verhoor aan dat zij op
vrijdagavond niet in danskroeg De Drie was en al helemaal niemand heeft mishandeld. De
hulpofficier vindt haar verhaal inconsistent met de getuigenverklaringen van Danielle en de eigenaar
van De Drie. Hij beveelt de inverzekeringstelling van Esther voor de duur van drie dagen, zodat de
agenten haar nader aan de tand kunnen voelen.

1: Leg uit waarom hier sprake is van een aanhouding buiten heterdaad, en beoordeel of deze
rechtmatig is geweest.
Er is sprake van aanhouding buiten heterdaad aangezien Esther niet bezig is met het strafbare feit.
Het strafbare feit had ervoor al plaatsgevonden en nu komen ze haar enkel tegen op Janskerkhof. Of
het rechtmatig is gaat om de 3 voorwaarden waaraan moet zijn voldaan.
1. Esther moet als verdachte worden aangemerkt in de zin van Art 27 Sv. Het redelijke
vermoeden hierbij is de slachtofferverklaring van Danielle en de getuigenverklaring van de

, eigenaar van de danskroeg De Drie. Daniëlle geeft een verklaring van het uiterlijk waarna de
eigenaar bevestigd dat het Esther is.
2. Esther moet verdacht zijn van een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. Volgens
Art 67 Sv moet het gaan om een misdrijf waar minstens 4 jaar gevangenisstraf op staat.
Esther wordt aangehouden wegens zware mishandeling (Art 302 lid 1 Sr), hier staat een
gevangenisstraf van ten hoogste 8 jaar op. Dus het is een strafbaar feit waar voorlopige
hechtenis is toegestaan
3. Agenten hebben bevel gekregen van de OvJ daarmee voldoen ze aan Art 54 lid 2.
Aangezien aan alle voorwaarden is voldaan is het rechtmatig van de agente.

Uitwerking:
1. Art 128 Sv, heterdaad betekenis. Het is buiten heterdaad aangezien Esther niet meer bezig is
met het strafbare feit. Het is namelijk een tijd later dat dit plaatsvindt na de gebeurtenis.
2. Art 54 Sv vereisten nagaan
a. Opsporingsambtenaar is bevoegd met het bevel van OvJ
b. Het moet gaan om een verdachte in de zin van Art 27 Sv
i. Degene is Esther a.d.h.v. de verklaringen
ii. Feiten en omstandigheden zijn alle bestaande bewijsmiddelen zoals de
verklaring van de eigenaar van de bar. Er zijn foto’s van het letsel van
Daniëlle. Esther rent weg zodra ze de agenten ziet
iii. Strafbaar feit is zware mishandeling
c. VH-feit (misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten)
i. Art 67 lid 1 onder a Sv, algemene regel. Er moet minstens 4 jaar
gevangenisstraf voor zijn.
ii. Art 302 lid 1 Sr, zware mishandeling. Voor zwarte mishandeling staat 8 jaar
gevangenisstraf.
iii. Dus er is een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten
d. De voorgeleiding aan de (hulp)officier van justitie is gebeurd
e. Aan de wettelijke dingen zijn voldaan. Verder kijk je naar de beginselen van
behoorlijke procesorde.
f. Subsidiariteit en proportionaliteit (HR Braak bij binnentreden)
i. Er zijn geen problemen met deze beginselen van behoorlijke procesorde, dus
aan voldaan
3. De aanhouding van Esther is rechtmatig

2: Beoordeel de rechtmatigheid van het bevel tot inverzekeringstelling van Esther. Je mag, ongeacht
je antwoord op vraag 1, ervan uitgaan dat de aanhouding rechtmatig is geweest.
Bij inverzekeringstelling gaat het erom dat er een strafbaar feit moet zijn waarbij voorlopige
hechtenis is toegestaan. Dit is zo (zie vraag 1 punt 2). Ook moet het in belang van het onderzoek zijn,
dat is het in dit geval aangezien de mishandeling onderzocht moet worden.

Uitwerking:
1. Art 57 + Art 58 Sv, inverzekeringstelling, gevallen en duur. De vereisten zijn
a. OvJ en hulp OvJ zijn bevoegd
b. Het is een verdachte in de zin van Art 27 Sv (zie vorige vraag)
c. Het is in het belang van het onderzoek. Ze willen Esther nog langer verhoren
aangezien ze ontkent Daniëlle te hebben mishandeld. Dit is dus verder onderzoek
doen, wat in het belang van het onderzoek is.
d. Het moet een VH-feit zijn (zie vorige vraag)
e. Er wordt aan de duur gehouden want het is 8 uur
f. Aan de wettelijke dingen zijn voldaan. Verder kijk je naar de beginselen van
behoorlijke procesorde.
g. Subsidiariteit en proportionaliteit (HR Braak bij binnentreden)
i. Er zijn geen problemen met deze beginselen van behoorlijke procesorde, dus
aan voldaan

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lincyschouten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53920 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd