Samenvatting minor Geweld blok 2; gevolgen van geweld.
Literatuur: ted-talk van Nadine Burke Harris over ACE, Geweld H7 t/m 10 (J. de Vries), Traumasporen deel 1 t/m 4 (B. van der Kolk), Trauma en Herstel H1 t/m 6 (J. Herman).
+ Aantekeningen uit de lessen verwerkt.
[Meer zien]
Laatste update van het document: 11 maanden geleden
Wat betekent acuut trauma en wat is het verschil met chronisch trauma?
Antwoord: Actuut trauma: het herstel is binnen enkele maanden, gaat ge[aard met lichamelijke of emotionele reacties.
- Begeleiding gericht om natuurlijk herstel te bevorderen
- 2 uitgangspunten natuurlijkherstelproces: het is een individueel proces dat voor ieder anders is en het slachtoffer maakt zelf duidelijk wat hij nodig heeft van anderen.
Chronisch trauma: klachten na 3 tot 6 maanden niet verdwenen of zijn erger geworden
- op lange duur lichamelijke, psychische en relationele klachten
- met de tijd vervlakken herinneringen en lijkt er niets aan de hand, maar innerlijk blijft het slachtoffer hangen in het verleden
2.
Welke kenmerken horen onder de diagnose PTSS volgens de DSM?
Antwoord: - Betrokkene is blootgesteld aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwondingen en/of seksueel geweld (zelf overkomen, getuigen, direct familielid/vriend overkomen, herhaaldelijk blootgesteld aan nare details)
- herbeleven
- vermijden
- negatieve gedachten en stemming
- hyperactivatie
- de duur van de stoornis is langer dan één maand
- de stoornis veroorzaakt significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale/beroepsmatige functioneren of op andere belangrijke terreinen.
- de stoornis kan niet worden toegeschreven aan fysiologische effecten van een middel of somatische aandoening
3.
Leg uit wat de persoonlijke schaduw is
Antwoord: De persoonlijke schaduw ontwikkelt zich in de jeugdjaren. Hier zit alles wat niet past, niet goedgekeurd wordt of wat verboden is zoals; slechte eigenschappen, ervaringen waar we niks mee kunnen, kwaliteiten waarin we gewond raakte en kanten van onszelf die we de schuld geven van het gewond raken.
4.
Leg uit wat de gezinsschaduw is
Antwoord: De gezinsschaduw is alle was die we niet buiten mogen hangen. Hier zit alles wat niet past met het beeld die de buitenwereld heeft van het gezin. Zaken waar niet over wordt gepraat. Veel verborgen leed. Alle ingehouden irritaties en niet uitgevochten ruzies.
Het gebeurd vaak dat degene die het deelt als de kwaaie gezien wordt en woede van de familie over zich heen krijgt.
5.
Leg uit wat de culturele schaduw is
Antwoord: Wat taboe is in de cultuur verdwijnt in de culturele schaduw.
Zondebokfenomeen; een ander offeren als verzoening voor de eigen zonden voor de eigen redding.
Iedere tijd heeft zijn eigen schaduwen, die ook veranderen met het veranderende bewustzijn van de mensen. Met verandering worden taboes uit de schaduw gehaald.
De persoonlijke en gezinsschaduw zijn hierin gekaderd.
Bijv. racisme
6.
Leg uit wat slachtoffer-daderpolariteit betekent in relaties
Antwoord: Iedere slachtoffer heeft in zijn schaduw een dader zitten (bijv. woede) en iedere dader heeft in zijn schaduw een slachtoffer zitten (bijv. hulpeloosheid). Ieder mens heeft dus beide polen (dader en slachtoffer) in zich. Het lijkt een archetypische polariteit. Archetypisch als in: ervaringen en beelden of oer patronen die deel uitmaken van dat deel van het menselijke dat gemeenschappelijk is.
Zolang we niet bewust zijn van onze eigen verdrongen slachtoffer- of daderkant, zullen we des te sterker reageren op ons partner. Wat we weg stoppen in ons schaduw, projecteren we op de ander waardoor dit bij de ander meer tot uiting kan komen.
7.
Waar ligt de oorsprong van slachtoffer-daderpolariteit?
Antwoord: De oorsprong van slachtoffer-daderpolariteit lijkt te liggen in het gewond-zijn en vooral in de ervaring van de pijn van het gewond-zijn. Deze ervaring van pijn wordt weggehaald doordat deze in tweeën wordt gesplitst in:
- Innerlijke ervaring van het slachtoffer zijn
--> hulpeloosheid en eenzaamheid, gedrag van angst en paniek, machteloosheid en afhankelijkheid van anderen, doen vaak een beroep op anderen, voornamelijk vrouwelijk geweld als er sprake is van geweld.
- Innerlijke ervaring van de dader zijn
--> woede over het gewond raken, gedrag van actief bestrijden of onder controle houden, gevoel van macht hebben, onafhankelijk, vooral mannelijk geweld als er sprake is van geweld.
8.
Teken het schema van slachtoffer-daderpolariteit
Antwoord: antwoord vind je op pagina 12 van de bijbehorende samenvatting of op bladzijde 157 van het boek Geweld van Joke de Vries
(plaatjes kunnen niet in dit kader worden geplaatst, excuses)
9.
Wat zijn de kenmerken van een slachtoffer en slachtoffer gedrag?
Antwoord: Zich hulpeloos en eenzaam voelen.
Hun overlevingsstrategieën zijn gericht op gedrag van angst en paniek, machteloosheid en afhankelijkheid van anderen. Ze doen een beroep op anderen.
Gebruiken vrouwelijk geweld als ze geweld gebruiken.
Ze zijn enerzijds boos over wat hen is overkomen, anderzijds klampen ze zich vast aan hun identiteit als slachtoffer (paradox)
Om vanuit de slachtofferidentiteit te kunnen leven heeft men de erkenning daarvan door anderen nodig. Erkenning; betekent dat anderen zich verantwoordelijk voelen voor het welzijn van het slachtoffer. Zolang men zich vastklampt aan erkenning door familieleden of door dader(s), stelt men de eigen ervaringen ondergeschikt aan de reacties van anderen. Daarmee blijft men slachtoffer van anderen.
Slachtoffers worden nogal eens gezien als ‘zielig’. Maar hoe ze omgaan met het geweld in hun leven en hoe ze hebben leren overleven is een gevolg van eigen keuzes. Een keuze die zich pas opdringt als men in de gaten krijgt hoe men zelf, maar ook de naaste omgeving, geleefd wordt door de overlevingsstrategie.
10.
Wat zijn de kenmerken van de dader en bestrijdersgedrag?
Antwoord: Daders hebben woede over het gewond raken. Hun overlevingsstrategieën richten zich op gedrag van actief bestrijden of onder controle houden, waarbij gevoel van macht over de situatie en niemand nodig te hebben (onafhankelijk).
Vooral mannelijk geweld als er sprake is van geweld.
Dader = de persoon die iemands integriteit beschadigd of dreigt te beschadigen.
--> Onbewust of bewust maakt niet uit voor de schuldvraag.
Dader:
• Handelt uit egoïstische motieven, op zichzelf gericht. De ander bestaat ten dienste van de dader
• Anderen moeten voldoen aan het beeld dat de dader heeft.
• Erkent nooit schuld of onenigheid, ligt altijd aan de ander of bij de omstandigheden
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Geweld blok 2 (Minor geweld HR)
Literatuur: ted-talk van Nadine Burke Harris over ACE, Geweld H7 t/m 10 (J. de Vries),
Traumasporen deel 1 t/m 4 (B. van der Kolk), Trauma en Herstel H1 t/m 6 (J. Herman).
+ Aantekeningen uit de lessen verwerkt.
Alle tekst in het oranje is als belangrijk aan gemerkt door de docent.
Inhoud
Week 1....................................................................................................................................................3
Geweld H7: de gevolgen van geweld..................................................................................................3
Geweld H8: overlevingsstrategieën....................................................................................................5
Geweld H9: Geweld in ieder mens......................................................................................................7
Geweld H10: Slachtoffers en daders.................................................................................................10
TED-talk Nadine Burke Harris over ACE............................................................................................13
Week 2..................................................................................................................................................14
Traumasporen deel 1: De herontdekking van trauma.......................................................................14
H1: de lessen die ik leerde van Vietnamveteranen.......................................................................14
H2: Revolutionaire veranderingen in ons begrip van het brein en de geest.................................15
H3: een kijkje in het brein: de neurologierevolutie.......................................................................18
Traumasporen deel 2: Trauma en je brein........................................................................................19
H4: Rennen voor je vege lijf: de autonomie van het overleven....................................................19
H5: Verbindingen tussen het lichaam en de hersenen..................................................................23
H6: het verlies van je lichaam, het verlies van jezelf.....................................................................25
Week 3..................................................................................................................................................27
Traumasporen deel 3: de kindergeest...............................................................................................27
H7: Op dezelfde golflengte komen: gehechtheid en afstemming.................................................27
H8: Gevangen in relaties: de prijs van mishandeling en verwaarlozing........................................30
H9: Wat heeft liefde daarmee van doen?.....................................................................................30
H10: De complexe posttraumatische-stressstoornis: de verborgen epidemie..............................32
Deel 4: De sporen van trauma..........................................................................................................35
H11: Geheimen onthullen: het probleem van de traumatische herinnering................................35
H12: De ondraaglijke zwaarte van het herinneren........................................................................36
Week 4..................................................................................................................................................37
Trauma en herstel deel 1: Traumatische stoornissen........................................................................37
H1: Een vergeten geschiedenis.....................................................................................................37
H2: Angst......................................................................................................................................40
H3: Verlies van verbondenheid.....................................................................................................42
Week 5..................................................................................................................................................44
1
, H4: Gevangenschap......................................................................................................................44
H5: Kindermishandeling................................................................................................................46
H6: Een nieuwe diagnose..............................................................................................................47
Leerdoelen en benodigde competenties voor tentamen......................................................................50
2
,Week 1
Geweld H7: de gevolgen van geweld
Fight, flight, freeze of faint
Normaal reageert een lichaam op een (dreigende) beschadiging door snel een intern
verdedigingssysteem te activeren verhoogde paraatheid (adrenaline, verhoogde
concentratie, prikkels niet voelen). doel is overleven.
Je bent bewust van de werkelijkheid en besluit flight or fight. Wanneer vechten of
vluchten niet kan raakt het verdedigingssysteem ontregeld en traumatische reacties
kunnen optreden. Bij een traumatische reactie blijft het lichaam in verdedigingsstand
staan terwijl het gewaar verdwenen is. Mensen vluchten figuurlijk, wanneer vechten of
vluchten niet mogelijk is, door lichamelijk te verstijven, verlamd te raken (freeze), door
flauw te vallen (faint), door ‘uit het lichaam te treden’ of in een fantasiewereld te gaan
leven.
Eenmalig of langdurig geweld
De gevolgen van een eenmalig incident zijn over het algemeen minder groot dan die van
langdurig geweld. Als mensen het gebeurde wegstoppen zit dit het natuurlijke
herstelproces in de weg en kan dit op den duur tot uitlopende klachten leiden.
Acuut trauma: herstel binnen enkele maanden, gaat gepaard met lichamelijke
of emotionele reacties.
Begeleiding gericht om natuurlijkherstel te bevorderen.
Debriefing (rapportage); kort na afloop emoties/gevoelens kwijt over gebeurtenis.
Er zijn ook aanhangers die geloven dat debriefing meer schade kan geve, vooral
debriefing is gestructureerde vorm.
2 uitgangspunten natuurlijkherstelproces:
Het is een individueel proces, dat voor ieder anders is.
Slachtoffer maakt zelf duidelijk wat hij nodig heeft van anderen en wanneer.
Hulpverleners kunnen natuurlijkherstelproces bevorderen door goede informatie te
geven en door beschikbaar te zijn als de ander om hulp vraagt.
Chronisch trauma: klachten na 3 tot 6 maanden niet verdwijnen of zelf erger
worden
Op lange duur lichamelijke, psychische en relationele klachten.
Met de tijd vervlakken herinneringen en lijkt er niks meer aan de hand. Maar
innerlijk blijven ze hangen in het verleden.
-> niet leven maar overleven, niets voelen, niet weten wat liefde is, weinig
energie, snel boos, niet kunnen genieten, niet de ervaring zinvol te leven.
Als er sprake is van langdurig/veelvuldig geweld is de kans nihil op
natuurlijkherstel
Het meest bekende gevolg van geweldervaringen is de posttraumatische stress stoornis
(PTSS).
Informatie is belangrijk
Informatie belangrijk omdat:
Belangrijk om te weten wat normale reacties zijn, dat mannen en vrouwen
anders kunnen reageren, dat de een emotioneler kan reageren dan een ander.
Het is van belang dat de omgeving van de persoon geïnformeerd wordt zodat zij
steunend kunnen zijn voor de persoon.
Ook is het belangrijk om onwaarheden duidelijk neer te zetten.
Hoe sneller de juiste informatie, des te meer profijt ze daarvan hebben in de
maanden daarna.
3
, Direct na traumatische gebeurtenis informatie brengen, mensen zijn dan open en sterk
geconcentreerd en hebben vaak weinig emotionele reacties .
Ingrijpende ervaringen bevinden zich in het onbewuste; SAM; situationeel Accessed
Memory = het geheugen dat via situaties toegankelijk is. Meer desintegratie,
fragmentatie en meer intense reacties.
uit zich in gefragmenteerde flashbacks, dromen en herbelevingen en wordt door
willekeurige stimuli tot gang gebracht.
Het natuurlijke herstelproces bevorderen
Het herstelproces kan bevorderd worden wanneer omstanders een aantal voorwaarden
creëren. De volgende punten zijn hierbij belangrijk:
Herstelproces kan pas op gang komen als iemand uit de gevarenzone is, fysiek in
veiligheid.
De betrokkene moet vanaf het begin de tijd nemen om bezig te zijn met wat er
gebeurd is. (eerste 2 weken gaat dit goed, hierna weerstand tot een week of 6, dan
proces van adaptatie; went aan feit dat het is gebeurd en kan er over praten/schrijven .
Omstanders de ernst van wat er gebeurd is erkennen en die niet bagatelliseren.
De aanwezigheid van een ondersteunend netwerk van naasten en/of hulpverleners
die beschikbaar zijn is belangrijk. Betrokkene bepaald zelf met wie en wanneer.
Voor betrokkene en de mensen om hen heen is het belangrijk om vooral
gevoelens te uiten.
Deze benadering lijkt effectiever dan gestructureerde verwerkingsprogramma’s.
Geen natuurlijk herstel
Geen natuurlijk herstel betreft vooral mensen die als gevolg van eerdere ervaringen met
geweld bepaalde overlevingsstrategieën hebben ontwikkeld.
De reactie van deze mensen komt op een buitenstaander vaak buiten proporties over in
verhouding met wat er gebeurde. Vaak komt dit voort uit ervaringen in de jeugd. Een
latere geweldservaring kan oud-trauma omhoog halen en de reacties versterken.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
PTSS DSM-V uit boek:
Er moet sprake zijn van een trauma:
Blootgesteld aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwondingen en/of
seksueel geweld
Er moet sprake zijn van onderstaande symptomen:
Traumatische ervaring wordt voortduren herbeleefd
Aanhoudend vermijden van prikkels die gerelateerd zijn aan het trauma
Negatieve veranderingen in gedachten en stemming gerelateerd aan de
traumatische gebeurtenis
Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid
Van alle bovenstaande symptomen geld: deze zijn begonnen of verslechterd na de
traumatische gebeurtenis;
De duur van de stoornis is langer dan één maand
De stoornis veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het
sociale of beroepsmatige functioneren, of het functioneren op andere belangrijke
terreinen.
De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een
middel of aan een somatische aandoening.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ShannaServaas. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.