Hoofdstuk 1: Risicobeheer bedrijven
Met het Wft-diploma schade zakelijk ben je bevoegd om zakelijke klanten te adviseren over de
schadeverzekeringen, met uitzondering van de inkomensverzekeringen.
Risico’s
Er zijn dynamische en statische risico’s. De ondernemingsrisico’s (ook wel dynamische risico’s genoemd) zoals
investeringsbeslissingen, productontwikkeling, aantrekken of afstoten van personeel behoren in de regel niet
tot het aandachtsgebied van de adviseur. Denk hierbij ook aan externe factoren die van invloed zijn op het
bedrijfsbeleid, zoals de AVG, milieuwetgeving, economische sancties etc.
Statische risico’s (zuivere risico’s) houd je je wel mee bezig als adviseur. Dat zijn de risico’s die zich plotseling
en onverwacht kunnen voordoen en alleen tot verlies (schade) van de onderneming leiden.
Risicomanagementproces
Kern van dit proces is dat een onderneming doorlopend weet welke risico’s de continuïteit van de
onderneming kunnen beïnvloeden en welke maatregelen er al dan niet genomen moeten worden om met die
risico’s om te gaan.
Risicobeheer is te verdelen in vijf stappen
- Risico-inventarisatie. Om dit in kaart te brengen is het van belang dat de adviseur het bedrijfsproces
kent van de leverancier tot en met de afnemer. Er wordt een risicoprofiel van de onderneming
gemaakt. Er dient sowieso een bezoek aan de onderneming gemaakt te worden en vooraf kan de
adviseur een bureauonderzoek doen (website raadplegen, jaarrekeningen raadplegen, lopende
contracten bekijken etc.).
- Risicoanalyse. Wat is de impact als een risico zich verwezenlijkt? Daarbij zijn twee overwegingen van
belang, namelijk: hoe groot is de kans dat het risico zich verwezenlijkt? En hoe groot is de omvang
van de schade?
- Risicobehandeling. In deze fase wordt vastgesteld welke risico’s de onderneming zelf kan dragen,
welke kunnen worden vermeden of beperkt en welke moeten worden overdragen en//of verzekerd.
Je kunt de risico’s beperken door preventiemaatregelen en organisatorische maatregelen
Preventiemaatregelen: dat kunnen organisatorische, bouwkundige of technische maatregelen zijn. Denk aan
de VRKI 2.0. Organisatorische maatregelen: deze zijn het belangrijkste. Voorbeelden hiervan zijn
Materiele risico’s: rookverbod, goed sleutelbeheer, controle of deuren goed zijn afgesloten, niet
parkeren voor gevel gebouw, acculaders vrij en apart plaatsen etc
Continuïteitsrisico’s: debiteurenbeheer, bedrijfsgevoelige informatie goed afschermen
1
, Cyberrisico’s: computers vergrendelen bij verlaten werkplaats, instructies op gebied van AVG-
richtlijnen, systemen regelmatig laten testen tegen aanvallen van hackers etc
Aansprakelijkheid: calamiteitenplannen, veiligheidsinstructies aan medewerkers, schone werkvloer,
controle op veiligheid, zorgen dat leveringsvoorwaarden juridisch kloppen etc.
Bouwkundige/technische maatregelen: brand/rookdetectie, beveiligde serverruimte, brandwerende
deuren etc.
- Risicofinanciering. De meest gebruikelijke manier is het verzekeren van risico’s. Het is van belang om
vast te stellen wat de risicobereidheid van een onderneming is.
- Monitoring. Blusmiddelen moeten bijvoorbeeld periodiek gecontroleerd worden. En een
alarminstallatie moet regelmatig getest worden. Vaak worden preventiemaatregelen verplicht
voorgeschreven door verzekeraars. Het niet-naleven daarvan kan verstrekkende gevolgen hebben
voor de verzekeringsdekking.
Hoofdstuk 2: Ondernemingsvormen
De gekozen rechtsvorm bepaalt in belangrijke mate de aansprakelijkheid van de ondernemer. Bij
ondernemingen die geen rechtspersoon zijn is de (mede)eigenaar persoonlijk aansprakelijk voor alle
verbintenissen die de onderneming aangaat. Bij ondernemingen die een rechtspersoon zijn is dat niet het
geval.
Ondernemer en onderneming
Een ondernemer is degene voor wiens rekening en risico een onderneming wordt gedreven. Dat is ook het
kenmerk van een ondernemer: het drijven van de onderneming voor ‘eigen rekening en risico’ of het drijven
van de onderneming ‘op persoonlijke titel’. Winsten en verliezen moet hij zelf dragen.
Definitie onderneming: Een onderneming is een organisatie van kapitaal en arbeid, die erop gericht is
duurzaam deel te nemen aan het maatschappelijk productieproces respectievelijk dienstverleningsproces,
met het oogmerk winst te behalen.
Ondernemingsvormen
Ondernemingen moeten zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (kvK).
Eenmanszaak
De eenmanszaak kan geen rechtspersoon zijn, de eigenaar is zelf met zijn gehele vermogen aansprakelijk voor
eventuele verliezen. Juridisch gezien is er geen onderscheid tussen het ondernemingsvermogen en het
privévermogen van de eigenaar.
2
,Als er een beroep wordt uitgeoefend dan is er sprake van een vrijberoepsbeoefenaar (denk aan arts of
advocaat die een praktijk runt). Een bedrijf als eenmanszaak is bijvoorbeeld een bloemenstal of groentezaak.
Er kunnen meerdere personen werken in de onderneming. Als de ondernemer geen personeel in dienst heeft
dan wordt hij ook wel een zzp’er genoemd.
Maatschap
Een maatschap is een samenwerkingsverband tussen twee of meer vrijberoepsbeoefenaars, de maten. Die
worden ook wel vennoten genoemd. Aan de maatschap ligt een maatschapsovereenkomst ten grondslag. De
maatschap is geen rechtspersoon maar bestaat uit een samenwerking van natuurlijke personen. Elke maat is
voor een evenredig deel aansprakelijk voor alle schulden van de maatschap.
Treedt een van de maten binnen het kader van zijn bevoegdheden namens de maatschap op, dan zijn alle
maten voor gelijke delen aan de derde gebonden, ook al is hun aandeel in de maatschap niet even groot.
Handelt een maat in naam van de maatschap zonder dat hij hiertoe bevoegd is, dan zijn de overige maten
niet gebonden, behalve als de zaak in het voordeel van de maatschap is. De maten die zijn gebonden, zijn dat
ook met hun volledige privévermogen.
De maatschap kent twee verschijningsvormen:
· De stille maatschap (de maten handelen niet samen onder een gezamenlijke naam, bijvoorbeeld
medisch specialisten in een ziekenhuis);
· De openbare maatschap (de maten oefenen hun beroep onder een gemeenschappelijke naam uit,
bijvoorbeeld advocaten, fysiotherapeuten en architecten).
Vennootschap onder firma (vof)
De vennootschap onder firma (vof) is een samenwerkingsverband van twee of meer natuurlijke personen of
rechtspersonen (vennoten of firmanten), die onder een gemeenschappelijke naam (de vennootschaps- of
firmanaam) een onderneming drijven.
Deze vorm wordt ook vaak gekozen als de kinderen van de eigenaar in het bedrijf werken. Doorgaans mogen
de vennoten zelf hun rechten en plichten onderling regelen, zoals de inbreng, verdeling van de winst,
bevoegdheid tot beheren etc. Dit wordt door de afspraken in hun ondernemingsovereenkomst (firma-akte)
bepaald.
De vof heeft een afgescheiden vermogen. Iedere vennoot is voor de bedrijfsschulden hoofdelijk, voor de
gehele schuld, aansprakelijk. Dit betekent dat de ene vennoot kan worden aangesproken voor een
bedrijfsschuld die door een andere vennoot is gemaakt.
In principe is iedere vennoot bevoegd de vof te vertegenwoordigen, maar in het vennootschapscontract kan
deze vertegenwoordigingsbevoegdheid worden beperkt. De hoofdelijke aansprakelijkheid kunnen de
vennoten niet uitsluiten. De hoofdelijke aansprakelijkheid blijft bestaan, ook na ontbinding van de vof, totdat
de schulden voldaan zijn.
Het is ook mogelijk dat twee of meerdere rechtspersonen een vof oprichten. Dat zie je veel in de bouw als
aannemers voor een project samenwerken.
Commanditaire vennootschap (cv)
De commanditaire vennootschap (cv) onderscheidt zich van de vennootschap onder firma door de
aanwezigheid van een of meer stille vennoten naast de gewone (beherende) vennoten. De stille vennoot
of commanditaire vennoot is maximaal aansprakelijk tot het bedrag van zijn commanditaire deelneming,
dat wil zeggen tot het bedrag dat hij zelf heeft ingebracht.
3
, De stille vennoot mag geen rechtshandelingen verrichten. Overtreedt hij deze bepaling, dan wordt hij
vanaf dat moment hoofdelijk en geheel aansprakelijk voor alle verbintenissen van de vennootschap.
Eenmans- Maatschap Vof Cv
zaak
Bevoegdheid tot Alleen Meerdere personen Meerdere Meerdere
handelen personen personen,
afhankelijk
van verdeling
aandelen
Afgescheiden Nee Ja Ja Ja
vermogen
Privé- Ja Ja Ja (maar eerst Ja (beherende
aansprakelijkhei moet vennoot
d ondernemings- volledig; stille
vermogen vennoot
aangesproken slechts tot
worden) inbreng)
Eenmans- Maatschap Vof Cv
zaak
Ondernemings- Ja Nee Ja (eerst moet Ja
aansprakelijkhei ondernemings-
d vermogen
aangesproken
worden)
Hoofdelijke Ja Nee (bij Ja Ja (stille
aansprakelijkhei handeling in vennoot
d hoedanigheid van slechts tot
maat: evenredige inbreng)
aansprakelijkheid
Inschrijving KvK Ja Ja, behalve vrije Ja Ja
beroepsbeoefenare
n
Besloten vennootschap
Hierbij is het bedrijfsvermogen van de bv afgescheiden van het privévermogen van de ondernemer(s).
Het bedrijfskapitaal is uitsluitend verdeeld in aandelen op naam. De vennoten (aandeelhouders) zijn
slechts aansprakelijk tot het bedrag van hun inbreng.
Een ander verschil is dat de bv een rechtspersoon is. De bv (en niet een natuurlijk persoon) is de
contractpartij. Een of meer aandeelhouders kunnen namens de bv rechtshandelingen verrichten.
Naamloze vennootschap
Dit is ook een rechtspersoon en bij een nv kunnen de aandelen zowel op naam als op toonder zijn
gesteld. Aan toonder wil zeggen: vrij overdraagbaar.
4