Samenvatting en begrippenlijst van het vak Groepsdynamica, gebaseerd op het boek. Alle 17 hoofdstukken worden behandeld, behalve hoofdstuk 16. De samenvatting is kort en krachtig en bestaat uit 35 pagina's. De begrippenlijst bevat meer dan 150 begrippen met betekenis, gesorteerd op alfabet en er st...
H1: Introductie in Groepsdynamica
Een groep bestaat uit tenminste twee personen die verbonden zijn via relaties. De perceptie van
jezelf binnen een groep is de sociale identiteit. Elke groep die bestaat is uniek. Er zijn enkele zichtbare
kwaliteiten van groepen:
Interactie: er zijn veel verschillende manieren van interactie binnen groepen, die allemaal te
herleiden zijn naar twee algemene typen:
o Relatie interactie;
o Taak interactie.
Goal: doelen zijn makkelijker te behalen in een groep dan individueel. Er zijn vier stappen bij
standaard groepsdoelen:
o Generating ideas or plans;
o Choosing a solution;
o Negotiating a solution to a conflict;
o Executing a task.
Interdependence: groepsleden zijn onderling afhankelijk van elkaar (niet altijd). In sommige
groepen komt deze afhankelijkheid van twee kanten en in andere groepen is het
éénrichtingsverkeer;
Structuur: de rollen, zoals leider en volger, maar ook de groepsnormen;
Eenheid: een groep is meer dan de som van leden. Hierbij zijn groepscohesie en entitativity
(de mate waarin de leden de groep als groep zien) belangrijk. De entitativity hangt af van:
o Common fate: overeenkomende uitkomsten;
o Similarity: overeenkomsten in gedrag;
o Proximity: nabijheid.
Er zijn ook verschillende typen groepen:
Primary group: een kleine, lange-termijn groep met een grote persoonlijke waarde en
eenheid. Er is hoge betrokkenheid, de groep is belangrijk in het leven van de leden en vaak
zijn de leden niet vrijwillig lid geworden (familie);
Social group: grotere en formelere groepen dan primaire groepen. De duur is vaak korter en
er is minder betrokkenheid. Dit zijn ook wel secondary groups;
Collectief: een grote groep individuen die hetzelfde gedrag vertonen, zoals mensen in een rij,
publiek in een bioscoopzaal of mensen die naar een brandend huis kijken op straat;
Categories: een groep vergelijkbare mensen zonder sociale betekenis, zoals mensen uit
dezelfde stad, met dezelfde huidskleur of gokkers. Deze categorieën kunnen veranderen in
een groep met hoge invloed.
Bij onderzoek ontstond de vraag over het level van analyse. Moeten de groepsleden individueel of als
groep bestudeerd worden, of beide? Durkheim noemt collective conscious (groupmind) een
verenigende kracht die groepsleden bindt. Allport ontkende het bestaan van groepen en noemde het
een som van de acties van individuen, wat ervoor heeft gezorgd dat onderzoekers het begrip ‘groep’
beter moesten definiëren. Sherif bewees het bestaan van een groepsnorm door groepsleden te laten
inschatten hoe ver een lichtje in het donker verschoven was. De antwoorden passen zich aan elkaar
aan. Dit gebeurde ook als een groepslid werd vervangen door een nieuw iemand. Dit bewijst dat de
norm zich op groepslevel bevindt in plaats van op individueel niveau. Groepen hebben een grote
invloed op hun leden. Dit wordt onder andere laten zien in de experimenten van Triplett en Milgram.
Groepen beïnvloeden ook de samenleving, bijvoorbeeld door religieuze groepen. Bruce Tuckman zegt
dat groepen door vijf fasen van groepsontwikkeling gaan:
, Forming: leden leren elkaar kennen;
Storming: conflicten ontstaan en doelen worden gesteld;
Norming: er wordt structuur aangebracht;
Performing: de groep werkt aan de taak;
Adjourning: de groep houdt op met bestaan (nadat de taak is volbracht, maar kan ook al in de
eerdere twee fasen).
Bij het beoordelen van groepen moet rekening gehouden worden met de micro-level, meso-level en
macro-level. Deze levels kunnen zowel positief als negatief met elkaar samenhangen.
,H2: Groepen bestuderen
Metingen in groepen
Het eerste wat meestal gedaan wordt bij het bestuderen van groepen zijn observaties. Het
Hawthorne effect houdt in dat mensen zich anders gedragen, wanneer ze weten dat ze bestudeerd
worden. Er zijn verschillende soorten observaties:
Openlijke observatie: de groep weet dat en waarom het bestudeerd wordt;
Verborgen observatie: de groep weet niet dat het bestudeerd wordt;
Participant observatie: observeren terwijl je onderdeel bent van de groep;
Gestructureerde observatiemethode: acties van groepsleden worden in bepaalde categorieën
geplaatst. Dit is een vorm van een kwantitatief onderzoek:
o Interaction Process Analysis (IPA): categorisatie in twaalf categorieën op basis van
relatie- en taak interactie;
o Systematic Multiple Level Observation of Groups (SYMLOG): categorisatie in 26
categorieën op basis van dominantie, vriendelijkheid en acceptatie van autoriteit.
Naast observaties wordt er ook gebruik gemaakt van zelfrapportage, oftewel self-report measures. Er
wordt aan de groepsleden zelf gevraagd wat ze vinden, denken of voelen. Dit kan worden gedaan
door een interview of een enquête. Een sociometrie is een samenvatting van patronen van relaties
tussen groepsleden. Hieruit kan gevonden worden wie populair is en wie geïsoleerd is. Ook kunnen
clusters gevonden worden.
Bij metingen in het algemeen zijn twee zaken van groot belang:
Betrouwbaarheid: de mate waarin
een meting dezelfde resultaten
behaalt, wanneer het herhaald
wordt;
Validiteit: de mate waarin een
meting meet wat het moet meten.
Onderzoeksmethoden in groepsdynamica
Naast een goede meting is ook een goede onderzoeksmethode belangrijk. Hoewel er veel
verschillende methoden zijn, zijn er drie methoden die erg populair zijn:
Case studie: het in detail bestuderen van één groep of een paar groepen:
o Voordelen: gedetailleerde kwalitatieve informatie. De focus ligt op bonafide groepen.
Dit zijn groepen die op een natuurlijke manier ontstaan;
o Nadelen: het is niet altijd te generaliseren. Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van
kwantitatieve informatie, wat ervoor zorgt dat de interpretatie van de informatie
bevooroordeeld kan zijn. Tevens worden er zelden duidelijke causale relaties
ontwikkeld.
Experiment: hierbij wordt één of meerdere onafhankelijke variabelen gemanipuleerd om het
effect hiervan op de afhankelijke variabele te meten. Tegelijkertijd worden andere variabelen
constant gehouden, zodat deze geen invloed hebben op de afhankelijke variabelen:
o Voordelen: een experiment dan een causale relatie aantonen;
o Nadelen: andere variabelen kunnen niet altijd constant gehouden worden. In het lab
wordt gebruik gemaakt van ad hoc groepen, die niet natuurlijk zijn gevormd. Vaak is
de omgeving zelf ook niet natuurlijk.
Correlatie studie: twee of meer variabelen worden gemeten (en niet gemanipuleerd) om de
samenhang tussen deze variabelen te meten. De correlatiecoëfficiënt loopt van -1 tot +1 en
geeft aan welk effect variabele A op variabele B heeft:
o Voordelen: je ontdekt meer over een bepaalde relatie of samenhang;
, o Nadelen: vaak geeft het geen inzicht in de richting van de relatie (causaliteit).
Theoretische perspectieven in groepsdynamica
Binnen de groepsdynamica zijn verschillende perspectieven die deels overlappen:
Motivatie en emotie: hieronder valt de group affective tone. Dit is de collectieve emotionele
stemming van een groep;
Gedrag: hierbij hoort de sociale uitwisselingstheorie. Dit houdt in dat men relaties zoekt die
veel opleveren zonder daar veel voor te hoeven doen;
Systemen: groepen worden als systemen gezien in de systems theory. Een voorbeeld van zo’n
systeem is het input-process-output model;
Cognitie: dit zijn de mentale processen van groepsleden. Hierbij hoort de self-categorization
thoery. Dit houdt in dat men zichzelf in een bepaalde groep indeelt op basis van zijn sociale
identiteit;
Biologie: dit omvat opwinding bij leden in tijden van conflict en het omvat ook de
evolutietheorie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper GlennvL. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.