Omgevingsrech
t
31-12-2017
Samenvatting van de hoorcolleges
Omgevingsrecht 2017/2018
Prijs: €6,00
Isaak Kerst
HOGESCHOOL LEIDEN
,Inhoud
Hoorcollege 1: Materieel bestuursrecht.................................................................................................2
Hoorcollege 2: Formeel bestuursrecht...................................................................................................8
Hoorcollege 3: Vergunningverlening onder de Wabo en bouwregelgeving..........................................13
Hoorcollege 4: Milieuregelgeving en handhaving.................................................................................16
Hoorcollege 5: Instrumenten van ruimtelijke ordening, in het bijzonder het bestemmingsplan..........20
Hoorcollege 6: Rechtsbescherming en handhaving van het bestemmingsplan alsmede planschade en
onteigening...........................................................................................................................................24
Gebiedsbescherming, soortenbescherming en waterrecht..................................................................27
Artikelenoverzicht.................................................................................................................................31
1
,Hoorcollege 1: Materieel bestuursrecht
Belangrijke begrippen:
- Besluit (art. 1:3 lid 1 Awb)
- Beschikking (art. 1:3 lid 2 Awb)
- Bestuursorgaan (art. 1:1 Awb)
- Belanghebbende (art. 1:2 Awb)
Besluit en beschikking
Art. 1:3 lid 1 Awb
Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende
een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Criteria:
- Schriftelijke beslissing
- (Van een) bestuursorgaan
- Inhoudende een publiekrechtelijke
- Rechtshandeling
Op het moment het een mondelinge mededeling is, kan het geen besluit zijn in de zin van art. 1:3 lid
1 Awb. Op het moment dat het niet wordt gedaan door een bestuursorgaan, maar door de Aldi, kan
het geen besluit zijn in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb. Tot slot moet het een besluit een
publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden. Een feitelijke handeling (het schilderen van een brug
door de gemeente Leiden) is geen besluit.
2
,Het besluit is de kern van het bestuursrecht en verder onder te verdelen in twee categorieën
besluiten; het besluit van algemene strekking en de beschikking. In art. 1:3 lid 2 Awb wordt de
definitie van ‘beschikking’ nader toegelicht.
Art. 1:3 lid 2 Awb
Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met
inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.
Op het moment dat er sprake is van een individualiseerbaar geval (een besluit wat slechts geldt voor
een persoon) is er sprake van een beschikking. Ook als er geen sprake is van een schriftelijke
beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, kan er sprake
zijn van een beschikking. Een voorbeeld hiervan is dat je de gemeente verzoekt een
parkeervergunning af te geven, maar deze wordt afgewezen. Wanneer een aanvraag wordt
afgewezen is er geen publieke rechtshandeling tot stand gekomen maar is er volgens art. 1:3 lid 2
Awb toch sprake van een beschikking.
Bestuursorgaan
Het begrip ‘bestuursorgaan’ vinden we terug in art. 1:1 Awb. In het eerste lid van dit artikel lezen we
dat er twee types bestuursorganen zijn; A-organen (onder sub a) en B-organen (onder sub b).
Art. 1:1 Awb
1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
De Staat, de provincies, de gemeente en de waterschappen bezitten allemaal rechtspersoonlijkheid.
Een orgaan van deze rechtspersonen is een A-orgaan. Een voorbeeld van een A-bestuursorgaan is het
college van Burgemeester en Wethouders. Het college van B&W is immers een orgaan van een
rechtspersoon dat krachtens publiekrecht is ingesteld (zie art. 2:1 lid 1 BW).
3
, B-organen zijn andere personen of colleges, met enig openbaar gezag bekleed. Te denken valt aan de
APK-keurder. Een APK-bedrijf is veelal een garage, maar op het moment dat het een auto APK keurt,
een bestuursorgaan. Omdat een APK-bedrijf een bestuursorgaan is, staat bezwaar en beroep open.
Uitzonderingen
In art. 1:2 lid 2 Awb worden de uitzonderingen genoemd. Deze personen of colleges zijn geen
bestuursorgaan.
Art. 1:1 lid 2 Awb
De volgende organen, personen en colleges worden niet als bestuursorgaan aangemerkt:
a. de wetgevende macht;
b. de kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal;
c. onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast,
alsmede de Raad voor de rechtspraak en het College van afgevaardigden;
d. de Raad van State en zijn afdelingen;
e. de Algemene Rekenkamer;
f. de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen als bedoeld in artikel 9,
eerste lid, van de Wet Nationale Ombudsman, en ombudsmannen en
ombudscommissies als bedoeld in artikel 9:17, onderdeel b;
g. de voorzitters, leden, griffiers en secretarissen van de in de onderdelen b tot en met f
bedoelde organen, de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal
en de advocaten-generaal bij de Hoge Raad, de besturen van de in onderdeel c
bedoelde organen alsmede de voorzitters van die besturen, alsmede de commissies
uit het midden van de in de onderdelen b tot en met f bedoelde organen;
h. de commissie van toezicht betreffende de inlichting- en veiligheidsdiensten, bedoeld
in artikel 64 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.
Uit art. 1:2 lid 3 Awb volgt dat een persoon of college wel als bestuursorgaan wordt aangemerkt voor
zover het besluiten neemt of handelingen verricht ten aanzien van een rechtverkrijgenden (bijv. een
werknemer). Indien je werkt voor de rechtbank en je verzoek om vakantie wordt afgewezen, kan dit
worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Awb.
Art. 1:2 lid 3 Awb
Een ingevolge het tweede lid uitgezonderd orgaan, persoon of college wordt wel als
bestuursorgaan aangemerkt voor zover het orgaan, de persoon of het college besluiten
neemt of handelingen verricht ten aanzien van een rechtverkrijgenden, met uitzondering van
een voor het leven benoemde ambtenaar werkzaam bij de Raad van State en zijn afdelingen
en de Algemene Rekenkamer.
Naast de bestuursorganen die we zien in de Awb, kennen we ook de zelfstandige bestuursorganen.
Dit zijn de bestuursorganen die niet vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Te denken valt
aan het Centraal Bureau voor Rijvaardigheid (CBR).
Belanghebbende
Art. 1:2 Awb
1. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit
is betrokken.
2. Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun
belangen beschouwd.
4