Hoorcollege dictaat Burgerlijk recht I
Burgerlijk recht I Hoorcollege 1, hoe was het ook al weer?
4 september 2017
Goederenrecht: rechten/aanspraak op een goed.
Verbintenisrecht: rechten/aanspraak tegenover een persoon.
Groot verschil bij faillissement. Het goederenrecht staat altijd voorop, ook al heb je verbintenisrechtelijk
iets afgesproken.
Wetten
Goederenrecht in boek 3 BW (algemeen) en boek 5 BW (zaken)
Overige voor goederenrecht belangrijke bepalingen in:
- Boek 6 en 7 BW (verbintenissenrecht),
- Boek 1 BW (personen- en familierecht)
- Boek 2 BW (rechtspersonenrecht)
- Boek 4 BW (erfrecht)
- Boek 8 BW (verkeer en vervoer)
- Boek 10 BW (internationaal privaatrecht “IPR”)
Beslag: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
Faillissement: Faillissementswet (Fw)
Herhalen
Belangrijke begrippen
Goederen: zaken en vermogensrechten (art. 3:1 BW)
Zaken:
- Roerend/onroerend
- Registergoederen/niet-registergoederen
Vermogensrechten:
- Vorderingen
- Andere rechten (art. 3:6 BW)
Zaakseenheid: wat behoort er tot 1 zaak? (1 zaak = 1 eigenaar)
Afhankelijke rechten: rechten die niet kunnen bestaan zonder hetgeen waarvoor zij in het leven zijn
geroepen. (Waarvoor)
Droit de suite/zaaksgevolg: goederenrechtelijke rechten die op een zaak rusten volgen altijd de
zaak. Voor verbintenisrechtelijke zaaksgevolg, moet de wet daarin voorzien. (Waarop)
Opzoeken van vorig jaar.
Prioriteit: voorrang bij verhaal d.m.v. bijvoorbeeld een hypotheek of pandrecht.
Overdracht
Vereisten:
Overdraagbaarheid (art. 3:83 BW)
Titel, levering, beschikkingsbevoegdheid (art. 3:84 BW)
Levering:
- Onroerende zaken: notariële akte + inschrijving (art. 3:89 BW)
- Roerende zaken: bezitsverschaffing (art. 3:90 BW)
- Vorderingen:
o Akte + mededeling (art. 3:94 lid 1 BW), of
, o Authentieke of geregistreerde akte zonder mededeling (art. 3:94 lid 3 BW)
- Overig (art. 3:95 BW): alleen als het niet anders kan!
Beschikkingsbevoegdheid (derdenbescherming)
Eigendomsvoorbehoud (art. 3:91-92 BW)
Eigendom, bezit en houderschap
Eigendom is een juridische kwalificatie,bezit en houderschap zijn feitelijke kwalificaties (art. 3:108
BW)
Eigendom = het juridische eigendomsrecht hebben
Bezit = feitelijke macht uitoefenen voor jezelf (art. 3:107 lid 1 BW)
Houderschap = feitelijke macht uitoefenen voor een ander
Middellijk of onmiddellijk (art. 3:107 lid 2, 3 en 4 BW)
Bezitsverschaffing (art. 3:90 BW):
- Onmiddellijk (art. 3:114 BW)
- C.p. (art. 3:115a BW)
- Brevi manu (art. 3:115b BW)
- Longa manu (art. 3:115c BW)
C.p.-levering door bezitter (art. 3:90 lid 2) en houder (art. 3:111 BW)
Derdenbescherming
Roerende zaken, niet-registergoederen (art. 3:86 BW):
- Goede trouw
- Anders dan om niet
Registergoederen en vorderingen (art. 3:88 BW):
- Goede trouw
- B.o.b. gevolg van ongeldige vroegere overdracht
- Niet als gevolg van b.o.b. van toenmalige vervreemder
- Dus: titel- of leveringsgebrek in “eerste schakel”
Algemene derdenbeschermingsbepaling (art. 3:36 BW):
- Gerechtvaardigd vertrouwen
- “Toedoen” van derde (!) vereist
- Of “voor risico” van derde
Vestiging beperkte rechten
Zelfde vereisten als voor overdracht (art. 3:98 BW), dus:
Art. 3:98 jo. 3:83 BW
- Overdraagbaarheid (zie bijv. art. 3:228 BW)
3:98 jo. 3:84:
- Titel
- “Vestigingshandeling” (art. 3:98 jo. 3:89-95 BW), bijv. Vuistpandrecht en vuistloos pandrecht/
Openbaar pandrecht en stil pandrecht
- Beschikkingsbevoegdheid (art. 3:98 jo. 3:86 en 3:88 BW)
Art. 3:98 jo. 3:86 en 3:88 BW:
- Derdenbescherming
Andere wijzen van eigendomsverkrijging
Verjaring
- Verkrijgend/acquisitief: door bezitter te goeder trouw, na 3 of 10 jaar (art. 3:99 BW)
- Bevrijdend/extinctief: door bezitter (ook te kwader trouw), in beginsel na 20 jaar (art. 3:105 jo.
3:306 BW)
Toe-eigening van res nullius, res derelicta (art. 5:4 BW)
, Vinderschap, schatvinding (art. 5:5-13 BW)
Natrekking, vermenging, zaaksvorming (art. 5:14-16 BW)
Natrekking onroerende zaken (art. 3:4 jo. 5:3, 3:3 jo. 5:20 BW)
Verhaalsrecht
Verhaal op goederen van insolvente schuldenaar
- Failliet of niet?
- Pand/hypotheek of niet?
Zonder pand/hypotheek:
- Buiten faillissement: beslag (Rv)
- In faillissement: verificatie (Fw)
Mét pand/hypotheek:
- Buiten faillissement: geen beslag (parate executie)
- In faillissement: separatisme
Omvang: bijna alles (art. 3:276 BW)
Verdeling: in beginsel naar rato (paritas creditorum, art. 3:277 BW), tenzij achterstelling (art. 3:277
lid 2 BW) of voorrang (art. 2:278 e.v. BW)
Hoorcollege 2, Natrekking onroerende zaken
6 september 2017
Wat behoort tot de eigendom van de grond?
2 verschillende juridische vraagstukken:
1. Wordt het gebouw door de grond nagetrokken? (Directe vereniging)
Duurzame vereniging
2. Wordt bijv. een antenne door het huis nagetrokken? (Indirecte vereniging)
Bestanddeel van de hoofdzaak
1. Gebouwen en werken die “duurzaam” met de grond zijn “verenigd” (3:3 en 5:20 lid 1 sub e)
“Directe vereniging” met de grond
Dan is het onroerend (3:3 BW)
én wordt het nagetrokken door de grond (5:20 lid 1 sub e BW)
HR Woonark, Havenkranen, Portacabin
Casus: van wie is het gebouw/werk? Is het gebouw roerend of onroerend?
Behoort tot de eigenaar van de grond wanneer:
Verenigd met de grond arrest Woonark & Havenkranen
Duurzaam verenigd arrest Portacabin
Gevolg natrekking: het gebouw wordt nagetrokken waardoor het 1 onroerende zaak is, met dus maar 1
eigenaar
2. Alles wat bestanddeel is ván die gebouwen of werken (3:4 jo. 5:3 BW)
“Indirecte vereniging” met de grond
HR Dépex, Prorail/Rijswijk
, De juridische consequenties van roerende en onroerende zaken
Wat maakt het uit of een zaak onroerend is?
Fiscaal: overdrachtsbelasting en onroerendezaakbelasting
Levering en vestiging van beperkte rechten
Pand of hypotheek?
Erfpacht, erfdienstbaarheid, opstal
Splitsing in appartementsrechten
Wat maakt het uit of een zaak bestanddeel is?
Verlies en aanwas van eigendom en beperkte rechten
Onroerend
Onroerend is:
De grond, en
Alles wat duurzaam met de grond is verenigd
Uitzonderingen (vgl. 5:20 aanhef):
Kabels en leidingen door andermans grond: die zijn een zelfstandige onroerende zaak (5:20 lid 2)
Opstalrecht: doorbreekt de natrekking (5:101)
Soms wil je juist dat zaken die eigenlijk duurzaam met de grond verenigd zijn niet tot de eigenaar
van de grond gaan behoren. (Wanneer NUON een elektriciteitskastje plaats op jouw perceel moeten
ze dit wel specifiek regelen met een opstalrecht).
Planten: daarvoor geen duurzame vereniging, maar alleen vereniging vereist (5:20 lid 1 sub f)
Gebouwen en werken (3:3 en 5:20 lid 1 sub e)
Dus niet alleen huizen, fabrieken en kantoren
Maar ook tunnels, liftschachten, lantaarnpalen, verkeersborden, bankjes, prullenbakken, etc.
Hoe pak je zo’n casus aan met bijbehorende jurisprudentie? Directe vereniging
Twee vragen langslopen (in deze volgorde):
1. Is de zaak “verenigd” met de grond?
HR Woonark
Iets wat op het water drijft en meebeweegt met de waterstand, is niet verenigd met de grond. Je
komt dan niet aan de vraag toe of er sprake is van duurzame vereniging. Geen onroerende
zaak.
HR Havenkranen (definitie vereniging)
Rijdende havenkraan is wel met de grond verenigd, omdat die in voortdurende feitelijke
verbinding staat met de grond. Het raakt de grond de hele tijd aan, daarvoor hoeft het geen
fundamenten te hebben of vast te staan, het mag dus wel kunnen rijden, wielen hebben etc.
Conclusie: verschil tussen “op en neer” en “heen en weer”:
“Op en neer”: roerend
“Heen en weer”: onroerende (mogelijk)
Zo ja:
2. Is die vereniging duurzaam?
HR Portacabin
Wekt het voor de buitenstaander (met juridische kennis) de indruk dat het er lang zal blijven
staan? Als buitenstaander weet je niks van afspraken die eventueel zijn gemaakt.