Volledige en uitgebreide samenvatting van de cursus Farmacologie van Prof. Minne Casteels, Hugo Vankelecom en Chris Ulens. Notities van slides van andere proffen ook inbegrepen. Aangevuld met eigen notities. Zeer goede punten behaald (18/20)
Deel 2: Transmissie in het perifeer en autonoom ZS
1. Cholinerge transmissie
1.1 Anatomie
in het perifeer ZS komt ACh voor als NT in:
- autonoom ZS
- parasympathisch ZS: ganglia en alle neuro-effectorjuncties
- orthosympathisch ZS: ganglia en enkele neuro-effectorjuncties (bv
zweetklieren)
- enterisch ZS
- neuromusculaire junctie van het motorisch ZS
1.2 Synthese, vrijzetting en afbraak van acetylcholine
1. aanmaak in cytoplasma vh zenuwuiteinde
2. acetylatie choline: acetyl van acetyl-CoA naar choline oiv CAT
3. ACh opgeslagen in secretiegranulen
4. vrijgezet in synaps door exocytose bij depolarisatie
5. stimulatie postsynaptische receptoren
6. werking w beïndigd door hydrolyse tot choline oiv cholinesterase
7. heropname choline door actief transport in presynaptisch zenuwuiteinde
transductiemechtanisme
- opening van een direct-receptor-gekoppeld kationenkanaal → zeer snelle
depolarisatie
- moet terug verwijderd worden uit synaps anders desensitisatie
→ door AChE: splitst Ach in acetaat en choline
Muscarinereceptoren
zie schema p5
1.4 Activatie van cholinerge transmissie
→ door toediening receptoragonisten
→ door afbraak van endogeen acetylcholine te inhiberen door cholinesterase-
inhibitoren →
conc ACh thv neuro-effectorjunctie stijgt
Farmacologische effecten
Farmacologische effecten gemedieerd door muscarinereceptoren
1. oog
- contractie van m. constrictor pupillae (M3) verwekt miosis
1
, - contractie van m. ciliaris (L3) : accomodatie om dicht te zien
2. speekselklieren
- secretie stijgt (M3)
3. Neusslijmvlies (nasofarynxklieren) en traanklieren
- secretie stijgt (M3)
4. longen
- secretie stijgt
- bronchoconstrictie M3
5. hart
- sinusknoop: - F daalt M2
- atriale spier: contractiekracht daalt
- AV-knoop: negatief dromotroop effect M2 en evtl AV-block
6. gastrointestinaal
- secretie van maag (zuur M3) en darmen (M3) stijgt
- motiliteit stijgt M3
- relaxatie vd sfincters: reeds bij normale dosis krampen en diarree
7. blaas
- contractie fundusspier M3
- relaxatie sfincter M3
8. genitaal
- erectie
9. bloedvaten
- sommige bloedvaten vd huid en de skeletspieren ondergaan lichte
vasodilatatie owv vrijzetting NO uit endotheelcellen
- NO relaxeert GSC
10. CZS
- aanwezigheid van effect hangt af vd doorgankelijkheid doorheen BBB
Farmacologische effecten gemedieerd door nicotinereceptoren
- ganglia van het AZS
- wisselende para- en orthosympathische effecten
- thv CV stelsel overheersen orthosympathische effecten (tachycardie en
vasoconstrictie met stijgende BD)
- hogere dosering verwekt depolarisatieblok → BD val, shock en
spierverlamming
- Neuromusculaire junctie
- normale dosering: geen effect bij normale personen maar verhoging vd
spierkracht bij patiënten met myasthenia gravis
- hogere dosering: spierfasciculaties of spiertrekkingen
- zeer hoge dosering: depolarisatieblok met slappe spierverlamming (=
cholinerge crisis)
Stoffen en hun klinische indicaties
Muscarinereceptoragonisten
→ geen die selectiviteit vertonen voor M1 M2 of M-subtypes
→ sommige activeren ook nicotinereceptoren
2
,Acetylcholine:
- korte plasma t1/2
- afgebroken in het plasma door aspecifieke esterasen (pseudocholinesterasen)
- langs algemene weg niet gebruikt
- lokaal gebruçik in oogheelkunde: inductie miosis tijdens operaties
Pilocarpine:
- specifieke muscarinereceptoragonist
- minder gemakkelijk afgebroken dus langere werkingsduur
- tertiair amine en gaat door BBB → centrale effecten
- lokaal in het oog als mioticum
- alternatieve indicatie: monddroogte door onvoldoende speekselsecretie →
per os
Carbachol:
- derivaat van ACh met muscarine- en nicotinereceptoragonistische werking
- minder snel afgebroken dan ACh
- enkel peroperatief lokaal gebruik in oog als mioticum
Betanechol:
- derivaat van ACh maar meer specifiek voor muscarinereceptoren
- bij postoperatieve urineretentie of blaasatonie bij neurologische aandoeningen
Nicotinereceptoragonisten, rookstop en e-cigarettes
nicotine
- is sociaal aanvaarde drug in tabak
- zeer giftig
- intoxicaties bij kinderen
poging tot rookstop:
- nicotine-substitutie
- bupropion (contraindicaties epilepsie en associatie met MAO inhibitor)
- varenicline (niet meer beschikbaar): partiële agonist vd neuronale nicotine receptor
Cholinesteraseremmers: neostigmine, pyridostigmine en fysostigmine
- inhiberen afbraak van ACh → conc stijgt met theoretisch een effect thv alle
synapsen en effectorjuncties waar ACh een NT is
- normale doses: ChE-remmers dringen weinig door in de ganglia → weinig
ganglionstimulerende effecten
- afhankelijk vd indicatie: geladen quaternaire of ongeladen tertiaire aminederivaten
Werkingsmechanisme AChE: 3 stappen:
1. binding ACh aan het enzym via de anionische plaats
3
, 2. ACh wordt gehydolyseerd door de esteraseplaats en het enzym wordt geacetyleerd
op de OH groep van een serine
3. hydrolyse van het acetyl-enzym (spontaan en heel snel)
→ ChE-remmers treden in competitie met ACh op de anionische- en/of de
esterase-plaats
→ ACh wordt minder snel afgebroken en conc stijgt in de synaptische ruimte
→ 2 soorten cholinesterase remmers:
1. reversibele: inhiberen enzym op reversibele wijze en werken minuten-uren
2. irreversibele: inactiveren enzym op irreversibele wijze, werken dagen-weken want
nieuw enzym moet aangemaakt worden en aanmaakproces is traag
Reversibele cholinesterase remmers werken volgens verschillende mechanismen:
1. treden alleen in competitie door binding aan anionische plaats
→ quaternaire N groep bindt anionische site
→ werkingsduur is kort
→ t1/2 is enkele minuten
2. binden thv de anionische plaats en interageren thv esterase-plaats
→ dragen een carbamyhlester dat in eerste stap gesplitst wordt door
esterase
→ bv neostigmine, pyridostigmine
→ in tweede stap wordt enzym gecarbamylerd op de OH vh serine en
nadien
opnieuw gehydrolyseerd
→ hydrolysesnelheid vh carbamylenzym is 10^6 keer trager dan die van
acetylenzym
→ trage maar spontane hydrolyse
→ esteraseplaats blijft lang bezet door carbamylgroep → enzymatische
activiteit
langdurig uitgeschakeld
3. fysostigmine = tertiair amine en bindt niet aan de anionische site
→ bevat carbamylester en werkt dus zoals neostigmine door
carbamylering vd
esteraseplaats
Irreversibele cholinesteraseremmers
- vooral organofosforverbindingen die enzym op esteraseplaats fosforyleren
- fosforylering is irreversibel → werken dagen tot weken
- nieuw enzym moet aangemaakt worden = traag
- meerdere van deze stoffen dringen door de BBB
- komen voor in insecticiden bv parathion en in neurotoxische oorlogsgassen bv sarin
- kunnen levensbedreigende intoxicaties verwekken
intoxicatie kan dodelijk zijn → verstikking door
- bronchospasme en bronchiale hypersecretie
- paralyse vd ademhalingsspieren
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lieketh87. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €30,49. Je zit daarna nergens aan vast.