SAMENVATTING ARTIKELEN WEEK 1
IFRS EN DE VERHOUDING TOT HET NEDERLANDSE FISCALE WINSTBEGRIP –
KAMPSCHÖER WFR 6590, 9 SEPTEMBER 2004
In de wet VPB wordt verwezen naar titel 9 boek 2 BW waardoor wijzigingen in het
jaarrekeningenrecht voor bepaalde artikelen direct werking hadden.
Sinds 2005 zijn beursgenoteerde ondernemingen verplicht de geconsolideerde jaarrekening
op te stellen aan de hand van IFRS. Ook niet-beursgenoteerde ondernemingen mogen de
jaarrekening opstellen aan de hand van IFRS>
IFRS leidt tot een meer volledig fair value georiënteerde jaarrekening
Zowel het jaarrekeningenrecht en het belastingrecht baseren zich op de bedrijfseconomie.
Belastingrecht:
- Tenzij in strijd met een wettelijk voorschrift
- Tenzij in strijd met algemene opzet of belastingbeginsel
Jaarrekeningenrecht:
- Normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd die
een zodanig inzicht geven in vermogen en resultaat.
IFRS en goodwill: een jaarlijkse impairment test uitvoeren bij IFRS
IFRS schrijft af op basis van de componenten benadering voor vastgoed in eigen gebruik.
Fiscaal is de componentenbenadering niet toegestaan.
IFRS en pensioenregelingen. Defined contribution: de kosten zijn alleen de toegezegde
uitgaven. Bij defined benefit kijkt IFRS door het pensioenfonds heen en komt het
dekkingstekort ten laste van het resultaat van de onderneming. Fiscaal kennen we die
transparantie niet.
IFRS en voorziening groot onderhoud: onder IFRS niet toegestaan. Wanneer kosten worden
verwacht dan moeten deze worden geactiveerd en daarop worden afgeschreven. Fiscaal is
het toegestaan om een kosten egalisatiereserve te vormen art. 3.54 lid 1a IB
IFRS en cumulatieve preferente aandelen. IFRS ziet dit als vreemd vermogen. Fiscaal als
eigen vermogen. Hierdoor staat een verschil in verhouden EV t.o.v. VV en daarbij wordt
fiscaal de rente geherkwalificeerd naar niet aftrekbaar dividend.
IFRS is verplicht een uitgebreide toelichting (disclosure) te geven op de balansposten
GOED KOOPMANSGEBRUIK EN DE KEUZE VAN EEN WAARDERINGSSTELSEL –
LUBBERS NTFR 2012
Mag je voor dezelfde activa en passiva een ander waarderingsstelsel hanteren?
In HR 2 feb 1938 is geoordeeld dat niet voor elk A&P hetzelfde stelsel hoeft te worden
toegepast. Logisch ook, want een BM en voorraad verschillen sterk van elkaar
HR 14 juni 1978: gkg staat toe dat voor verschillende BM een verschillend stelsel van
waardering kan worden gekozen. De vraag rijst vervolgens hoe ver deze verfijning gaat. Mag
je ook voor precies dezelfde BM een verschillend waarderingsstelsel hanteren?
Volgens Lubbers dient te worden aangesloten bij het jaarrekeningenrecht. Het
jaarrekeningenrecht bepaalt dat stelselmatigheid inhoudt dat naar aard en gebruik op
gelijksoortige activa dezelfde grondslag en regels moeten worden toegepast.
HR 11 dec 1957 (BNB 1958/22): sommige vorderingen mogen afwijkend van de rest worden
gewaardeerd.
Hoe omgaan met A-periodieke gebeurtenissen zoals reorganisaties, fusies, kapitaal
uitbreidingen?
, HR 2 maart 1994 (BNB 1994/164): deze a-periodieke gebeurtenissen moeten als
zelfstandige gebeurtenissen worden beschouwd, dus de bestendige gedragslijn is hierop niet
van toepassing.
Conclusie: in de fiscale winstbepaling dient willekeur te worden voorkomen. Volgens Lubbers
moeten we aansluiten bij het jaarrekeningenrecht: gelijksoortige activa op eenzelfde manier
waarderen. Voor a-periodieke gebeurtenissen raadt hij aan deze categorie zo klein mogelijk
te houden.
HERWAARDERING VAN BEDRIJFSMIDDELEN OM VERLIESVERDAMPING TE
VOORKOMEN – C. BRUIJSTEN WFR 2017/184
‘In hoeverre is het mogelijk om stille reserves in BM te realiseren om zo verliesverdamping te
voorkomen?’
Realiseren van de stille reserves in een BM door vervreemding
Als je het BM niet definitief kwijt wilt, dan kun je een sale-and-lease-back toepassen. Ook in
het concern is dat mogelijk door een dochter daarvoor op te richten. Wanneer vervolgens
een FE wordt aangegaan worden aangifte kosten voor de vpb bespaart. Is dit fraus legis?
Waarschijnlijk niet want de staatssecretaris heeft zelf dit idee geopperd om
verliesverdamping te voorkomen. De constructie dient wel enige mate van realiteit te
hebben.
Realiseren stille reserves door inbreng in personenvennootschap
BNB 1960/34 HR: wanneer de inbrenger een hogere fiscale waarde hanteert dan de fiscale
boekwaarde dan is dit herwaarderingswinst voor de inbrenger
BNB 2014/192: gkg dwingt niet om verplicht de inbrenger de herwaardingswinst toe te
passen, maar is wel toegestaan
Realiseren stille reserves zonder vervreemding of inbreng
Hierbij dient een afweging te worden gemaakt tussen het realisatiebeginsel,
voorzichtigheidbeginsel en realiteitsbeginsel.
Daarnaast een onderscheid tussen een incidentele opwaardering en een stelselwijziging
waarbij waardering op werkelijke waarde wordt aangehouden.
- Incidentele opwaardering
Volgens Lubbers is dit toegestaan wanneer het niet stelselmatig gebeurd, maar een
bijzondere omstandigheid dit rechtvaardigt > dit kun je vergelijken met de inbreng in een
personen vennootschap, ook dan is sprake van een bijzondere omstandigheid.
Zonder bijzondere omstandigheid bestaat het gevaar van willekeur. Het past dan niet binnen
de bestendige gedragslijn.
BNB 1990/75: het is mogelijk om winstnemen uit te stellen tot na levering. Het is in strijd met
voorzichtigheidsbeginsel wanneer de winst in aanmerking wordt genomen als deze onzeker
is.
Is het tussentijds herwaarderingswinst nemen dan wel in overeenstemming met
voorzichtigheid?
- Waardering op werkelijke waarde
Waarderingsmethoden voor BM op grond van gkg:
Kostprijs – afschrijving of lagere bedrijfswaarde
Het voorzichtigheidsbeginsel is een belemmerende factor bij waarderen op werkelijke
waarde. Bruijsten vraagt zich af of ook het realisatiebeginsel aan een opwaardering in de
weg staat. De algemene gedachte van realisatiebeginsel:
Bij daadwerkelijke winst, winst nemen
Toegestaan om niet gerealiseerde winst te nemen
Lubbers vindt dat er wel ruimte is voor waardering op werkelijke waarde. Op grond van het
realiteitsbeginsel worden dan stijgingen en dalingen in aanmerking genomen in het jaar dat
ze zicht voordoen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentefiscaal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.