Samenvatting - Omarm je emoties (Ronald J. Frederick)
Emotiefobie
Eigenlijk zijn de meesten van ons bang voor onze gevoelens. We zijn te bang om de volle
omvang van onze emoties toe te laten en bang om emotioneel dichtbij anderen te zijn. We
zijn bang om kwetsbaar te zijn, de aandacht op onszelf te richten of gewoon bang om een
slecht figuur te slaan. Of we zijn te bang om overspoeld te raken door onze emoties, de
controle kwijt te raken of dat het niet meer zal stoppen als we gevoelens toelaten. We zijn
te bang om gezien te worden zoals we eigenlijk zijn.
Dus wat doen we? We vermijden onze gevoelens, doen er alles aan om er zo snel mogelijk
vanaf te zijn, we stoppen ze weg. We zoeken afleiding, onderdrukken onze gevoelens of
slikken onze gevoelens in, en hopen dat ze snel weer weg zijn.
We voelen onze gevoelens opkomen, maar nog voordat ze er echt mogen zijn, golft er een
grote angst over ons heen, die nietsontziend onze emoties overspoelt en verdooft. Of we
worden onrustig en richten ons op de dagelijkse dingen, zoals het huishouden. We
veranderen van onderwerp, leiden onszelf af met ons werk, de televisie, eten, of trekken
ons terug in stilte. We zijn meesters geworden in controle houden over al onze gevoelens.
We hebben niet door hoe goed we zijn geworden in het wegdrukken van onze emoties, nog
voor ze goed en wel zich hebben aangediend. Sterker nog: we zijn er zo goed in geworden
ze in de kiem te smoren dat we ons er vaak niet eens bewust van zijn dat we überhaupt
gevoelens hebben.
Het vermijden van situaties die gevoelens kunnen oproepen:
● Glimlachen of lachen als je eigenlijk van binnen iets heel anders voelt (zoals
verdriet, boosheid of angst).
● Het moeilijk vinden om stil te staan bij jezelf en wat er vanbinnen bij je leeft.
● Het steeds maar weer piekeren over van alles en nog wat, zonder dat je actie
onderneemt.
● Herhaaldelijk blijven klagen over eenzelfde situatie, zonder er iets aan te doen.
● Altijd controle willen houden over alles.
● Niet weten wat je moet zeggen, of welk gevoel er nu eigenlijk speelt, als iemand
ernaar vraagt.
Bang voor nabijheid of intimiteit in contact met anderen
● Maken dat je wegkomt als je vanbinnen een gevoel op voelt komen, zelfs als er
mensen om je heen zijn die dicht bij je staan.
● Je ongemakkelijk of onprettig voelen als er een stilte valt in een gesprek.
● Je schamen voor een mening, gedachte of een gevoel.
● Je ongemakkelijk voelen als iemand lang oogcontact met je maakt.
● Nerveus worden als iemand zijn of haar gevoelens met je deelt.
● Niet bij machte zijn om te erkennen of openlijk te uiten wat je vanbinnen voelt.
, Vermijden van verdriet of pijn
● Niet willen huilen in het bijzijn van anderen, je tranen inslikken.
Bang zijn om kwetsbaar te zijn of gevonden te worden
● Doen alsof je nergens door geraakt wordt.
● Bang zijn dat je niet kunt stoppen met huilen, de controle verliest of gek wordt als je
je verdriet toelaat.
Bang voor boosheid of om je te laten gelden
● Jezelf niet toestaan om boos te worden.
● Mokken, wrokkig of rancuneus blijven over iets.
● Steeds maar inslikken van boosheid totdat het te laat is en de boosheid er als een
explosie of driftbui uitkomt.
● Het uiten van je boosheid op een passieve manier (passief-agressief, zoals
bijvoorbeeld te laat komen, niet terugbellen, of ‘toevallig’ iets vergeten) in plaats van
duidelijk en direct je boosheid laten zien.
● Moeite hebben met opkomen voor jezelf, of je eigen mening laten horen.
● Je verplicht voelen om steeds maar aardig te blijven doen, terwijl je van binnen
kookt en je daar ook nog eens schuldig over voelen.
Bang voor blijdschap of plezier
● Al heel lang geen echte blijdschap of plezier voelen in je leven.
● Relativeren wat je bereikt hebt.
● Niet je trots of blijdschap met iemand kunnen delen.
● Je ongemakkelijk voelen bij complimenten of lof van anderen.
● Moeite hebben met spontaniteit.
Het zijn niet je gevoelens die ervoor zorgen dat dingen erger worden. Dat wat je doet om je
gevoelens te vermijden, uit de weg te gaan en ze weg te drukken is wat je problemen juist
veroorzaakt.
Als gevoelens in al hun hevigheid even mogen worden gevoeld en verdragen, duren ze juist
erg kort. Soms minuten, soms zelfs maar seconden.
Proberen onze gevoelens te sturen, hen iets op te leggen, is als het zwemmen tegen de
stroom in. We zijn beter af als we leren accepteren dat emoties er zijn en we ze voor ons
kunnen laten werken, in plaats van ertegenin te gaan.
Gevoelens zijn als golven, ze hebben een natuurlijk verloop. Ze wellen op, breken door en
trekken zich dan terug.
Ontstaan van emotiefobie
Het is in onze kindertijd nodig dat onze ouders of verzorgers zich goed kunnen afstemmen
en reageren op onze emoties, om ze te bevestigen en ons de functie en betekenis ervan te
leren. We hebben onze verzorgers nodig om ons te helpen om te gaan met onze emoties,
zoals boosheid, verdriet en het verlangen tot nabijheid, en al helemaal als deze emoties
heel intens of overweldigend zijn. Als ouders baby’s en kleine kinderen helpen hun emoties