Week 1
Bestuursrecht begrepen hfdst. 1,2,3,4,5,7
Materieel bestuursrecht
- Inhoud en totstandkoming van ‘besluiten’
- Hoofdstukken 1,2,3 en 4 Awb
- Gelaagde structuur Awb
- Belangrijke begrippen:
Besluit, art. 1:3 lid 1 Awb Beschikking: lid 2
Bestuursorgaan, art. 1:1 Awb
Belanghebbende, art. 1:2 Awb
- Uitzondering lid 2
- Let op: lid 3
Bestuursorgaan Art. 1:1 lid 1 Awb
A-orgaan een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld.
Het kunnen uitoefenen van een bestuursbevoegdheid is geen wettelijke voorwaarde om a-
orgaan te zijn. Vb. KNMI. Het is door de staat ingesteld. Dit orgaan kan geen besluiten nemen en
bezit geen rechtspersoonlijkheid, maar is a-orgaan omdat het behoort tot de (publiekrechtelijke)
rechtspersoon Staat.
A-organen zijn, ongeacht of zij een bestuursbevoegdheid uitoefenen een bestuursorgaan. B-
organen zijn alleen bestuursorgaan voor zover zij openbaar gezag uitoefenen.
Wanneer een B-orgaan privaatrechtelijk of feitelijk handelt, is het geen bestuursorgaan meer.
B-orgaan personen of colleges die geen orgaan zijn van een rechtspersoon ingesteld krachtens
publiekrecht maar die wel openbaar gezag moet uitoefenen. Als ze privaatrechtelijk of feitelijk
gaan handelen is het geen bestuursorgaan.
De Awb normeert wel het feitelijk en privaatrechtelijk handelen van een a-orgaan maar niet
het feitelijk of privaatrechtelijk handelen van een b-orgaan.
Een b-orgaan, anders dan een a-orgaan, bij privaatrechtelijk of feitelijk handelen is niet
gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bijv. zorgvuldigheidsbeginsel (art.
3:2 Awb) en het evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2 Awb).
ZBO’s een bestuursorgaan van de centrale overheid dat bij de wet, krachtens de wet bij
algemene maatregel van bestuur of krachtens de wet bij ministeriële regeling met openbaar
gezag is bekleed, en dat niet hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister.
ZBO als a-orgaan vallen globaal uit in twee hoofdgroepen:
1. Het kan gaan om een orgaan van een specifieke rechtspersoon ingesteld krachtens
publiekrecht. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de directie van het CBR. Deze directie is een
orgaan van het CBR.
2. Het kan ook gaan om een orgaan dat niet behoort tot een specifieke rechtspersoon ingesteld
krachtens publiekrecht maar dat valt aan te merken als een orgaan van de Staat. Vb. Kiesraad
(art. A1 Kieswet)
,Belanghebbende Art. 1:2 Awb
- Lid 1: ‘rechtstreeks...’jurisprudentie
- OPERA-criteria uit jurisprudentie:
Objectief belang sterk gevoel van betrokkenheid, geen subjectieve gevoelens
Het belang moet objectief bepaalbaar zijn. Emotioneel betrokken voelen is dus niet
objectief.
Persoonlijk belang het betrokken belang moet bijzonder zijn, gelet op de feiten en
omstandigheden. Degene aan wie een besluit is gericht is belanghebbende van dit
besluit. Deze eis is vooral voor de derden-belanghebbenden. Zij moeten zich
onderscheiden van de rest en laten zien dat zij belanghebbende zijn bij een besluit.
Eigen belang Je moet voor je eigen belang opkomen. Je kan niet voor iemand anders
belangen opkomen.
Rechtstreeks belang Er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen een besluit en de
(mogelijke) belangenaantastingen
Actueel belang Je kan nog niet tegen besluit ingaan als dat besluit nog niet genomen is.
Zicht- en nabijheidscriterium: zicht hebben op of nabij (300m) wonen maakt belanghebbende
Collectieve belangen rechtspersonen, lid 3
Besluit en beschikking Art. 1:3 lid 1 Awb
Criteria besluit:
- Schriftelijke
- Beslissing
- Van bestuursorgaan
- Inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling
BAS en beschikking lid 2
AVV (APV)
Beleidsregels
Aanwijzingsbesluit (Je hond moet volgens de APV aangelijnd zijn, het aanwijzingsbesluit
zegt dat in die ene wijk het wel mag)
Beschikking (individueel)
Afwijzing aanvraag is ook een beschikking!
Een wet in formele zin, is een wet zoals Wet Milieubeheer: de wetgevende macht is uitgesloten
van een bestuursorgaan, dus is dit ook geen besluit maar de afvalstoffenverordening is een AVV,
dus een besluit 1:3 lid 1 jo lid 2 Awb, besluit van een lagere wetgeving dus bestuursorgaan
(Gemeenteraad).
De spelregels
- Beslistermijn bestuursorgaan Art. 4:13 ev. Awb
Binnen een redelijke termijn, binnen 8 weken max
Bijzondere wetten
ABBB:
, Deels ongeschreven
Formeel:
Fair play, art. 2:4 Awb
Zorgvuldigheid art. 3:2 Awb
Motivering 3:46 Awb
Materieel (inhoud):
Gelijkheid, art. 1 GW
Vertrouwen, ongeschreven
Detournement de pouvior, art. 3:3 Awb
Belangenafweging, art. 3:4 lid 1 Awb
Evenredigheid, art. 3:4 lid 2 Awb
Afdeling 3.4 Awb,
- Uniforme openbare voorbereidingsprocedure
- Omgevingsrecht
Bestemmingsplan
Omgevingsvergunning (uitgebreid)
Onteigening
- Inspraakverordeningen gemeenten, art. 150 Gem.
- belanghebbende kunnen schriftelijk of mondeling hun zienswijze bij betreffende
bestuursorgaan naar voren brengen art. 3:15 Awb.
Beleidsvrijheid = binnen de wet vrij om te oordelen of het beleid geschikt is. “is bevoegd om vast
te stellen” geeft ruimte.
Beoordelingsvrijheid = binnen wet kan gemeente vrij bepalen of er is voldaan aan de wet. “Een
goede ...”
Marginale toetsing = alleen rechtmatig, doelmatig is voor bestuursorgaan. Rechter mag door
trias politica niet op de stoel van BO gaan zitten en dus alleen kijken naar de rechtmatigheid
Week 2
Bestuursrecht begrepen hfdst. 8,9
Formeel bestuursrecht
- Awb lex generalis (hoofdstuk 1,2,6,7 en 8 Awb)
- Wabo, Wro, Ww lex specialis