Samenvatting Historische Criminologie
Hoorcollege 1: Waarom en hoe het verleden bestuderen?
Wat is geschiedenis?
Er bestaan behoorlijk uiteenlopende uitspraken over wat geschiedenis is → Een poging tot definitie is
gelukkig mislukt
Het onderscheid tussen het ‘verleden’ en ‘historisch onderzoek’:
Geschiedenis = Het verleden & historisch onderzoek/geschiedschrijving
Het verleden = Al wat vroeger heeft plaatsgevonden
o Eigenlijke gebeurtenissen onmogelijk worden teruggehaald door historici
Historisch onderzoek = Datgene wat geschreven of opgetekend wordt over het verleden
o Je zal altijd moeten ‘lezen’ → Constructie van taal en tekst
o Je bestudeert vaak niet het verleden, maar wat anderen erover te zeggen hebben →
1 historisch werk = 1 lezing/interpretatie van het verleden
o Bepaalde groepen, personen, sociale klassen en gebeurtenissen uit het verleden zijn
systematisch weggelaten (vrouwen)
Rol van het verleden:
“History in the wider sense is all that has happened, not merely all the phenomena of human life, but
those of the natural world as well. It is everything that undergoes change; and as modern science has
shown that there is nothing absolutely static, therefore, the whole universe, and every part of it, has
its history” (1911 – Encyclopædia Britannica)
Ons persoonlijke verleden en interpretatie daarvan vormt onze identiteit
o Het verleden is geen objectief gegeven, maar het product van interpretatie
Het menselijk bewustzijn is tijdelijk = Vanuit het verleden gericht op de toekomst
o Wij ervaren het heden het meest direct, maar het heden is een punt waar verleden
en toekomst elkaar ontmoeten
Het collectieve verleden vormt ook de identiteit van groepen, samenlevingen etc.
o Het collectieve verleden leeft voort in tradities en gewoonten
→ Denk aan de gevolgen van de Wereldoorlogen
Waarom bestuderen we het verleden?
“Geschiedschrijving hoeft niet nuttig te zijn”
Duitse school (Ranke): Verleden bestuderen omwille van zichzelf
o Aangeven hoe het verleden is geweest (“wie es eigentlich gewesen”)
o Zo trouw mogelijk reconstrueren
o Kritiek: ‘de’ objectieve werkelijkheid bestaat niet
Postmodernisme: Verhalen maken die mensen amuseren
o Het verleden kan niet in zijn totaliteit worden gereconstrueerd dus
o Alle mogelijke verhalen mogen worden geschreven (“anything goes”)
o Kritiek: Naïef en onverantwoord want bepaalde verhalen hebben meer macht dan
andere en de invloed ervan op samenlevingen wordt vaak onderschat of genegeerd
(totalitaire regimes, censuur)
Boeiende en intellectueel verruimende activiteit voor historici dat zorgt voor werk en status
o Eigenbelang
o Kritiek: Bewust manipuleren door historici (of andere wetenschappers, politici etc.)
Machtsvergaring/machtsbehoud, controle en beïnvloeding
Ideologische motieven → Toe-eigening van ‘de’ geschiedenis door
verschillende groepen
“Owning history … has become something of a battleground, especially for those with ideological
agendas that arguably include most people who set out to record history … Jews and Arabs tell very
different stories about the creation of the State of Israel and about the subsequent history of the
,Palestinian people”
Daniel Lord Smail (deep history – Harvard): “I work under the assumption that history is not a
political science designed to explain the present. It is an anthropological science designed to
help us understand humanity”
Wat is de bijdrage/waarde?
1. Beschrijven
→ Oude Duitse school
Voorkomen dat we het verleden vergeten (Holocaust)
Lessen trekken uit het verleden die relevant zijn voor hedendaags handelen
→ Voorbeeldfunctie
o Maar: “The one thing we have learned from history is that we don’t learn
from history” (Winston Churchill)
Aanbrengen van nuance en het doorprikken van mythen (kritisch analyseren en in
juiste perspectief plaatsen)
2. Verklaren = Op zoek naar oorzaken en verklaringen van veranderingen door de tijd heen
→ Via het verleden het heden/actuele problemen beter begrijpen
Wederkeren van patronen in analoge situaties, waarbij op analoge wijze wordt
gereageerd op dezelfde op vergelijkbare uitdagingen
o Maar: Het heden is nooit een herhaling van het verleden
Inzicht verwerven in onderlinge samenhang tussen politieke, economische, sociale en
culturele fenomenen – ontwikkelingen – maatschappelijke transformatieprocessen
o Besef van complexiteit en een breder blikveld
o Kritischere kijk → Tegenwicht voor common sense verklaringen en
stereotiepe denkwijzen
Verwachtingshorizon van de toekomst aftekenen / marges waarbinnen toekomstige
ontwikkelingen zich zullen afspelen
o Beter beeld krijgen van wat in de toekomst zou kunnen gebeuren/werken en
wat niet
o Relevant bij beleidshervormingen en -oplossingen voor actuele
maatschappelijke kwesties
→ Soms worden ‘oude’, weinig succesvolle oplossingen als nieuw
voorgesteld
Beperkingen
Historici zelf zijn niet vrij van common sense en stereotypen
Geen pasklare antwoorden op actuele vraag ‘what works?’
o Maar wel: ‘what does not work?’
Geen toekomstvoorspellingen mogelijk
o Maar wel: ‘verwonderd omkijken’ = afbakenen van mogelijkheden van toekomstige
veranderingen op basis van ervaringen uit het verleden
Opgelet voor overdreven determinisme… Het verleden beïnvloedt de toekomst maar bepaalt
die niet
Historici, hun ‘feiten’ en interpretatie
Bij elke stap in de keten: interpretatieproblemen´→ Hoe verhoudt het verhaal van de historicus zich
uiteindelijk tot de oorspronkelijke feiten/gebeurtenis?
,Van feit naar bron:
Iedereen die registreert of waarneemt, interpreteert tegelijkertijd (geen objectief feit meer)
o Feiten en uitspraken over feiten zijn niet hetzelfde
Uitspraken over feiten zijn bepaalde interpretaties waarbij bepaalde
aspecten worden belicht of geselecteerd (onthoofding Lodewijk: moord vs.
terechtstelling)
Dit wordt gedaan met begrippen → Taal is dus geen spiegel van de
werkelijkheid maar biedt een bepaald referentiekader waardoor we de
werkelijkheid waarnemen
o Volledige objectiviteit is onmogelijk, subjectiviteit is onvermijdelijk
We maken een selectie van de feiten, een interpretatie
Dit is een kernprobleem voor historici:
Historici willen een zo betrouwbaar mogelijke reconstructie een niet meer bestaande
werkelijkheid creëren
Historici zijn volkomen afhankelijk van sporen van het verleden
o Alle overblijfselen of sporen van menselijke activiteit kunnen bronnen zijn
Bronnen zijn echter geen ‘ruwe’ feiten, maar al een interpretatie van feiten
Falsa en bronnenmanipulatie:
Van alle tijden en in alle soorten
Motieven: Van kwaadopzet tot slordigheid of goede bedoelingen
Vervalsingen op het spoor komen is moeilijk: Let op materiaal, taalgebruik, technische
kenmerken, inhoudelijk inconsequenties etc.
Voorbeelden:
o Kunstvervalsingen
o Foto van Amerikaanse mariniers die hun vlag hesen op Japanse grond
o Verdwijning van medestanders in de foto van Lenin
Rol van historici:
Historici ordenen hun feiten en proberen oorzakelijke verbanden te leggen
o Opnieuw interpretatie
Keuze van een specifieke invalshoek of benadering (stromingen)
o Economische historici: Industrialisering → Verstedelijking → Bevolkingsdruk + andere
sociale problemen → Toename criminaliteit in steden
o Stadshistorici: Verstedelijking → Industriële centra rond steden → Migratiestroom →
Slechte leefomstandigheden → Toename criminaliteit in steden
Bronnen kunnen onbetrouwbaar zijn
Allemaal interpretatie?
Niet allemaal… Enkele spelregels van de historische bewijsvoering
Kritische juxtapositie van de bronnen
o Verschillende, onafhankelijke bronnen met elkaar vergelijken en confronteren
, o Het afwegen van getuigenissen van onafhankelijke bronnen
o Principes van Bernheim & Langlois-Seignobos
o Maar:
Mythe van de unanimiteit (kunnen allemaal liegen)
Woord tegen woord (welke bron heeft het meeste gezag?)
Falsificatietechniek (Popper) = Hypothese blijft in stand totdat ze wordt weerlegd
Redeneringen in het negatieve opleggen
o Redeneringen opbouwen op basis van het (opzettelijk) zwijgen van een bron
o Maar: Bronnen zwijgen wel vaker onopzettelijk
Hoorcollege 2: Ontmoetingen tussen criminologen en historici
Criminologie en geschiedenis
“the most interesting criminology arises at the point that history and criminology meet”
(P. Knepper, 2013)
Steeds meer ontmoetingen (conferenties)
Historische criminologie erkend als subdiscipline
Toch blijft echt interdisciplinair werk nog beperkt → Te verschillend?
Criminologen Historici
Geschiedenis moet relevant zijn voor Terughoudend in het formuleren van
heden commentaar op het heden
Verklarende modellen die de toekomst Begrijpen van de betekenis van
anticiperen (futurisme) gebeurtenissen in het verleden
Aanbevelingen voor beleid
Onderzoek vanuit theorievorming / Theorieën worden door het verhaal
duidelijke theoretisch kader heen geweven, geen centrale plaats
Geen ‘hol’ empirisme Passie voor detail en het specifieke
Niet geïnteresseerd in historische
details
Hypothesen toetsen Verhalen bijeen puzzelen,
Volgorde van gebeurtenissen is minder chronologisch
belangrijk Alle beschikbare gegevens in een
samenhangend patroon proberen te
passen
Obstakels: chronocentrisme (‘futurisme’) bij criminologen?
Futurisme = Gerichtheid van criminologen op het oplossen van hedendaagse kwesties en het
anticiperen van toekomstige evoluties
o Adam Crawford: “[there is] a (rather sloppy) theoretical assumption that underpins
some criminological and social science research that we live in ‘new times’ … that
demand new concepts, new ideas, understandings. This tends to suggests a rupture
with the past and hence effaces historic continuities”
Onderzoek van Paul Rock naar literatuurverwijzingen in The British Journal of Criminology toonde aan
dat criminologen alle studies ouder dan 15 jaar negeren in hun onderzoek (J-vormige curve)
→ Criminologie lijdt aan chronocentrisme
Chronocentrisme = Gefocust zijn op een bepaald moment in de tijd (in dit geval de toekomst)
o Saul Morson (1996): “the unsubstantiated, often uninspected, almost certainly
untenable but powerful doctrine that what is current must somehow be superior to
what went before, that ideas, scholars and scholarship inevitably become stale and
discredited over time, and that, by implication, those who invoke older work must
themselves become contaminated by the taint of staleness”
o