100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting grammatica Duits lektion 1-8 €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting grammatica Duits lektion 1-8

2 beoordelingen
 225 keer bekeken  2 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Dit is een samenvatting van al de geziene leerstof Duits (hoofdstuk 1-8) aan Karel de Grote hogeschool. Het gaat om universele grammatica zoals de naamvallen (accusatief, nominatief en datief) werkwoorden vervoegen (inclusief speciale vormen als modale werkwoorden,....) .... die je sowieso moet be...

[Meer zien]

Voorbeeld 5 van de 26  pagina's

  • Nee
  • H1 tot h8
  • 23 december 2017
  • 26
  • 2017/2018
  • Samenvatting

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: lotusspeculoosfamilieverpakking • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: vladsemenets • 6 jaar geleden

avatar-seller
SAMENVATTING VAN ALLE DUITSE
GRAMMATICA HOOFSTUK 1 TOT 8
DAF IM UNTERNEHMEN A1/A2

, Lektion 1

Indikativ Präsens (Das Präsens – O.T.T.)

Hoofdregel:




STAM (infinitief zonder „–en“) + E

ST

T

EN

T

EN




Werkwoorden met stam op –ß, -s of –z :


 de –s valt weg in de 2e persoon enkelvoud (DU)!


heißen, reisen, tanzen, …


Zum Beispiel : ich heiße
du heißt
er heißt
wir heißen
ihr heißt
sie heißen




Stam van het werkwoord eindigt op –t of –d eindigt :




 er staat overal een –e in de uitgang!


Antworten, baden, finden, bilden, …
(aber auch Verben wie: öffnen, zeichnen, regnen …)

, */Zum Beispiel : ich antworte
du antwortest
er antwortet
wir antworten
ihr antwortet
sie antworten




Fragewörter Theorie
DEUTSCH NIEDERLÄNDISCH
WIE? HOE?
WOHER? VAN WAAR?
WAS? WAT?
WER? WIE?
WO? WAAR?
WOHIN? NAAR WAAR?
WANN? WANNEER?
WARUM? WAAROM?


Wie heißen Sie? Erich Kuckelkorn.
Woher kommen Sie? Aus Oberdillingen.
Wer sind Sie? Ich bin Herr Schmitt.

, Übersicht (overzicht) der möglichen W-Fragen.

Wer sind Sie? Herman Lapdak.
Was putzt du gerade? Meine Schuhe.
Wo ist die Uhr? Auf dem Tisch.
Wohin fährt Hilde jetzt? Zur Universität.
Woher kommt Josè? Aus Mexiko-Stadt.
Wann kommt der Zug? Gleich.
Wie lange bleibst du dort? Fünf Tage.
Wie oft gehst du schwimmen? Jeden Tag.
Wie viel Uhr ist es jetzt? Genau 11:53 Uhr.
Wie spät ist es? 5 nach 12.
Warum liebst du mich nicht? Weil du kein Geld hast.
Welche Frau gefällt dir? Die blonde.




Sein und haben
Bildung

sein (= zijn) haben (= hebben)
ich (= ik) bin habe
du (= jij) bist hast
er/sie/es (= hij) ist hat
wir (= wij) sind haben
ihr (= jullie) seid habt
sie (= zij) sind haben
Sie (= u) sind haben




Groβ- und Kleinschreibung

- Satzanfänge werden großgeschrieben.

Zum beispiel : Ist Heiner unser Trainer ?
Ja, Heiner ist unser Trainer.


- Substantive oder als Substantive verwendete Wortarten
(Zelfstandige naamwoorden of woordsoorten die je als zelfstandig
naamwoord gebruikt.)



Zum beispiel : der Tisch, der Bleistift, die Uhr, der Berg, das Auto
Substantive als Teil eines Verbs  getrennt schreiben: Angst haben, Gefahr
laufen, Rad fahren, Schlange stehen

, - Eigennamen werden großgeschrieben.

Vornamen: Peter, Julia;
Nachnamen: Meier, Schulte;
Ortsnamen: Brüssel, Dortmund;
Geografische Namen: Rhein, Mosel; Feldberg, Zugspitze.



- Die Höflichkeitsform des Personal- und Possessivpronomens
(De beleefdheidsvorm van het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
((= u, uw))

Zum beispiel : Wie heißen Sie? (Hoe heet u?)
Wie geht es Ihnen? (Hoe gaat het met u?)
Was ist Ihr Hobby? (Wat is uw hobby?)




- ‘heute’, ‘(vor)gestern’, ‘(über)morgen’ + Tageszeiten
‘(eer)gisteren’, ‘(over)morgen’ + Tijdstip van de dag

Zum beispiel: Ich kann heute Abend nicht kommen, ich komme morgen Nachmittag.




Kleinschreibung
Geographische Adjektive auf –sch/-isch (weisen meistens auf Länder hin)
(Adjectieven, afgeleid van geografische namen en met uitgang –sch/isch
(verwijzen meestal naar landen))

Zum beispiel: Mein Vater kauft nur deutsche Autos.
Ich trinke nur belgisches Bier.

Aber: die BrüsselER Straßen, das MünchnER Oktoberfest, der AntwerpenER Hafen



ß oder ss?

Doppel-s (= ss) steht nach einem kurzen Vokal (ss volgt op een korte klinker)

Zum beispiel: essen, isst, küssen, küsst, passen, passt, vergessen, vergisst, wissen,
russisch, passieren

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper boels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  2x  verkocht
  • (2)
  Kopen