100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting EER: Intellectueel Eigendomsrecht €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting EER: Intellectueel Eigendomsrecht

3 beoordelingen
 157 keer bekeken  3 keer verkocht

Samenvatting van de hoorcolleges Intellectueel Eigendomsrecht van het vak Europees Economisch Recht. Inclusief besproken jurisprudentie.

Voorbeeld 4 van de 60  pagina's

  • 3 januari 2018
  • 60
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (36)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: merelbekker98 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Naverion • 6 jaar geleden

Zier er goed uit, alles staat er duidelijk in. Uitgebreid ook.

review-writer-avatar

Door: mnksmit • 6 jaar geleden

avatar-seller
astridmeijerink
Samenvatting Intellectueel Eigendomsrecht

Introductie Privaatrechtelijk mededingingsrecht
1. Vrijheid van mededinging  dit is het principe, maar daar bestaan veel uitzonderingen op:
de intellectuele eigendomswetten. Deze staan centraal in deze colleges.
2. Bescherming tegen verwarring

Art. 16 Europees Handvest Grondrechten  Vrijheid van ondernemerschap:
De vrijheid van ondernemerschap wordt erkend overeenkomstig het Gemeenschapsrecht en de
nationale wetgevingen en praktijken.

Vrijheid van ondernemerschap  in Nederland gebruiken we deze term niet, wij gebruiken:
- Vrije toegang tot de markt
- Vrijheid van handel en bedrijf
- Vrijheid van mededinging
We kennen deze term vanuit de Franse Revolutie.

Vrijheid van Mededinging:
- Nabootsen:
HR Hyster Karry Krane  dit arrest gaat over de vrijheid van nabootsen:
o Nabootsen  het uiterlijk van een product van een ander namaken. Dit doe je
omdat die ander het meest succesvolste op de markt is.
o Volgens het uitgangspunt van het Nederlands recht mag het, vrijheid van handel en
bedrijf en dus heb je ook de vrijheid om een ander na te apen.
o Concurrent Thole bootst tot in detail het product na van Hyster (de “Elephant”
Hijskraan). Nederland was welwillend waardoor producten van industriële
vormgeving beschermd zouden worden. De landen om ons heen hadden dit al, maar
Nederland nog niet. Er was geen wet die het verbood dus daarom was het de vraag
of het een onrechtmatige daad was (onzorgvuldig). Dus ging men naar de HR.
o HR:
▪ “Dat, aangezien het, in het algemeen gesproken, aan een ieder moet
vrijstaan om aan zijn industriële producten een zo groot mogelijke
deugdelijkheid en bruikbaarheid te geven’
➢ Het uitgangspunt van vrijheid van mededinging.
▪ “…, het tenzij door een ander aan de Octrooiwet 1910, Staatsblad 313 of aan
de Auteurswet 1912 ontleende rechten aan in de weg staan
➢ Dus daarbuiten heb je vrijheid van handel en bedrijf.
➢ Octrooirecht gaat over uitvindingen, maar die zijn er in casu niet en
anders zouden ze al verlopen zijn. Auteursrecht gaat over het
uiterlijk van het product, in 1953 waren veel rechters aarzelend, ze
vonden dat er ook kunst in zou moeten zitten, dus in casu
waarschijnlijk niet artistiek genoeg. Dus spelen deze wetten geen rol.
▪ “[het]… niet is verboden om te dien einde, ten eigen voordele en mogelijk
tot nadeel van een concurrent, van in diens producten geopenbaarde
resultaten van inspanning, inzicht of kennis gebruik te maken”
➢ Onder inspanning vallen ook investeringen.
➢ Je mag het dus ook ten nadele doen van de concurrent.
▪ “Zelfs wanneer – wat overigens te dezen door het Hof niet is vastgesteld –
enkel ten gevolge van dat gebruik maken tussen het eigen product en dat
van den concurrent bij het publiek verwarring mocht kunnen ontstaan”

, [P.S. de Hoge Raad zal daarna een uitzondering maken voor onnodige
verwarring]
➢ Het gaat om de technische noodzakelijkheid. Dit mag je niet
aanvoeren als iets wat de ander heeft nageaapt, want bijv. een stoel
moet op een hijskraan zitten.
Herhaald in HR Lego/Megabrands:
o “3.3.2 Het onderdeel is tevergeefs voorgesteld ten aanzien van nabootsing van een
stoffelijk product dat niet (langer) wordt beschermd door een absoluut recht van
intellectuele eigendom geldt dat nabootsing van dit product in beginsel vrijstaat […]”
Weer herhaald in HR All Round/Sim Stars, “Mi Monede/Nikki Lissoni”  over munthangers:
o “3.4.1: uitgangspunt: de Hoge Raad verwijst naar HR 20-11-2009, Leg-, nabootsing is
in beginsel vrij.”
Conclusie & vraag:
o Na-apen mag
o Na-apen is goed
o Na-apen is niet onrechtmatig
o Dit vindt echter niet iedereen…
- Profiteren:
HR Decca/Holland Nautic:
o Decca ontwikkelde sedert 1946 ‘Decca Navigator System’ (DNS): een omvangrijk
radio-navigatiesysteem voor de zeevaart. Decca onderhoudt daarvoor ketens van
radiozendstations. Radio-ontvangers aan boord verhuurde ze voor 10.000 per jaar en
Decca betaalt de radiozendstations uit de opbrengst van de verhuur.
o Holland Nautic verkocht ze voor 10.000. Radio-ontvangers bestemd voor DNS en
enkel daarvoor bruikbaar. Zij verkochten dit voor dezelfde prijs als Decca deze
verhuurde. Decca dacht nu dat hun bedrijf kapot zou gaan omdat iedereen over zou
lopen. En dan kan Holland ook niet meer verder, want dan bestaat de DNS niet meer.
o HR: “Tegen de achtergrond van het beginsel van vrijheid van handel en bedrijf
wettigt echter de omstandigheid dat het bedrijf van Decca zo is ingericht dat zij de
voor het voortzetten daarvan benodigde inkomsten uitsluitend kan verkrijgen door
verhuur van bepaalde toestellen. Op zichzelf niet een ander te verbieden soortgelijke
toestellen te verkopen tegen een prijs die aankoop van zo’n toestel aantrekkelijker
maakt dan huren van Decca: een ieder draagt het risico van de wijze waarop hij zijn
bedrijf heeft ingericht”  er kwam dus een einde aan het monopolie dat Decca had.
HR ‘Ronde van Nederland’:
o Voormalige sponsor Eneco ‘ontfutselde’ een wielerevenement aan de organisator
door de subsidie stop te zetten en de organisatie in eigen hand te nemen.
o HR: “Het enkele feit van het voormalige sponsorschap is onvoldoende om de
conclusie te kunnen dragen, of om tot uitgangspunt te nemen, dat die organisatie
dan wel mededinging onrechtmatig is jegens de voormalige wederpartij.”
o Hier gaat het weer om de vrije mededinging. Ook dat heeft invloed op
verbintenisrechtelijke aspecten.
 Dus regel en uitzondering:
o Regel: vrijheid van mededinging (zie hierboven)
o Uitzondering: bescherming tegen verwarring

HR Hyster Karry Krane:
- “Omdat het aan een ieder moet vrijstaan om aan zijn industriële producten een zo groot
mogelijke deugdelijkheid en bruikbaarheid te geven, is het niet verboden om ten eigen
voordele en mogelijk tot nadeel van een concurrent, van in diens producten geopenbaarde
resultaten van inspanning, inzicht of kennis gebruik te maken”

, - “Dat dus nabootsing van het product van een concurrent alleen dan ongeoorloofd is, indien
men zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen op bepaalde punten
evengoed een andere weg had kunnen inslaan en men door dit na te laten verwarring
sticht.”  Naast de deugdelijkheid en bruikbaarheid, kun je heel veel veranderen, waardoor
de kraan gewoon nog goed functioneert.

Onnodig verwarring stichten: sociaaleconomische onrechtmatige daad:
- Onnodig verwarring stichten  als je verwarring sticht door iemand na te apen op punten
waarop je het net zo goed anders had kunnen doen. De technische punten mag je
overnemen, maar de decoratieve punten mag je niet overnemen. Als je daarover verwarring
veroorzaakt, is het niet geoorloofd.
- Oorsprong van het leerstuk van het onzorgvuldig handelen in het maatschappelijk verkeer:
o HR Lindenbaum/Cohen  ongeoorloofde mededinging, te weten bedrijfsspionage

Verfijning van de slaafse nabootsingsleer:
- Eis van onderscheidend vermogen  HR Drukasbak:
o Onderscheidend vermogen  een eigen plaats op de markt innemen. Mensen
herkennen het product als iets wat van een bepaalde producent afkomstig is. Dus als
je het gaat nabootsen moeten ze gaan denken dat het een ander product is.
o Als nog tal van gelijksoortige producten op de markt zijn, moet het product zich
aanmerkelijk daarvan onderscheiden
o Na 2017 spreekt de HR van “eigen gezicht op de markt” i.p.v. eigen plaats op de
markt en de eis van aanmerkelijk onderscheiden wordt niet meer gesteld.
- Standaardisatie is geoorloofd  HR Tomado kleerhangers:
o Standaardisatie-wensen worden gerekend tot deugdelijkheid en bruikbaarheid van
het product – nabootsing is dus geoorloofd als dit rationele eisen van standaardisatie
dient
- Afwijking op alle punten waar dat kan is niet vereist:
o HR Scrabble  afwijking op alle punten waar dat kan is niet vereist; wel is er de
verplichting om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is om verwarring
te voorkomen
o HR Lego/Megabrands  de verplichting om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk
en nodig is om verwarring te voorkomen geldt ook als de nabootsing (mede)
gerechtvaardigd wordt door standaardisatie-eisen

Samenvatting in HR All Round/Sim Stars:
- R.o. 3.4.1: oneerlijke mededinging:
o HR: dat nodeloos verwarrende nabootsing een vorm van oneerlijke mededinging is,
waartegen met een vordering uit onrechtmatige daad kan worden opgekomen
strookt met de in art. 10bis lid 1 en lid 3 onder 1 van het Verdrag van Parijs
opgenomen verplichting om bescherming te verlenen tegen oneerlijke mededinging.
o Je bent dus ook verplicht o.g.v. het Verdrag van Parijs als overheid om ertegen op te
treden.
- R.o. 3.4.2: eigen gezicht:
o “Van verwarring ten aanzien van een nagebootst product kan eerst sprake zijn indien
dat product een ‘eigen gezicht’ heeft op de relevante markt, dat wil zeggen: zich in
uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere, gelijksoortige producten op de
markt (ook wel ‘het Umfeld’ genoemd).”
- R.o. 3.4.3: verwatering voorkomen:
o “Het eigen gezicht kan afnemen en zelfs verdwijnen; van de partij die het product op
de markt brengt kan gevergd worden dat zij zich inspanningen getroost om
nabootsingen te weren, teneinde deze verwatering te voorkomen”

, - R.o. 3.4.4: invloed op de aankoopbeslissing
o Misstap van de HR
o Bij de beoordeling van het verwarringsgevaar gaat het om de invloed van de
gelijkenis op de aankoopbeslissing van de consument. Daarbij is bepalend de
totaalindruk van elk product en de beschouwing daarvan door een weinig oplettend
kopend publiek dat de beide producten meestal niet naast elkaar ziet.

Systeem van het Intellectuele Eigendomsrecht
I. Hoofdkarakteristieken Intellectuele Eigendom:
A. Beschermingsobjecten
- Onderscheidingstekens  hiermee onderscheid je de waarden of diensten van een
onderneming of de onderneming zelf:
o Merkenrecht  het belangrijkste deel. De naam van de waarde of diensten van de
onderneming. Vormen van een verpakking kunnen ook als merk beschermd zijn. Bijv.
Coca-Cola (het woord, het etiket, de vorm van het flesje zijn allemaal merken).
o Handelsnamenrecht  de naam van een onderneming. In de praktijk kunnen
merken en handelsnamen heel erg op elkaar lijken. Dit is heel erg het geval bij de
diensten. Bijv. Efteling jaarverslag.
o Domeinnamenrecht  internetadressen, zijn niet beschermd behalve als het
samenvalt met een merk- of handelsnaam. Bijv. geenstijl.nl of efteling.com.
- Intellectuele prestaties:
o Octrooirecht ca  de bescherming van technische uitvindingen:
▪ Octrooirecht
▪ Kwekersrecht
▪ Chipsrecht
Voorbeeld: Octrooirecht Veeguitvinding Apple.
o Auteursrecht ca  het recht voor de creatieve en informatieve mensen. De
literatuur, film, muziek, schilderkunst, etc.
▪ Auteursrecht
▪ Naburige rechten  uitvoerende kunstenaars, fonogrammen (puur voor de
investering, moeite die je hebt geleverd, het gaat niet om creativiteit),
omroepen (WNR): dit is geen eigen recht, maar in
▪ Databankenrecht
Voorbeelden:
▪ Apenselfie (Slater/Wikipedia)  Slater had een camera verloren of
neergezet en Naruto had hem gepakt en selfies gemaakt. Wie had de
auteursrechten? Slater kon steenrijk worden als hij de auteur was geweest.
Maar dieren kunnen naar Nederlands recht geen drager zijn van subjectieve
rechten en dus geen auteur zijn. Maar in VS was dit wel mogelijk. Dus kwam
de PETA op voor de rechten van Naruta. 25% van de rechten gaat nu naar
een stichting die zich inzet voor de kuifmakaken in Indonesië.
▪ Portretrecht  EHRM: ook gewone mensen hebben portretrechten. Die
hadden ze in Nederland niet echt.
o Modellenrecht:
▪ Het gaat om industriële vormgeving (Boek 3 BVIE). Dit wordt ook al
beschermd door het auteursrecht. Het is belangrijk dat je weet dat het
bestaat. Het is ongeveer alles wat er is, behalve de mens zelf (stoel, pen,
kleding, waterflesjes, etc.).
- Mengvormen  bijv. het logo kan door merkrecht worden beschermd, maar ook door het
tekeningen- en modellenrecht, auteursrecht.

B. Privaatrechtelijke aard

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper astridmeijerink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  3x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd