Samenvatting recht
Hoofdstuk 1: Rechtsvormen
1.1 Ondernemingsrecht
Rechtspersoon kan net als een natuurlijk persoon verplichtingen aangaan (art. 2:5 BW).
- Kan overeenkomsten sluiten, mensen in dienst nemen, een pand huren enz.
De klant die een auto koopt bij een rechtspersoon, heeft een koopovereenkomst met die
rechtspersoon, dus niet met de verkoper, directeur of de aandeelhouder.
Zodra de ondernemer kiest voor een vorm zonder rechtspersoonlijkheid, dan zijn de
verplichtingen niet door het bedrijf aangegaan, maar door de ondernemer(s) zelf.
- Een contract wordt gesloten met de mensen achter de onderneming.
- Art. 2:3 BW geeft een opsomming van de rechtspersonen.
1.2 Eenmanszaak
Eenmanszaak= er is maar één eigenaar, dus één verantwoordelijk persoon.
- Geen rechtspersoonlijkheid, de eigenaar is met zijn gehele vermogen aansprakelijk.
- De schuldeisers kunnen eventueel ingezette spaargeld en waardevolle spullen laten
eisen om te verkopen.
- Vermogen van de echtgenoot kan hier ook in meegenomen worden
- Er kunnen meerdere personen werkzaam zijn bij een éénmanszaak.
Een éénmanszaak oprichten is aantrekkelijk, omdat dit proces vrij gemakkelijk verloopt. Dit
komt door de opstartvereisten, vrijwel het enige wat moet gebeuren is bij de Kamer van
Koophandel langsgaan en de eenmanszaak inschrijven in het Handelsregister (Art. 5 Hrw).
Overigens is het overnemen van een eenmanszaak geen eenvoudig traject, onder andere
doordat het geen rechtspersoon is. Bij de overdracht komen afzonderlijke handelingen met
betrekking tot eigendomsrecht van alle activa en passiva aan de kopende partij voor.
1.3 Personenvennootschappen
De drie mogelijke vormen van personenvennootschappen: maatschap, vennootschap onder
firma (vof) en de commanditaire vennootschap (cv).
1.3.1 Maatschap
(Art. 7A:1655 BW) De maatschap= een overeenkomst tussen twee of meer personen. Deze
samenwerkingsafspraak is vormvrij en kan zowel schriftelijk als mondeling worden
aangegaan. “Maten” spreken af om iets in gemeenschap te brengen= alle contactspartijen
brengen iets in de onderneming, iets waar de maten ook iets aan hebben (Art. 7A:1662 BW).
Met deze inbreng worden door de maten activiteiten ondernomen om daar op een enig
tijdstip voordeel mee te behalen, dat voordeel zal vervolgens verdeeld worden onder de
maten. Als er geen duidelijke winstverdeling is afgesproken, dan wordt gekeken naar de
hoogte van de inbreng van de diverse maten (Art. 7A:1670 BW). De winst van de maat die
geen geld, maar alleen arbeid heeft ingebracht, word geacht gelijk te zijn met de winst van
de maat met de laagste vermogensinbreng (art. 7A:1670 lid 2).
,Een maatschap kan alleen worden opgericht als een vrij beroep wordt uitgeoefend, een
beroep waar een heel specifieke kennis en kundigheid voor nodig is. De betrokken maten
blijven allemaal zelfstandig ondernemer, maar door de samenwerking hopen ze hogere
winsten of lagere kosten te kunnen realiseren. 7A:1679 BW e.v. De hoofdregel luidt als volgt:
de maat die een verplichting aangaat, is daar in eerste instantie zelf voor verantwoordelijk.
- De andere maten zijn dus niet aansprakelijk voor schulden die één maat heeft
gemaakt.
In de volgende gevallen zijn wel alle maten aansprakelijk:
- De handelende maat heeft vooraf een volmacht gekregen van de andere maten. Zo’n
volmacht kan expliciet worden gegeven, maar ook impliciet blijken uit de
omstandigheden. Een volmacht wordt namelijk ook geacht te zijn verleend als het
gaat om een zogenoemde beheersdaad. Hieronder worden alle handelingen verstaan
die behoren tot de normale activiteiten van de betreffende maatschap.
- De andere maten hebben achteraf de actie van de handelende maat bekrachtigd.
- De maten hebben gezamenlijk gehandeld.
- De verplichting die de maat is aangegaan is uiteindelijk voordelig voor de maatschap
gebleken.
De maten zijn voor gelijke delen aansprakelijk (Art. 7A:1680). Beschikkingsdaden=
handelingen die niet tot de normale activiteiten van een maatschap behoren (handelingen
die dus geen beheersdaad zijn).
Maatschap is ook gemakkelijk op te richten: overeenkomst maken met een of meerdere
andere maten-> de maatschap laten inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van
Koophandel (Art. 5Hrw).
Een openbare maatschap= een samenwerking tussen verschillende personen met een
specifiek beroep die onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treden.
Stille maatschap= hier blijft de samenwerking meer op achtergrond en intern.
1.3.2 Vennootschap onder firma
De persoonlijke gegevens van de vennoten worden ingeschreven in het Handelsregister (Art.
23 WvK en 5 Hrw). Verder komen daarin ook de bijzondere afspraken tussen de vennoten te
staan.
Naast deze overeenkomsten zijn er drie belangrijke verschillen tussen maatschap en vof:
1. Bij een vof gaat het om een bedrijf, niet om een beroep. Bij de vof gaat het om de
exploitatie van een bedrijf en niet net als bij de maatschap om een specifieke
beroepsuitoefening.
2. De vof heeft een afgescheiden vermogen. Dit betekent dat het geld en de middelen in
de vof zijn ingebracht in eerste instantie zijn afgezonderd van het privévermogen van
de vennoten.
3. De vennoten zijn -in beginsel- allemaal, in het geheel aansprakelijk voor handelingen
van een van de vennoten. Alle vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (Art. 18 WvK).
, 1.3.3 Commanditaire vennootschap
Commanditaire vennootschap is een bijzondere vorm van de vof. Het is hierbij mogelijk dat
iemand in het bedrijf wil investeren, maar geen behoefte heeft aan het risico om hoofdelijk
en privé aansprakelijk te worden gehouden (ook wel stille vennoot).
- Zolang hij op de achtergrond blijft en zich niet bemoeit met de dagelijkse gang van
zaken kan hij niet door een crediteur aansprakelijk worden gesteld (Art. 20 WvK).
Zodra de commanditaire vennoot op de stoel van de beherende vennoot zit, dan is hij net als
de beherende vennoot hoofdelijk aansprakelijk (Art. 21 WvK).
1.4 Kapitaalvennootschappen
Kapitaalvennootschappen= vennootschappen die door oprichting tot stand komen en
waarvan het kapitaal verdeeld is in aandelen (Art. 2:79 BW). Door een verdeling in aandelen
is het mogelijk om meerdere personen of organisaties te laten deelnemen in de
onderneming.
1.4.1. BV
BV staat voor besloten vennootschap, een individueel persoon kan dit ook oprichten. Een bv
is niet zomaar toegankelijk voor derden, want de aandelen staan op naam (art. 2:175 BW) en
zijn daarmee niet vrij overdraagbaar.
Oprichtingsvereisten
Allereerst moet er een akte van oprichting opgesteld worden bij de notaris (Art. 2:175 lid 2).
In die akte staan de statuten van de bv (Art. 2:177 BW), met daarin belangrijke gegevens van
en afspraken tussen de oprichters. Met de statuten in de hand gaan de oprichters naar het
Handelsregister bij de Kamer van Koophandel en laten zij de bv inschrijven.
Als dit nog niet is voldaan, kunnen de ondernemers wel aan de slag, ondanks het feit dat de
bv nog niet helemaal is opgericht. Ze kunnen beginnen met handelingen te verrichten ten
behoeve van die toekomstige bv. Dit noemt men bv i.o. (bv in oprichting). Het nadeel
hiervan is dat ze dan op eigen risico bezig zijn (Art. 2:203 BW). Zolang er in het
Handelsregister i.o. achter de naam staat, zijn ze persoonlijk aansprakelijk voor schulden die
ze aangaan.
Organen en onderlinge verhouding
Een bv bestaat uit verschillende organen. Allereerst-> directie= verantwoordelijk voor het
dagelijkse bestuur. Daarin zetelen de personen die de rechtspersoon naar buiten toe
vertegenwoordigen en namens die rechtspersoon verplichtingen aangaan (Art. 2:230 en 240
BW). De directieleden hebben een dienstverband bij de bv (wat het is een rechtspersoon) en
ontvangen een salaris van die bv. Leden van de directie zijn in beginsel niet aansprakelijk
voor schulden van de bv.
Daarnaast kent een bv aandeelhouders-> verenigd in algemene vergadering van
aandeelhouders (AvA, art. 2:217 BW), die minimaal één keer per jaar samenkomt (Art. 2:218
BW). Zij kopen als het ware een stukje van het bedrijf (een aandeel) in de hoop daar in een
later stadium winst (dividend) voor terug te krijgen. In ruil voor die investering krijgt de
aandeelhouder stemrecht (Art. 2:228 BW). Bij sommige belangrijke beslissingen, zoals