100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Training/Werkgroep Methodologie - GZW1023 Blok 3 Introductie Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden €4,49   In winkelwagen

Antwoorden

Training/Werkgroep Methodologie - GZW1023 Blok 3 Introductie Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden

16 beoordelingen
 528 keer bekeken  6 keer verkocht

Bevat alle vragen en antwoorden van de training Methodologie (werkgroep 1 t/m4). Alle vragen zijn nagekeken en kloppen dus. De antwoorden zijn voorzien van duidelijke berekeningen en extra uitleg! Deze samenvatting is ook verkrijgbaar in een bundel met de samenvatting van alle taken en colleges van...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 6 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 15  pagina's

  • 12 december 2017
  • 11 januari 2018
  • 15
  • 2016/2017
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (1)

16  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: merlevrancken • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: gulsah59 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: marinhartjes • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: kimwigger • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: bjornbeeren • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: qwijshoff • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hayatbououich • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
botunissen
Training Methodologie
Uitwerkingen werkcolleges
Werkcollege 1

OPGAVE 1
a. Wat is de cumulatieve incidentie in het eerste jaar? En in het tweede, derde, vierde en
vijfde jaar? En in het 6e + 7e jaar? Neem aan dat geen van de deelnemers aan het
onderzoek uitgevallen is.

De formule voor de cumulatieve incidentie is:
CI = (N nieuwe ziektegevallen / totale populatie at risk) x 100%

Dus de cumulatieve incidentie voor:
Follow upjaar1 = (.852) x 100% = 0,028% per jaar = 2,81 x 10-4 per jaar.
Follow upjaar2 = (40 / (120.852 – 34)) x 100% = 0,033% per jaar
Follow upjaar3 = (41 / (120.852 – 34 – 40)) x 100% = 0,034% per jaar
Follow upjaar4 = (48 / (120.852 – 34 – 40 – 41)) x 100% = 0,040% per jaar
Follow upjaar5 = (51 / (120.852 – 34 – 40 – 41 – 48)) x 100% = 0,042% per jaar
Follow upjaar6/7 = (68 / (120.852 – 34 – 40 – 41 – 48 – 51))/1,3 x 100% = 0,043% per jaar.

b. Gemiddelde jaarlijkse cumulatieve incidentie:
(.8520 x 100% = 0,23%
0,.3 = 0,037%

c. Voordat je deze aanname mag maken moet je nagaan of er sprake is van een gesloten
cohort. Het kan namelijk zo zijn dat er iemand gestopt of overleden is. In dat geval is er
sprake van loss to follow-up. De kans hierop is in dit voorbeeld erg groot, aangezien er
een heel groot cohort wordt gevolgd en dit cohort wordt ook erg lang gevolgd (6 jaar).
Als er sprake is van loss to follow-up moet er gebruik worden gemaakt van de
incidentiedichtheid, waarvoor de persoonstijd van iedere deelnemer bekend moet zijn.

OPGAVE 2:
a. Er is sprake van een open/dynamische populatie. Ieder jaar komen er nieuwe leden bij en
stoppen er leden.

b. 101 – 105 = 2 gezonde persoonsjaren
204 – 210 = 6 gezonde persoonsjaren
301 – 310 = 10,5 gezonde persoonsjaren
401 – 410 = 24,5 gezonde persoonsjaren
501 – 507 = 13,5 gezonde persoonsjaren
601 – 604 = 7,5 gezonde persoonsjaren
701 – 705 = 8,5 gezonde persoonsjaren
801 – 804 = 3,5 gezonde persoonsjaren

, Totaal: 76 gezonde persoonsjaren

c. 11 nieuwe gevallen.

d. Incidentiedichtheid = (N nieuwe ziektegevallen in periode P x persoonstijd)
Persoonstijd = personen x tijd ‘at risk’

ID: 11/76 = 0,14 per jaar

Opmerking: in de vraag had moeten staan: bereken de ID per persoonsjaar.

e. Nee, je gebruikt de cumulatieve incidentie wanneer er sprake is van een gesloten
populatie of van een cohort. In deze opdracht is er sprake van een open/dynamische
populatie, aangezien er steeds nieuwe leden bijkomen en ‘oude’ leden zich kunnen
uitschrijven. Daarom gebruik je in dit geval de incidentiedichtheid.

f. Prevalentie = (N ziektegevallen / N populatie) x 100%

In het eerste jaar bestaat de populatie uit 25 personen, waarvan er 5 ziek zijn:
Puntprevalentie = x 100% = 20%

g. (11 + 2) / (76 + 12,5) = (,5) = 0,15 per jaar

Uitleg: Het aantal ziektegevallen neemt toe met 2 (worden opnieuw ziek), waardoor het
aantal nieuwe ziektegevallen dus 13 wordt (11 + 2). Het aantal gezonde persoonsjaren
was 76, maar nu is iedereen slechts een half jaar ziek (dus zouden er 13,5 gezonde
persoonsjaren bijkomen), maar er zijn twee personen die opnieuw ziek worden dus er
komen maar 12,5 (13,5 – 0,5 – 0,5) gezonde persoonsjaren bij (76 + 12,5 = 88,5)

OPGAVE 3:
a. De incidentie van prostaatkanker neemt in de periode van 1989-2009 licht toe, met
uitzondering van 2004-2005, hier is een lichte daling te zien.

b.
- Er wordt door de jaren heen meer gebruik gemaakt van screening. Vroegtijdige
opsporing zorgt ervoor dat er prostaatkanker eerder wordt gediagnosticeerd,
waardoor de incidentie (eerder) omhoog gaat.
- De stijging in de jaren ’90 is ook deels toe te schrijven aan de publieke
bewustwording van prostaatkanker.

c.
- Vroegdiagnostiek.
- Vergrijzing – relatief meer ouderen mannen, waardoor het risico op prostaatkanker
ook relatief groter wordt.
- De hoeveelheid selenium in de voedingsbodem.

OPGAVE 4:

, a. Bereken voor deze populatie de punt-prevalentie van dementie op 1 januari 2004.

Puntprevalentie op 1 januari 2014 = () x 100% = 8,3%

b. Voor het berekenen van de periodeprevalentie bereken je eerst de mid-termpopulatie:
- Het aantal inwoners met dementie eind 2004 = 50 + 12 = 62.
- Mid-termpopulatie van 2004 = (600 + 580) / 2 = 590

Periodeprevalentie = (62 /590) x 100% = 10,5%

c. Er is sprake van een open/dynamische populatie, doordat er door sterfte een afname is
van 160 personen. Toch neemt de totale populatie in 2004 slechts met 20 af. Dit wijst
erop dat er gedurende het jaar nieuwe mensen bij komen in het verzorgingstehuis.

d. ID = (12 / (544 x 1)) = 0,022 per jaar

Uitleg:
- Het aantal nieuwe ziektegevallen in 2004 is 12.
- Het aantal inwoners op het begin is 600. Hiervan zijn er 50 niet ‘at riks’, want deze zijn
al ziek en kunnen de ziekte dus niet meer krijgen. Je beginpopulatie is dus 600 – 50 =
550.
- Je eindpopulatie is 580. In totaal zijn er in 2004 20 personen met dementie gestorven.
Deze 20 personen hadden allemaal al dementie aan het begin van het onderzoek. Er
zijn dus nog 30 personen die op het begin van 2004 niet ‘at risk’ waren. Verder
hebben er 12 mensen al dementie op 1 januari 2005, die je ook niet meeneemt in je
berekening. Je eindpopulatie ‘at risk’ is dus 538 (580-30-12 = 538).
- De mid-termpopulatie is (550 + 538) / 2 = 544.

OPGAVE 5:

1. Door deze verschillende methoden gaan mensen minder snel dood aan hartziekten en
worden ze dus ouder. Hierdoor heb je dus ook mensen meer mensen met hartziekten.
Deze methoden zijn niet in staat hartziekten te genezen, maar zijn wel levensverlengend.
De ziekte is als het ware chronisch geworden waardoor de prevalentie dus toeneemt.

2. Het gaat om verhoudingen binnen de groep. Het kan zijn dat bijvoorbeeld de
leeftijdsgroep van 65-70 jaar de grootste leeftijdsgroep is (door vergrijzing). Hierdoor is
het ook logisch dat pancreaskanker hier absoluut het vaakst voorkomt.
Maar dit hoeft niet per se te betekenen dat het risico in deze groep ook het hoogste is.
Hiervoor moet je kijken naar het relatieve risico. Het risico neemt toe met de leeftijd.

3. Het letaliteitspercentage is de proportie van de patiënten met een bepaalde aandoening
die ten gevolge van die aandoening sterft. Hart- en vaatziekten komen over het algemeen
vaker voor dan kanker en kunnen dus een lager letaliteitspercentage hebben (grotere
noemer). Hoewel het letaliteitspercentage dus lager is kan de doodsoorzaak van hart- en
vaatziekten groter zijn omdat veel meer mensen het hebben en er dus ook veel meer
mensen aan kunnen komen te overlijden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper botunissen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  6x  verkocht
  • (16)
  Kopen