100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Encyclopedie Criminologie €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Encyclopedie Criminologie

1 beoordeling
 46 keer bekeken  5 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van het vak Encyclopedie Criminologie waar ik een 8.0 mee heb gehaald. Samenvatting van alle voorgeschreven literatuur + verwerking van alle college en werkgroep aantekeningen.

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • 7 november 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (16)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: jasmijnvantooren • 8 maanden geleden

avatar-seller
criminologiestudent2
Samenvatting Encyclopedie Criminologie
Week 1: Wat is recht?
Rode draad cursus:
 Spanning tussen ‘instrumentaliteit’ en ‘rechtsbescherming’: als we door middel van
juridische maatregelen problemen in de samenleving willen oplossen, lopen we soms tegen
morele of feitelijke grenzen aan
o Instrumentaliteit = Het recht is iets waar we doelen mee willen bereiken
(doelmatigheid)
o Rechtsbescherming = Het recht probeert ons als burger bescherming te bieden
(grondrechten etc.)
 Uitgangspunt van mens als verantwoordelijk persoon, stelt grenzen aan het recht als
beleidsinstrument
 Voorbeelden van deze spanning:
o Privacywetgeving
o Online Proctoring tijdens tentamens (nodig om studenten in de gaten te houden,
maar geen vertrouwen in de studenten (dus geen sprake van verantwoordelijk
persoon))
o Aanloop toeslagenaffaire:
 2005: Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen: geen
hardheidsclausule opgenomen
 Fraudevoorvallen: Gastouderbureau Appelbloesem (2009), algemener
“Bulgarenfraude” (2013)
 Meer opsporing fraude en harde aanpak: a) bij vermoeden van fraude
gastouderbureau, ouders aangemerkt als fraudeurs, b) bij kleine fout =
toeslag gesteld op 0, c) bij vermoeden van grove schuld, dan geen
betalingsregeling
 Parlementair onderzoek – ongekend recht: “efficiënt”, “om de individuele
situatie van mensen recht te doen”
o Gevangenisstraffen VS: niet efficiënt vanuit kosten-baten oogpunt (D.S. Abrams, ‘The
imprisoner’s dilemma, 2013)
 “except robbery”
o Nationale stimuleringsactie empirical legal studies: “effectiviteit”, “beter toepasbaar
zijn”, “beter te handhaven zijn”, “meest effectief”

Basisfuncties van het recht:
1. Rechtszekerheid
o Sociale vrede (orde), handhaven status quo
o Dwang: geweldsmonopolie, verbod eigenrichting
o Duidelijke wetten en betrouwbare rechters
2. Rechtvaardigheid
o Een gelijke mate van zorg en respect
o Kaders voor emancipatie: vrijheid, gelijkheid, broederschap
o Rechtvaardige wetten en wijze rechters
3. Doelmatigheid
o Maatschappelijk nut
o Sturing door middel van prikkels
o Een efficiënte en pragmatische rechtsbedeling

Methodes van rechtsvinding:
1. Rechtspositivisme
o Recht is wat in de rechtsbronnen staat

, o Met behulp van de rechtsbronnen kunnen we identificeren wat geldend recht is
o Kan geldend recht onwenselijk of immoreel zijn? Ja
o Rechters moeten voorspelbaar zijn; blijven in de regel dicht bij de letter van de wet
2. A. Natuurrecht
o Recht is wat in overeenstemming is met wat onveranderlijk goed en rechtvaardig is
o Een wet die strijdig is met fundamentele eisen van gerechtigheid is geen geldend
recht
2. B. Constructivisme
o Er is meer recht dan in de rechtsbronnen staat; ook achterliggende waarden, idealen
en beginselen behoren tot het geldende recht
o Recht is een dynamisch fenomeen; de idealen van de samenleving ontvouwen zich in
het recht
→ Verschil met natuurrecht
o Rechters zijn actief betrokken bij de rechtsontwikkeling; zij kijken niet alleen naar de
letter van de wet, maar ook naar achterliggende doelen
3. Juridisch pragmatisme
o Recht is wat rechters en andere juridische ambtsdragers doen (op basis van hun
‘common sense’), wat zij onder specifieke omstandigheden nuttig voor de
samenleving vinden
o Rechters gebruiken de wet vooral als een hulpmiddel om een sociaal en
maatschappelijk wenselijk antwoord te kunnen geven, niet als een doel op zich

Fuller: Spelancuean explorers
Een groep grotonderzoekers wordt afgesloten van de buitenwereld wanneer de enige uitgang wordt
geblokeerd. Er wordt een reddingsactie ingezet, maar dit blijkt niet makkelijk te zijn, zo sterven er
tijdens de werkzaamheden 10 reddingswerkers. Het zal uiteindelijk 32 dagen duren tot de mannen
zijn bevrijd.
Tijdens de reddingsactie wordt contact gelegd met de grotonderzoekers. Zij geven aan geen voedsel
meer te hebben en krijgen te horen dat zij zonder voedsel niet zullen overleven. Ze zullen alleen
overleven als ze iemand opeten. Dit idee wordt als eerst voorgesteld door Whetmore. Na lang
beraad besluiten zijn alle grotonderzoekers het hiermee eens. Vlak van tevoren krabbelt Whetmore
toch terug. De andere grotonderzoekers dobbelen alsnog voor hem en Whetmore heeft de laagste
score en wordt opgegeten. Er moet nu worden bepaald of de grotonderzoekers schuldig zijn aan
moord en het verdienen om te worden opgehangen.
Foster:
 Argument 1: Het geldende recht kan enkel worden toegepast op normale omstandigheden.
De grotonderzoekers bevonden zich echter niet in een normale omstandigheid, ze zaten
geografisch gezien al volledig afgescheiden van de samenleving en ook gold onderling tussen
de onderzoekers een hele andere manier van leven (ze konden enkel overleven door elkaar
te vermoorden i.p.v. samen te leven). Er is sprake van een natuurtoestand. Volgens Foster
gelden er in de natuurtoestand wel wetten, ook al zijn deze niet opgeschreven. De
grotonderzoekers hebben met zijn allen en met hun gezonde verstand afgesproken om te
gaan dobbelen om wie zal worden opgeofferd, dit is redelijk onder deze omstandigheden.
Foster vindt ook: afspraak is afspraak, Whitmore kon zich dus niet last-minute terugtrekken,
de gesloten overeenkomst was geldig.
 Foster vindt dus dat de grotonderzoekers onschuldig zijn
→ Natuurrecht
 Volgens Foster moeten we kijken naar het doel achter de wet en ons afvragen of dit doel van
de wet nog steeds van toepassing is. Het doel van de wet is in dit geval afschrikking. Maar
deze grotonderzoekers zaten in zo’n absurde situatie dat dit doel niet meer relevant was, ze
waren teveel bezig met overleven en dus zou de wet hen niet meer afschrikken. Dit kan

, worden vergeleken met noodsituaties waarin zelfverdediging is geoorloofd (ook dan is het
strafdoel afschrikking niet meer relevant).
 Suprematie van de wetgevende macht?
o Foster gelooft dat het zijn taak is als rechter om het doel dat de wetgever had uit te
leggen. Hij erkent dus wel dat hij de wetgever moet volgen, maar doet dit op een
intelligente manier door te kijken naar wat de wetgever heeft bedoeld.
 Foster vindt dus dat de grotonderzoekers onschuldig zijn
→ Constructivisme
Tatting:
 Voor Tatting is het onduidelijk waarom er sprake is van een natuurtoestand en op welk
moment deze natuurtoestand precies is ingegaan. Deze aanname is denkbeeldig
 Daarnaast vraagt Tatting zich af of Foster wel mag oordelen over de wetten die gelden onder
de natuurtoestand aangezien hij is aangesteld als rechter van het geldende recht
 Tatting vindt het ook bijzonder dat het belangrijker is om je te houden aan de ‘afspraak is
afspraak’ dan aan het niet vermoorden van anderen.
 Hij vindt ook de uitleg van het zelfverdedigingsargument vaag en zegt dat er naast
afschrikking ook nog andere strafdoelen meespelen dus de wet kan niet zomaar volledig van
de baan worden gegooid
 Tatting trekt zich terug uit de zaak omdat hij niet tot een beslissing kan komen
Keen:
 Keen vindt dat Foster een hele mooie argumentatiestructuur heeft opgesteld om tot zijn
oordeel te komen, maar dit zou een soort gordijn zijn om te voorkomen dat hij de
grotonderzoekers moet veroordelen aangezien dit niet zijn persoonlijke voorkeur heeft.
 Volgens Keen is dit niet de taak van de rechter. Rechters moeten uitleggen van het statuut
inhoudt en zich niet laten leiden door hun persoonlijke voorkeuren (de letter van de wet
volgen). Dit staat anders op spanning met de rechtszekerheid.
 Suprematie van de wetgevende macht?
o De wetgever wordt democratisch gekozen en mede daarom is het belangrijk dat
enkel de democratisch verkozen wetgevers en niet de rechters bepalen welke regels
gelden. Zij volgen dus enkel de eerder opgestelde regels en moeten voorspelbaar
zijn. Als er te vrij wordt omgegaan met regels, waar ligt dan de macht? Dit is terug te
zien in het geval van een burgeroorlog uit het verleden.
 De mannen moeten dus worden veroordeeld
→ Rechtspositivisme
Handy:
 Hij vindt dat de andere rechters teveel rekening houden met juridische regels en alsnog tot
compleet verschillende beslissingen komen. Uiteindelijk zijn rechters ook mensen die
oordelen over andere mensen, ze moeten dus proberen om een verbinding te houden met
de mensen zelf. Rechters moeten niet teveel rekening houden met de strikte regels, maar
juist hun gezonde verstand gebruiken.
 Uit een peiling blijkt dat een meerderheid van de bevolking de mannen zou willen
vrijspreken. Dit wijst erop dat het bekijken van de zaak met gezond verstand zou moeten
leiden tot vrijspraak.
 Haalt een eerdere zaak aan waarbij een dominee door mede-gelovigen is aangevallen nadat
hij hun geloof had ‘verraden’ door naar een andere bijeenkomst te gaan. Handy probeerde
de zaak op te lossen volgens alle juridische regels die hij had geleerd tijdens zijn opleiding,
maar kwam erachter dat hij beter kon kijken naar wat het meest efficiënte en
maatschappelijk gewenste antwoord zou zijn.
 Suprematie van de wetgevende macht?
o Het gebruik van het gezonde verstand is belangrijker dan de bedoeling van de
wetgever

,  De mannen zijn dus onschuldig
→ Juridisch pragmatisme
 Over de 10% die niet de meerderheid volgen, is Handy niet erg positief te spreken. Hij zegt
dat hun mening niet serieus te hoeven worden genomen aangezien onderzoek aantoont dat
dit nogal rare figuren zijn die de verkeerde kranten lezen etc.
 Het idee van democratie is echter dat de beslissingen worden gemaakt door mensen die deel
uitmaken van de samenleving. Als we dit reduceren tot de beslissingen van de meerderheid,
wordt de minderheid onterecht niet betrokken. Dit kan dan leiden tot tirannie van de
meerderheid/illiberale democratie.
 Handy lijkt dus niet een democraat in hart en nieren te zijn

Framing:
 Framing = Het gebruiken van een inhoudelijke boodschap dat zorgt voor een specifieke
interpretatie van de werkelijkheid
 Bepaalde aspecten van de werkelijkheid worden uitvergroot, andere ontsnappen aan de
waarneming
 Het frame wordt de bril waarmee we informatie selectief tot ons nemen, ontvankelijk voor
informatie die het beeld bevestigt, maar wantrouwend voor informatie die niet in het frame
past
 Frames maken de toehoorder welwillend en maken het de tegenstander lastig
 Voorbeeld:
o Een antialcoholcampagne met de boodschap: Ouders moeten niet drinken in het
bijzijn van hun kinderen. Is het nou echt zo dat een biertje drinken op de bank terwijl
een kind in de buurt is, zorgt voor stimulatie van alcoholgebruik onder kinderen? En
is het nou optimaal om gevaren zoals alcohol te verbergen van kinderen in plaats van
hen aan te leren met zulke gevaren om te gaan?
 Taal is geen neutraal instrument, het kan een enorm sturende werking hebben
 Functies van taal:
o Taal beïnvloedt de manier waarop we naar de werkelijkheid kijken
 Misdaad als roofdier → Strengere handhaving
 Misdaad als virus → Oorzaken aanpakken
 Taal blijkt de bril waardoor we naar de werkelijkheid kijken, maar we hebben
dat zelf niet altijd door
o Taal verwoordt en creëert een werkelijkheid
 Een verschijnsel bestaat pas zodra het een label krijgt
 Als ergens geen taal voor bestaat, kan dit ook grote gevolgen hebben →
Goedaardige gezwellen die kanker worden genoemd
o Taal roept associaties op
 De associatie die taal oproept, kan onze manier van kijken kleuren
 Agressieve klank, dubbele connotatie etc.
o Taal zet aan tot actie
 Als deelnemers in een strategieproces het continu hebben over een eindspel,
bevestigen ze elkaar in de opvatting dat er keuzes gemaakt moeten worden,
dit kan leiden tot rampzalige besluiten
o Taal beïnvloedt ons normatieve oordeel
 Door een verschijnsel opnieuw te benoemen, kan bij de toehoorders een
ander oordeel ontstaan
 Taal kan een positief of negatief oordeel uitlokken → abortus vs. moord
o Met taal kunnen we aandacht krijgen of juist vermijden
 ‘rustige jaarwisseling’

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper criminologiestudent2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  5x  verkocht
  • (1)
  Kopen