samenvatting van de leerstof blok A periode 1 of blok C periode 2.
uitwerking van alle strabismuschirurgie vormen, ziektebeelden die aan de beurt komen en complicaties die in de lessen benoemd worden.
Samenvatting blok A – periode 1
Operaties horizontaal en verticaal:
Recessie: verplaatsing van het oog
naar achteren. Hierdoor wordt de
werking minder
Resectie: inkorten van de spier.
Hierdoor wordt de werking meer
Recessie heeft over het algemeen
voorkeur over resectie; resectie is
namelijk onomkeerbaar; je kort de
spier in.
Recessie en resectie kan gebruikt worden op al rectii. Horizontale en verticale oogspieren.
Op een verticale rectii; maximum ligt op ongeveer 4mm
Op een horizontale rectii (volgens oogarts Van Rijn):
Maximale recessie Maximale resectie
M rectus medialis 5 mm 6 mm (kan meer maar geen
mooie afwerking conjunctiva)
M rectus lateralis 8 mm 8-10 mm
Tenotomie centrale/caudaal/craniaal op horizontale spieren:
Betekent letterlijk doorsnijding van een pees
Chirurgie waarbij er een inknip wordt gemaakt in de pees of spier. Deze wordt vervolgens een klein
beetje verplaatst. Verzwakkende vorm van chirurgie (recessie). Een centrale teotomie betekent dat de
inknip centraal is, je knipt in naar de afwijking. Zo knip je bij een Veso onder, Vexo boven, Aeso boven
en Aexo onder.
Een tenotomie craniaal of caudaal betekent een inknip aan de bovenkant (craniaal) of aan de
onderkant (caudaal) van de spier.
Anteropostie op horizontale spier:
Spier verplaatsen naar voor. Is een versterkende vorm (resectie) Wordt cosmetisch niet gekozen bij
horizontale spieren omdat je dicht bij de limbus komt. Kan gebruikt worden indien er voorheen
recessie gedaan is waardoor er een postoperatieve (consecutieve) exo ontstaan is.
Lusrecessie
Zelfde werking als een recessie op een horizontale oogspier. Spier wordt naar achter verplaatst
waardoor werking minder is, echter wordt de spier niet geheel vast gehecht, maar met een lus. De lus
komt op de plek van insertie.
Nasale of temporale partiele tenotomie:
Gedeeltelijk inknippen van verticale rectus spier. Verzwakkende vorm (recessie)
, A-patroon:
In geval van een A-patroon hebben we een andere operatie nodig. We opereren dan op een obliquii
spier, hier zit namelijk het probleem. We spreken van een A-patroon als er een minimaal verschil van
10^ zit tussen beneden- en bovenblik. Heeft meestal laagstand in adductie met incyclo deviatie.
(downshoots)
A-ESO: meest voorkomende oorzaak is een onderactie van één, of nog vaker voorkomend, twee m
obliquus inferior. Vaak congenitaal. De oogbewegingen ontstaan als volgt:
In benedenblik neemt de eso af vanwege;
Toename abductie door overactie m obliquus superior
Afname van adductie door de mindere werking van de m rectus inferior
In bovenblik neemt de eso toe vanwege;
Afname van abductie door onderactie m obliquus inferior
Toename adductie door de overactie m rectus superior
A-EXO: meest voorkomende oorzaak is een onderactie van één of twee m rectus inferior. De
oogbewegingen ontstaan als volgt;
In benedenblik neemt de exo toe vanwege;
Afname van adductie door onderactie van de m rectus inferior
Toename van abductie door de overactie van de m obliquus superior
In bovenblik neemt de exo af vanwege:
Afname van de abductie door de mindere werking van de m obliquus inferior
Toename van adductie door de overactie van de m obliquus superior
V-patroon:
We spreken van een V-patroon als er minimaal 15^ verschil zit tussen deviaties in beneden- en
bovenblik. V-patroon heeft meestal hoogstand in adductie met excyclo en upshoots. (N.IV)
V-ESO: meest voorkomende oorzaak is onderactie van één, of nog vaker voorkomend, twee m
obliquus superior. Kan congenitaal of verworven voorkomen, N.IV parese. De oogbewegingen
ontstaan bij volledige muscle sequelae als volgt:
In benedenblik neemt de eso af door;
Verlies van abductie door de onderactie van de m obliquus superior
Toename van de adductie door de overactie van de m rectus inferior
In bovenblik neemt de eso toe door;
Toename van abductie door overactie van de m obliquus inferior
Afname van adductie door de verminderde actie van de m rectus superior
V-exo: meest voorkomende oorzaak is onderactie van één, of meestal twee m rectus superior spieren.
De oogbewegingen ontstaan als volgt:
In benedenblik neemt de exo af door;
Afname abductie door verminderde werking van de m obliquus superior
Toename adductie door de overactie van de m rectus inferior
In bovenblik neemt de exo toe door;
Toename abductie door de overactie van de m obliquus inferior
Verminderde werking van de adductie door onderactie van de m rectus superior
Operaties op obliquii:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper simonepijls. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.