100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting MK 1.1A jaar 1 verpleegkunde €6,00
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting MK 1.1A jaar 1 verpleegkunde

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting bevat al het informatie dat je moet kennen voor het tentamen van medische kennis 1.1A. De aantekeningen van de hoorcollege's zitten hier ook in verwerkt!

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 13 november 2023
  • 50
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
avatar-seller
kyrr
Medische kennis 1.1A
hoofdstuk 1:

de basale functies van de levende organismen beschrijven
● reactievermogen
- prikkelbaarheid = reageren op veranderingen in hun onmiddellijke omgeving
(hand terugtrekken van een hete pan)
- aanpassingsvermogen = langduriger verandering om aan te passen aan hun
omgeving (dikke vacht wanneer de winter nadert)
● groei
- eencellige organismen groeien doordat de cel groter wordt
- meercellige organismen groeien doordat het aantal cellen toeneemt
- differentiatie = afzonderlijke cellen specialiseren zich zodat ze bepaalde
functies kunnen vervullen
● voortplanting
● beweging
- inwendig = transport voedingsstoffen, bloed of andere stoffen in het lichaam
- uitwendig = voortbeweging door omgeving
● stofwisseling (metabolisme)
- alle chemische reacties in het lichaam
- om energie vrij te maken hebben cellen voedingsstoffen (nutriënten) nodig die
in voedsel aanwezig zijn en O2
- respiratie = vervoer / verbruik / opname O2 door cellen
grotere organismen kunnen geen voedingsstoffen uit vast voedsel halen zonder
eerst te verwerken → spijsvertering

cellen communiceren met elkaar d.m.v een inwendig transportsysteem →
bloedsomloop
- bloed neemt afvalstoffen op → nieren → uitscheiding

De relatie tussen anatomie en fysiologie uitleggen

anatomie
● macroscopische anatomie
- er worden kenmerken onderzocht die met het blote oog zichtbaar zijn
- uitwendige anatomie = het bestuderen van algemene vorm en van
oppervlakte kenmerken
- regionale anatomie = oppervlaktestructuren en inwendige structuren in een
bepaald gebied wordt van het lichaam bestudeert (hoofd, hals, romp)
- systematische anatomie = structuur van belangrijke orgaanstelsels worden
bestudeerd
● microscopische anatomie
- er worden structuren bestudeerd die niet zonder vergroting zichtbaar zijn
- lichtmicroscoop = details celstructuur zichtbaar
- elektronenmicroscoop = zichtbaar afzonderlijke moleculen met diameter
enkele nanometers

,cytologie = studie inwendig structuur van afzonderlijke cellen
histologie = studie van weefsels


fysiologie
- studie van functioneren van levende organismen
- celfysiologie = studie van functioneren levende cellen (chemisch en moleculair
niveau)
- orgaanfysiologie = studie fysiologie van bepaalde organen
bv nierfysiologie = nierfuncties
- systeemfysiologie = studie van alle aspecten van het functioneren van specifieke
orgaanstelsels.
bv fysiologie van het ademhalingsstelsel
- pathofysiologie (pathologie) = studie van effecten van aandoeningen op het
functioneren van organen of stelsels

De elf orgaanstelsels van het menselijk lichaam en de belangrijkste onderdelen
van elk stelsel herkennen.




Homeostase: Het bestaan van een stabiel intern milieu, het omvat:
- een receptor die gevoelig is voor een prikkel
- een besturingssysteem (integratiecentrum) dat info van de receptor ontvangt en
verwerkt
- een effector (cel of orgaan) die reageert op de signalen van het besturingscentrum
en waarvan de werking de prikkel tegengaat of versterkt

beschrijven op welke wijze negatieve en positieve terugkoppeling bij een
homeostatische regulering zijn betrokken
kenmerk negatieve terugkoppeling
- ongeacht of de prikkel bij de receptor toe- of afneemt, wekt een waarde buiten de
normale grenzen een automatische reactie op waardoor de situatie wordt
gecorrigeerd.
- bv warmteregulatie: als lichaamstemperatuur stijgt → bloedvaten
verwijden + zweetklieren activeren → lichaamstemperatuur daalt

positieve terugkoppeling: de aanvankelijke prikkel brengt een reactie teweeg
waardoor die prikkel wordt verstrekt → bloedverlies → bloedstolling versnellen

,De belangrijkste lichaamsholten en hun onderverdeling beschrijven
Het middenrif scheidt de:
● (bovengelegen) borstholte
- het omvat 3 interne compartimenten:
- 1 pericardiale ruimte (zit het hart in)
- 2 pleurale holten (bevatten elk 1 long)
- de pericardiale ruimte ligt binnen het mediastinum
- Het bindweefsel van het mediastinum omgeeft de pericardiale holte en het
hart, de arteriën en venen (die met het hart verbonden zijn), de thymus,
trachea en de oesophagus (slokdarm)
- pleurabladen = sereuze membranen die een pleuraholten bekleden
- het viscerale pleura blad bekleedt het pariëtale plaurablad (buitenste opp
long), het tegenovergelegen oppervlak van het medi stadium en de binnenste
lichaamswand.
● buik- en bekkenholte
- loopt van diafragma tot bekken
- onderste bekkenholte & bovenste buikholte
- bevat peritoneale ruimte dat is bekleedt met een serieus membraan =
peritoneum (buikvlies)
- het pariëtale peritoneum bekleedt het binnenste opp lichaamswand
- rond de organen in deze holte = viscerale peritoneum
- buikholte = lever + maag + dunne darm + groot deel dikke darm
- retroperitoneaal = organen tussen bekleding van peritoneale ruimte en
spierwand
- bekkenholte = dikke darm + urineblaas + vitale stelsel
- dorsale holte = craniale holte of vertebrale holte (totale ruimte door wervels
omgeven)

romp van lichaam onderverdeeld in:
- het gebied van de thorax
- abdomen
- bekkenholte
- meeste vitale organen, die organen zijn binnen deze lichaamsholten opgehangen
‘holte’ zijn interne delen

lichaamsfunctie romp:
- bescherming kwetsbare organen tegen stoten/schokken buitenaf (hardlopen)
- maken mogelijk dat inwendige organen die de romp omgeeft van omvang en vorm
kunnen veranderen.

, hoofdstuk 2

hoe komt het dat water belangrijk is voor het menselijk lichaam
● belangrijk voor de chemische reacties
● heeft een zeer grote warmtecapaciteit
- het kost veel energie in de vorm van warmte om de temperatuur van water te
veranderen omdat watermoleculen in vloeibare toestand via waterstofbruggen
onderling met elkaar zijn verbonden.
een toename van watertemperatuur is afhankelijk van het verbreken van
waterstofbruggen tussen watermoleculen
- een verkoelend effect = water vloei → gas
- waterstofbindingen verbroken en vrijgekomen watermoleculen voeren warmte mee
● water is een uitstekend oplosmiddel
- veel organische en anorganische stoffen lossen op in water
- tijdens oplossen → ionen of kleinere moleculen die vrijkomen,
verspreiden zich in water → oplossing

De pH-schaal en de rol van buffers in lichaamsvloeistoffen beschrijven.
concentratie waterstofionen belangrijk in bloed en andere lichaamsvloeistoffen
omdat als H+ in overmaat aanwezig zijn → chemische bindingen breken → vorm
complexe molecuul wijzigen → verstoring functie cellen en weefsels
- concentratie H+ = pH, lager dan 7 is zuur, meer H+ dan hydroxide ionen
- pH bloed = 7,35 - 7,45
- lager dan 7 = coma
- hoger dan 7 = onbeheersbare, langdurige spiercontracties

een zuur is een stof die in oplossing uiteenvalt (dissocieert) met afgifte van waterstofionen
omdat waterstof uit een proton bestaat → protonen, zuren = protondoren
een sterk zuur dissocieert volledig in een oplossing = HCL → H+ + CL

een base is een stof die waterstofionen uit een oplossing opneemt, veel basen dissociëren
onder vrijmaking van een hydroxide-ion (OH+): hebben sterke affiniteit of aantrekkingskracht
tot H+ en reageren snel met deze ionen onder vorming van watermoleculen.
sterke basen dissociëren volledig in oplossing
In het menselijk lichaam zijn zwakke basen belangrijk om zuren te neutraliseren die tijdens
de celstofwisseling worden gevormd.

een zout is een geïoniseerde verbinding
- bestaat uit een willekeurig kation dat geen H+ is en een willekeurig anion dat geen
hydroxide-ion is.
- in water dissociëren ze onder vorming kation en anion
- zijn voorbeelden van elektrolyten → anorganische verbinding waarvan de
ionen in oplossing een elektrische stroom kunnen geleiden: Na+, CA2+,
K+, CL, HCO3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kyrr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,00. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49497 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,00
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd