Zeer uitgebreide samenvatting van alle artikelen
van de cursus bestuur en beleid
Deze samenvatting bevat de volgende literatuur:
Hoofdstuk 3 uit Bekkers, V.J.J.M. (2017). Beleid in beweging. Achtergronden,
benaderingen, fasen en aspecten van beleid in de publieke sector. Derde herziene
druk. Den Haag: Boom Lemma.
Hoofdstukken 4 en 7 uit Hoogerwerf, A. (2014). Overheidsbeleid. Een inleiding in de
beleidswetenschap. Den Haag: Wolters Kluwer, 9e druk.
Hoofdstuk 4 uit Bovens et al. (2017) Openbaar bestuur. Beleid, organisatie en politiek.
Den Haag: Wolters Kluwer, 9e druk.
De introductie en hoofdstuk 1 uit het boek van Stone, , D.A. (2012). Policy Paradox.
The Art of Political Decision Making, Third revised edition. New York/London: W.W.
Norton & Company
Hoofdstukken 7 t/m 9 uit Stone, D.A. (2012). Policy Paradox. The Art of Political
Decision Making, Third revised edition. New York/London: W.W. Norton & Company.
Sorensen, A. (2017). New institutionalism and planning theory. The Routledge
handbook of planning theory, 250-263.
March, J. en J. Olsen (2008) “The logic of appropriateness”. In: Robert E. Goodin,
Michael Moran, and Martin Rein. The Oxford Handbook of Public Policy. Oxford:
Oxford University Press.
Hoofdstuk 3 uit Van der Knaap et al. (2020). Beleidsevaluatie in theorie en praktijk.
Den Haag: Boom Bestuurskunde.
,Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................................................................... 3
Bekkers H3............................................................................................................................................................3
De begrippen uit het artikel van Bekkers...........................................................................................................32
Week 2........................................................................................................................................................ 35
Hoogerwerf H4...................................................................................................................................................35
Hoogerwerf H7...................................................................................................................................................46
Week 3........................................................................................................................................................ 56
Bovens et. al.......................................................................................................................................................56
Week 4........................................................................................................................................................ 59
Stone H1: De markt en de polis..........................................................................................................................59
Week 5........................................................................................................................................................ 71
Stone H7: Symbolen...........................................................................................................................................71
Stone H8: Cijfers.................................................................................................................................................76
Stone H9: Oorzaken............................................................................................................................................87
Week 6........................................................................................................................................................ 92
Sorensen.............................................................................................................................................................92
March en Olsen..................................................................................................................................................94
Week 7........................................................................................................................................................ 98
Van der Knaap....................................................................................................................................................98
,Week 1
Bekkers H3
Inleiding
Beleid bestaat in allerlei soorten en maten en is ten gevolge van allerlei maatschappelijke
veranderingen voortdurend in beweging. Hoe kunnen we deze processen beschrijven,
analyseren en verklaren? De wijze waarop we naar beleidsprocessen kunnen kijken, varieert
met het perspectief dat we wensen te hanteren.
Een rationele benadering, waarin het accent ligt op het bereiken van de doeleinden
op grond van kennis en informatie. Meer weten levert volgens deze benadering een
beter beleid op;
Een politieke benadering, waarin het accent op de machtsstrijd tussen allerlei
belanghebbende partijen ligt. Steun en draagvlak zijn in deze benadering dan ook
essentieel voor het succes van het te voeren beleid;
Een culturele benadering, waarin beleid vooral wordt gezien als een zingevingsproces.
Succesvol beleid is beleid dat voor alle betrokken partijen een gedeelde betekenis
heeft;
Een institutionele benadering, waarin beleid vooral wordt gezien als gevormd door
bepaalde gestolde regels, praktijken en instituties. Succesvol beleid is beleid dat
voldoet aan en aansluit bij de gegroeide praktijken of deze juist weet te doorbreken.
DE RATIONELE BENADERING
Dominante definitie beleid: beleid als een verzameling doelstellingen en middelen die in
een bepaalde tijdsvolgorde worden aangewend, neergelegd in een politiek bekrachtigd
besluit of plan
Dominant verklaringsmechanisme.
Doelrationaliteit
- Beleid en beleidsprocessen staan in deze benadering in het teken van het realiseren
van doelstellingen.
- Benadrukken het belang van finaal denken: doeleinden en middelen vormen de
grondstructuur van elk beleid.
- Doelrationaliteit vormt daarmee het belangrijkste verklaringsmechanisme voor
beleid.
Mens en wereldbeeld
Homo Economicus, gericht op rationele keuzes/ bevredigende oplossingen.
Mechanistich perspectief
- De sterke nadruk op doelstellingen, heeft consequenties voor de wijze waarop
vertegenwoordigers van de rationele benadering aankijken tegen de wijze waarop
een samenleving in elkaar steekt en de wijze waarop mensen en organisaties hierin
functioneren.
- Het mens- en wereldbeeld in de rationele benadering is dat van de homo
economicus:
o Een verzameling gespecificeerde doelstellingen die in een hiërarchische relatie tot
elkaar staan
o Een verzameling van mogelijke middelen waarvan beredeneerd kan worden dat zij
bijdragen aan de realisatie van deze doelstellingen
, o Een heldere inschatting van de te verwachten effecten c.q. consequenties, in termen
van te verwachten kosten en baten die met de inzet van een bepaald middel
samenhangen
o Een verzameling van heldere criteria en prioriteiten op grond waarvan een keuze kan
worden gemaakt;
o Een keuze die gericht is op doelmaximalisatie, gebaseerd op een heldere afweging
van middelen of een combinatie van middelen die maximaal bij- draagt aan de
realisatie van de gestelde doelstellingen.
- Desalniettemin wordt in de rationele benadering onderkend dat het streven naar
doelmaximalisatie een nobel streven is, maar dat dit niet altijd reëel is.
- Kenmerkend voor de rationele benadering is het idee dat effectieve beleidsprocessen
kunnen worden vormgegeven vanuit een piramidale en mechanistische opvatting van
de overheid in haar relatie tot de samenleving
- In veel rationele benaderingen van beleid wordt verondersteld dat de overheid door
middel van beleid sturing geeft aan de gewenste ontwikkeling van de samenleving op
grond van de doelstellingen die zij heeft geformuleerd.
De instrumentatie.
Beleidsinstrumenten als gereedschapskist. Belang van programmering van beleid
- Doelrationaliteit als leidend principe heeft gevolgen voor de wijze waarop naar de
inzet van beleidsinstrumenten wordt gekeken.
o Ten eerste wordt doelrationaliteit gerealiseerd door veel waarde te hechten
aan de programmering van beleid.
Programmering kan worden gezien als de structurering van handelingen
die moeten worden verricht om de doelstellingen van het beleid te realiseren.
Dit betekent dat beleidsprogramma's moeten worden ontrafeld in allerlei met
name volgtijdelijke (operationele) taken en handelingen die moeten worden
verricht op grond van toebedeling van heldere taken, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden en op grond van heldere instructies
Dit proces kan worden gezien als een vertalings- en uitwerkingsproces dat
verloopt van algemene doelstellingen die steeds meer worden
geconcretiseerd in specifieke doelstellingen. Dit geheel van doelstellingen en
ondersteunende sub(sub)doelstellingen kan inzichtelijk worden gemaakt door
te werken met een zogenoemde doelboom
o Ten tweede wordt doelrationaliteit gewaarborgd door veel aandacht te
schenken aan de keuze van de in te zetten beleidsinstrumenten.
Dit keuzeproces wordt vooral gezien vanuit een ingenieursperspectief,
waarbij de beleidsmaker de keuze heeft uit een set van instrumenten die hij
heeft verzameld in zijn 'gereedschapskist'.
Beleidsinstrumenten worden gezien als de neutrale gereedschappen van
de beleidsmaker die naar believen kunnen worden ingezet om de gestelde
doelstellingen te realiseren.
Beleidsinstrumenten zijn bijvoorbeeld wet- en regelgeving, subsidies,
planning en voorlichting. Het zijn manipuleerbare variabelen die vrijelijk
gekozen kunnen worden. Inzicht in de voor- en nadelen bepaalt vervolgens
welk instrument daadwerkelijk wordt gekozen.