LOW VISION II: VANDESTEENE
HET LOW VISION ONDERZOEK
ANAMNESE
- Altijd bij aanvang van het onderzoek
- Relevante gegevens bevragen enkel gegevens die belangrijk zijn voor het revalidatieprogramma
- Zo optimaal mogelijk naar de noden van de patiënt vragen: wat wil de patiënt (terug) kunnen?
- Gestructureerd: niet van de hak op de tak springen, maar doorvragen over een bepaald onderwerp
voor je naar het andere over gaat
- Objectieve gegevens: verslagen van artsen, metingen etc.
- Subjectieve gegevens: wat de patiënt zelf ervaart en wil
- Gebaseerd op het ICF- model
ICF-model: je kan
een volledige casus
aan de hand
hiervan bespreken
= internationaal
kader
Externe factoren:
familie, omgeving,
werk, sociaal
contact etc.
Persoonlijke
factoren: kan de
patiënt zelf omgaan
met de handicap, kan hij deze accepteren?
In low vision doen we nooit aan diagnostiek: we kijken naar welke problemen de patiënt ervaart en hoe we
deze kunnen oplossen
observatie van de patiënt:
- Hoe komt de patiënt binnen
- Vindt hij makkelijk zijn stoel
- Kijkt de patiënt jou recht aan of kijkt hij net boven/onder/naast jou
- Heeft de patiënt een visueel hulpmiddel op/mee (bv. een witte stok, begeleider zoals hond of partner)
Gesprek met de patiënt:
- Kijk deze recht aan want de patiënt voelt dit vaak wel, ook al ziet hij jou niet (goed)
, - Noteer tijdens het gesprek geen vooropgestelde vragen, want elke anamnese kan veel verschillende
van de vorige
- Vraag naar de klachten en hoeveel invloed deze hebben op de patiënt zijn dagelijkse activiteiten
- Rijdt de patiënt nog met de auto
- Heeft de patiënt al eigen hulpmiddelen die hun werk doen?
- Lezen/computergebruik/GSM/lichtschuw/nachtblindheid etc.
- Welke job/studie?
- Sociaal
- Algemene gezondheid
- Medicatie
Let er tijdens het gesprek op of de patiënt voldoende inzicht heeft in zijn eigen gezondheid
Andere gegevens:
- Meestal is de patiënt op voorhand al naar de oogarts/… geweest verslagen van voorgaande
onderzoeken zijn belangrijk!
- Diagnose is nodig op patiënt beter te begrijpen
- Vragen aan familieleden/partner/vrienden hoe de patiënt omgaat met zijn visuele beperking
- Zijn er al andere zorgverleners/zorginstanties aan te pas gekomen? (bv. brailleliga/licht en liefde…)
Moeilijkheden:
- Gebrek aan info van verwijzer
- Anderstalig
- Bijkomende ziekte/handicap
- Gebrek aan motivatie om geholpen te worden
- Zwijgzame patiënt
- Aggravatie: vaak jongeren die hun probleem erger voordoen dan het is om serieus genomen te
worden
- Simulatie: psychologische problemen bij mensen die denken dat ze slechtziend zijn, maar bij wie dit
niet zo is
HET LOW VISION ONDERZOEK
- Biomicroscopie om het voorste oogsegment te onderzoeken
- Oogdruk meten
- Funduscopie om het achterste oogsegment te onderzoeken
- OCT: scan van het netvlies/de macula
Patiënt laat zich onderzoeken door een oogarts, niet op de dienst low vision voor volgende onderzoeken:
- Echo B ultrasound
- CT-scan
- NMR van de hersenen
- VEP om doorgestuurde signalen op te vangen wordt soms gedaan wanneer er twijfels bestaat over
simulatie
- Genetisch onderzoek
- ERG
,Onderzoek tijdens het bilan = eerste afspraak bij het revalidatiecentrum
- Brillen doormeten noteer ook wanneer bv. coating heeft losgelaten etc.
- En vergroting van huidige hulpmiddelen noteren
- Objectieve refractie met autorefractor
- Visus op het verslag moet je altijd de max. visus noteren, maar schrijf er ook bij wat voor de patiënt
nog aangenaam voelt, ver & nabij zodat je weet of extreme problemen zijn met lezen etc.
- Subjectieve refractie: niet met foropter WANT deze verkleint gezichtsveld nog meer
- Berkeley test: wanneer patiënt geen 3/100 ziet = starten met de letter E op een meter tot 25cm lukt
dit niet? Kaart met lijnen H of V lukt dit niet? zwart en wit vlak
- Vergroting nabij
- Contrasttest
- Goldmann & automatische perimeter om gezichtsveld te meten
- Kleurenzientest
Visuele functies:
- visus, gezichtsscherpte, gezichtsvermogen
Maat voor detailwaarneming
10/10: je leest een lijn op 10m die je op 10m zou moeten kunnen lezen, 1/10: je leest een lijn op
1m die je op 10m zou moeten kunnen lezen
Wanneer visus <1/10 hoe slecht is visus precies: vingers tellen, handbewegingen, lichtperceptie,
Berkeley
- Metamorfopsie = vervormingen: testen met amsler rooster
- Contractgevoeligheid
- Donkeradaptatie
- Fotofobie
- gezichtsveld
DE HULPMIDDELEN
Optische hulpmiddelen
- we starten altijd met de best mogelijke brilcorrectie aan de hand hiervan verdere hulpmiddelen
inschakelen waar nodig
- we streven naar zo eenvoudig mogelijke adequate hulpmiddelen, aanpassingen van de leefomgeving,
zo minimaal mogelijk wel voldoende om de patiënt te helpen
- vroeger leesvakjes in brillen, nu loepenbril
- kijkertjes die monoculair aangepast worden: vaak bij jongeren,
zodat ze de trein kunnen nemen, straatnamen kunnen herkennen, naar
school gaan en leslokalen vinden
Medische filters
- aangepaste filters voor binnen of buiten
- mineraal of organisch
- vaste tint of fotochromatisch
- met of zonder polaroïd
- met of zonder correctie
- belang van goed afgesloten montuur / overzetbril
- tussenkomst van RIZIV – afhankelijk van pathologie
, - uittesten bij zonnig weer, test in schaduw
- keuze is subjectief welke filter kijkt het rustigst?
- Bij elke filter wordt een groot percentage blauw licht (dat ruis veroorzaakt) weg gefilterd
Elektronische hulpmiddelen
- Snelle evolutie
- Beeldschermloepen, e-readers waarop een voorleesfuncties zin lettertype en interlinie kan je zelf
aanpassen
- Ondertiteling op tv aanpassen met Vo-box
ADL-hulpmiddelen = algemeen dagelijks leven
- Aangepaste spelletjes
- Vergrootspiegels
- Horloges met grote cijfers
- Functies op smartphones
Mobiliteitshulpmiddelen
- Witte stok: kan je in België pas vanaf 18j krijgen
- Blinde geleide hond slechtziende moet op stage in Frankrijk om met de hond om te leren gaan
- Tandemfietsen
- App die groene en rode lichten kan detecteren
- Op het spoort of op straat: bolletjes op de grond
Braille
- Aangeboren blind of slechtziend: aanleren van braille (men begint zelfs niet aan het gewoon schrift)
- Brailleregel die gekoppeld is met computer om te weten waar de muis staat
- Mensen die langzaam aan slechtziend worden, beginnen best met braille leren voordat ze helemaal
niets meer kunnen zien
DE SLECHTZIENDE VOLWASSENE
LEEFTIJDSGROEP 18-65J
RETINALE DYSTROFIE
Centrale uitval perifere uitval
- kegeltjes - staafjes
- verminderde gezichtsscherpte - vernauwd gezichtsveld
- detailwaarneming is gestoord - geen overzicht
- problemen met lezen & schrijven - problemen met oriëntatie & mobiliteit
- moeite met herkennen van personen of - nachtblindheid
objecten
- fotofobie = 27% (18-65j)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studenteOOGZORG. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.