1. Kan benoemen wat de wet BIG inhoudt (KL2.5)
Geeft regels voor beroepen in de gezondheidszorg en beschermt patiënten tegen ondeskundig en
onzorgvuldig handelen
2. Kan benoemen welke vragen en welk lichamelijk onderzoek gesteld/gedaan kunnen
worden in de anamnese gericht op de domeinen waarneming/cognitie en uitscheiding/
uitwisseling (KR)
Vragen waarneming en cognitie:
Hebt u problemen met zien, horen, voelen, proeven of ruiken?
Hebt u momenteel pijn?
Hebt u geheugenproblemen?
Hebt u problemen met de concentratie?
Vragen uitscheiding en uitwisseling:
Het u problemen met de ontlasting en of met urineren?
Hoe vaak per dag/nacht urineert u?
Heeft u een urostoma?
Hebt u een katheter?
Wat is de regelmaat van uw ontlasting?
Hoest u slijm op?
3. Kan benoemen welke screeningsinstrumenten gebruikt kunnen worden voor een risico-
inschatting/ vroegsignalering (KL8, KL12)
• Braden Scale for Predicting Pressure Sore Risk: Deze schaal wordt gebruikt om het risico
op doorligwonden (decubitus) bij patiënten te beoordelen. Het omvat beoordelingscriteria
zoals sensorische waarneming, vochtigheid, activiteit, mobiliteit, voeding en wrijving en
schuifkrachten.
• Glasgow Coma Scale (GCS): De GCS wordt gebruikt om de bewustzijnsstatus van
patiënten te beoordelen na traumatisch hersenletsel of bij bewustzijnsstoornissen. Het meet
de oogopening, verbale respons en motorische reactie van de patiënt.
• Norton Scale: De Norton-schaal wordt gebruikt om het risico op doorligwonden te
beoordelen en omvat criteria zoals lichamelijke toestand, mentale toestand, activiteit en
mobiliteit, continentiestatus en vochtigheid van de huid.
• Modi ed Early Warning Score (MEWS): MEWS is een hulpmiddel voor vroegsignalering dat
de vitale functies van een patiënt meet, waaronder hartslag, bloeddruk,
ademhalingssnelheid, lichaamstemperatuur, zuurstofsaturatie en bewustzijnsstatus. Het is
ontworpen om te waarschuwen voor mogelijke verslechtering van de patiënt.
• ini-Mental State Examination (MMSE): De MMSE is een screeningsinstrument voor
cognitieve functie. Het wordt gebruikt om de cognitieve vaardigheden van patiënten te
beoordelen en te controleren op tekenen van dementie of cognitieve achteruitgang.
• Falls Risk Assessment Tools: Er zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar om het risico
op vallen bij patiënten te beoordelen, zoals de Morse Fall Scale en de Hendrich II Fall Risk
Model. Deze instrumenten evalueren factoren zoals mobiliteit, evenwicht, gebruik van
hulpmiddelen, medicatiegebruik en voorgeschiedenis van vallen.
• Nutritional Screening Tools: Verschillende instrumenten, zoals de Mini Nutritional
• Assessment (MNA) en de Malnutrition Universal Screening Tool (MUST), worden gebruikt om
het voedingsrisico bij patiënten te beoordelen en te identi ceren.
4. Kan de methodiek van het zorgleefplan beschrijven (KR)
- Levensdomein 1 Woon- en leefomstandigheden: De client mag rekenen op woonruimte waar hij
zich thuis voelt en veilig is.
- Levensdomein 2 Participatie: De client mag rekenen op aantrekkelijke mogelijkheden voor
dagbesteding
fi fi
,- Levensdomein 3 Mentaal welbevinden en autonomie: De client mag rekenen op respect voor en
ondersteuning van de eigen identiteit en levensinvulling
- Levensdomein 4 Lichamelijk welbevinden en gezondheid: De client mag rekenen op adequate
gezondheidsbescherming en bevordering
5. Kan voorbeelden van moreel-ethische vragen in de zorgverlening benoemen (HC2)
• Behandelingsweigering: Hoe moet een zorgverlener omgaan met een patiënt die
levensreddende medische behandeling weigert op basis van religieuze of persoonlijke
overtuigingen? Wanneer is het gerechtvaardigd om behandeling op te leggen en wanneer
moet de autonomie van de patiënt worden gerespecteerd?
• Orgaandonatie: Wat moet een zorgverlener doen als een overleden patiënt of de familie
van een overleden patiënt overweegt organen te doneren? Hoe moeten ze omgaan met
deze delicate situatie en zorgen voor de wensen van de overledene en de ethische normen
met betrekking tot orgaandonatie?
• Levensbeëindiging: Onder welke omstandigheden, indien van toepassing, is medische
hulp bij zelfdoding of euthanasie ethisch verantwoord? Hoe kan een zorgverlener omgaan
met een verzoek om levensbeëindiging?
• Verdeling van schaarse middelen: Bij beperkte middelen, zoals orgaantransplantatie, hoe
moet een zorgverlener beslissen wie in aanmerking komt voor de behandeling en wie niet?
Hoe kan rechtvaardigheid en eerlijkheid worden gewaarborgd in dergelijke situaties?
• Vertrouwelijkheid en privacy: Hoe moet een zorgverlener omgaan met gevoelige medische
informatie, vooral wanneer deze informatie de privacy van de patiënt in gevaar kan
brengen? Wat zijn de ethische grenzen bij het delen van medische gegevens?
• Culturele diversiteit: Hoe moet een zorgverlener omgaan met culturele normen en
overtuigingen die mogelijk in strijd zijn met de medische behandeling? Hoe kunnen ze
zorgen voor cultureel competente zorg en respect voor de culturele waarden van de patiënt?
* Ethiek aan het einde van het leven: Hoe moeten zorgverleners beslissingen nemen over het
beëindigen of voortzetten van levensverlengende behandelingen bij patiënten met een beperkte
levensverwachting? Hoe kunnen ze zorg bieden die de waardigheid van de patiënt eerbiedigt?
6. Kan de betekenis beschrijven van enkele onderdelen van de geschiedenis van de
moderne verpleegkunde (HC2.4)
Griekse periode
- Geloofde dat ziekte ontstond door boze geesten
- De hygiene stond op een zeer groot peil —> lichaam regelmatig gewassen en voorzien van
schone kleren
- Asklepios —> Griekse god van de geneeskunde
- Hygiena —> god van de gezondheid, dochter van asklepios
- Slang is symbool van uit de dood herrijzend
- Eerste ziekenhuizen waren meestal in de griekse/romeinse tempels, voor stervenden en
barende vrouwen verboden terrein
- De priesters en verplegers droegen witte kleding
Hippocrates
- 460 v Christus geboren
- Vader van de geneeskunde
- Grote invloed gehad op de geneeskunde en verpleegkunde
- Eed van hippocrates —> sprake van beroepsgeheim en onaantastbaarheid van het lichaam
- Invloed verpleegkunde —> muts van Hippocrates (hoofdverband die snel en pijnloos werd
aangebracht)
- Eisen aan verpleegkundige en artsen om de patiënt zo goed mogelijk te observeren
- Verpleegkundigen en artsen moesten een opleiding hebben gehad
- Ervan overtuigd dat de hersenen de verbindende schakel was tussen lichaam en geest
- Hema —> bloed
- Plegma —> slijm
- Chole —> gal
- Melanchole —> zwarte gal
, De oudheid
- Romeinse periode - keizerrijk
- Veel geleerd van de grieken
- Liepen achter op de medische wetenschap t.o.v de grieken
- Rijke families hadden eigen arts die in het huis woonden
- Het ontstaan van steden bracht problemen op het gebied van hygiene —> uitbreken van
ziektes
- Galenus —> bekende romeinse arts, griekse slaaf arts, werd hppfdarts van de gladiatoren. Hij
kwam met de 5 kenmerken van ontsteking:
1. Rubor (roodheid)
2. Tumor (zwelling)
3. Calor (warmte)
4. Dolor (pijn)
5. Functie laesa (functieverlies)
Hebben invloed op iedere infectieziekte
Einde romeins keizerrijk, begin van het christendom, de middeleeuwen
- Het begin van de christelijke ziekenverpleging
- Diakonessen ontstonden 60 na Christus (voorlopers wijkverpleging)
- Kloosters (begin ziekenverpleging) Hospitium (voorloper van het ziekenhuis)
- Verplegersorden (ontstaan door de kruistochten) - bv. De orde van Sint Jan (ca. 1000)
- Burgelijker verplegersorden bv. Begijnen (rond 13e eeuw)
- Dolhuizen (de eerste psychiatrische inrichtingen) (15e eeuw) —> opkomst van de steden
(mensen die afweken qua gedrag werden toen gezien alsof ze heksen waren)
- Zeven werken van barmhartigheid:
1. De hongerigen spijzen
2. De dorstige laven
3. De naakten kleden
4. Vreemdelingen herbergen
5. Zieken bezoeken
6. Gevangenen bezoeken
7. Doden begraven
Humanisme - reformatie - renaissance - verlichting - rationalisme - empirisme
- grote invloed gehad op de verpleegkunde en ontwikkeling van medische wetenschap
- Basis van humanisme —> stel de mens als middelpunt en niet de kerk. Het lichaam mocht niet
worden geopend
De negentiende eeuw
- Medische ontdekkingen
8. Jenner —> ontdekker van koepokken virus
9. Laennec —> ontdekker van stethoscoop
10. Pasteur —> grondlegger van de bacteriologie
11. Koch —> grondlegger van de bacteriologie
12. Semmelweis —> bekende Hongaarse vrouwenarts (handen goed wassen)
13. Mathijsen —> Nederlander, militair arts, uitvinder van het gips
14. Boerhaave —> meegewerkt aan de ontwikkeling van de thermometer
Psychiatrie in de 19e eeuw
- Opkomst van de dolhuizen
- Zagen in dat deze mensen ziek waren, ze moesten dan in bed gaan liggen
Florence Nightingale
- Verpleging is een beroep, heb je een opleiding voor nodig
- Stichtte in London eerste school voor wijkverpleging
- Notes on Nursing (boek van Florence nightingale)
1. Licht en lucht —> ramen openen, eisen aan ventilatie in ziekenkamer
2. Eten en drinken
3. Slapen en waken
4. Beweging en rust