1. Dit tentamen bestaat uit twee casus. Er zijn in totaal 100 punten te behalen. Het te behalen puntenaantal wordt per vraag
vermeld.
2. Beantwoord de vragen steeds met een duidelijke en beknopte motivering waarin wordt verwezen naar toepasselijke
wetsartikelen en jurisprudentie. Schrijf leesbaar en correct Nederlands.
3. Laat een ruime marge open aan de linkerzijde van de door u in te leveren antwoordvellen.
4. Beantwoord beide casus op een afzonderlijk vel!!
5. Schrijf in de rechterbovenhoek van alle papieren die u inlevert uw naam alsmede uw studentnummer.
6. Leg uw collegekaart zichtbaar op de tafel.
7. Uiterlijk op de 10 werkdag na het tentamen zullen de cijfers via VUnet gepubliceerd worden.
e
8. Wij wensen u veel succes.
Casus I (50 punten)/
Een aantal tuinders en kwekers in Lisse en omstreken koopt al een aantal jaren collectief zaai- en pootgoed in ten behoeve
van hun bedrijfsvoering. De in- en doorverkoop worden elk jaar afwisselend door twee van de deelnemers verzorgd (ook wel
het 'uitvoerend tweetal' genoemd), die vervolgens netjes een overzicht van de financiën presenteren dat daarvoor door het
uitvoerend tweetal van het jaar daarvoor is gecontroleerd. De samenwerking is zo succesvol dat inmiddels ruim 25
tuinderijen zijn aangesloten bij wat in de volksmond de ‘collectieve inkoopcombinatie Lisse’ is gaan heten.
Vraag 1.Hoe zou u de collectieve inkoopcombinatie kwalificeren? Betrek in uw antwoord ook de activiteiten van de
inkoopcombinatie. (7 punten)
Het eerste waar je aan zou denken is een coöperatie. Dat is het niet omdat daarvoor op grond van art. 2:54 een notariele
akte nodig is. Een andere optie zou een informele vereniging zijn. Er moet dan een meerzijdige rechtshandeling en leden zijn
en en een eenheid die aan het rechtsverkeer mee neemt op grond van art. 2:26 BW. Er is wel een soort van organisatie,
omdat er controle plaatsvindt. Maar wordt er wel als eenheid naar buiten getreden? Ze worden in de volksmond collectieve
inkoopcombinatie Lisse genoemd, maar zo hebben ze zichzelf niet genoemd. Ook hebben ze een coöperatief doel, op grond
van art. 2:26 lid 1 is het juist de bedoeling dat een vereniging geen coöperatief doel heeft. Er is dus ook geen informele
vereniging.
, Maatschap? Overeenkomst, samenwerking, inbreng en gericht op het behalen van voordeel wat je vervolgens met elkaar
deelt. Het zou een stille maatschap kunnen zijn, want ze treden niet onder gemeenschappelijke naam op. De overige eisen
kan je niet echt uit de casus halen, maar het zou een mogelijkheid kunnen zijn.
Als dat het ook niet is, is het een gewone contractuele samenwerking tussen personen en geen rechtspersoon in de zin van
boek 2 BW.
Stel, zonder hieraan conclusies te verbinden voor de beantwoording van de vorige vraag, dat de collectieve inkoopcombinatie
Lisse (CIL) een coöperatie is. Een van de leden, Kwaals, draagt zijn tuinderij over aan zijn
schoonzoon Drobbels. Drobbels ligt niet zo goed bij een aantal andere tuinders omdat hij ‘verkeerde bestrijdingsmiddelen’
zou gebruiken. Zij willen niet dat Drobbelslid wordt van de coöperatie. Drobbels stelt echter dat hij lid is geworden omdat hij
het bedrijf van Kwaals heeft overgenomen. Het lidmaatschap van CIL zou daarom op hem zijn overgegaan. Het lidmaatschap
is per slot van rekening een belangrijke ‘asset’ voor het bedrijf. Bovendien is het naar zijn mening onrechtmatig om hem het
lidmaatschap te ontzeggen.
Vraag 2.Heeft Drobbels gelijk? Behandel zijn beide stellingen. (6 punten)
Eerste stelling, lid geworden omdat hij bedrijf heeft overgenomen van iemand die lid is: op grond van art. 2:53a jo. 2:34 is
het lidmaatschap persoonlijk, tenzij de statuten anders bepalen. Op basis hiervan heeft Drobbels niet gelijk, uit de casus
blijkt niet dat er in de statuten staat dat het overgedragen kan worden.
Tweede stelling, onrechtmatig om lidmaatschap te ontzeggen: in art. 8 Gw en art. 11 EVRM is de vrijheid van vereniging
opgenomen. Die werkt zowel positief als negatief. Het gaat hier om negatieve vrijheid, de vereniging is niet verplicht een lid
toe te laten. Kun je onder alle omstandigheden weigeren om een lid toe te laten? De grens ligt bij art. 6:162 BW, voor de
vereniging concreet komt dit neer op een zorgvuldigheidstoets. Je handelt bijvoorbeeld onzorgvuldig als het lidmaatschap
essentieel is om je bedrijf uit te kunnen voeren of wanneer je bepaalde toelatingseisen hebt opgesteld als vereniging en je
past die niet objectief toe. Bij een vereniging die een open en zakelijk karakter hebben, mag je bij de toelating geen
onderscheid maken op basis van de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Het zou hier een belangrijke asset zijn, maar het is
niet essentieel voor het uitvoeren. Ook zijn er geen toelatingseisen gesteld of een vereniging met een open en zakelijk
karakter. Drobbels heeft ongelijk.
Om nog succesvoller op de internationale markt te kunnen opereren richt de CIL met nog 4 andere coöperaties de
Coöperatieve Zaai- en Pootgoed Nederland W.A. (CZPN) op. Al snel heeft de CZPN 120 leden-coöperaties uit heel
Nederland. Binnen de CZPN groeit het besef dat de structuur moet worden aangepast. Eigenlijk vindt men een aantal van 50
personen op de algemene ledenvergadering wel het maximale aantal. Een mogelijke oplossing die wordt geopperd is dat de
leden per provincie een aantal ‘gemachtigden’ aanwijzen die namens hen de algemene ledenvergadering bezoeken. Het
bestuur van CIL suggereert daarom om de CZPN onder te verdelen in afdelingen.
Vraag 3.Is dit inderdaad de oplossing? Zo ja, motiveer uw antwoord, zo neen, wat is dan volgens u de oplossing? (8 punten)
Als je een vereniging hebt en je gaat over op een afdelingsstructuur, heeft dat in principe geen invloed op de rechten die jij op
de hoofdvereniging hebt. Het feit dat je een afdelingsstructuur invoert, doet daar niet aan af. Dit is dus
eigenlijk geen oplossing, iedereen die al lid is, heeft nog steeds toegang tot de vergadering. Een betere
mogelijkheid zou het kiezen van afgevaardigden op grond van art. 2:53a jo. 2:39 BW zijn. Hierbij moet je dan
wel regelen dat ieder lid-rechtspersoon die benoemd is tot afgevaardigde, uit zijn midden een
vertegenwoordiger aanwijst die hij stuurt naar de vergadering. Anders loop je het risico dat er alsnog een
volle zaal is, omdat bijvoorbeeld alle bestuurders van de leden-rechtspersonen kunnen komen.
De CZPN meent dat zij een bijdrage moet leveren aan de reductie van CO2 uitstoot en gebruik van bestrijdingsmiddelen. Zij
wil op deze punten strakke regels opstellen waaraan de kwekers en tuinders die bij haar leden zijn aangesloten,
moeten worden onderworpen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saa1995. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.