Eindverslag Psychodiagnostiek
Student: xxxx
Studentnummer: xxxx
Cursusnaam: PMH001-233411M Psychodiagnostiek gezondheidspsychologie
Datum: xxxx
Dit rapport is vertrouwelijk, heeft alleen betrekking op de vermelde vraagstelling en een
beperkte geldigheidsduur van één jaar.
1
,Cliëntgegevens
Naam: L.
Geslacht: Vrouw
Leeftijd: 36 jaar
Leefsituatie: Alleenstaand
Opleiding: HBO
Beroep: Marketingmanager softwarebedrijf e-health modules
Verwijzer: huisarts
Datum onderzoek: 24 oktober intake / 1 november terugkoppelingsgesprek
Reden van aanmelding
Cliënte heeft sinds aantal maanden last van spanningsklachten, vermoeidheid, hoofdpijn en
paniekaanvallen. Daarnaast ervaart ze problemen op het werk met concentratie en het tijdig
afronden van haar werkzaamheden. Cliënte heeft via haar werk een e-health module gevolgd
waar ze naar eigen zeggen niet voldoende baat bij heeft gehad, waarna ze zich bij de huisarts
gemeld heeft. Na lichamelijke onderzoeken, waarbij geen medische oorzaak is gevonden,
heeft de huisarts haar doorverwezen naar de psycholoog voor verdere diagnostiek naar de
mogelijke psychische componenten die een rol spelen bij de klachten die cliënte ervaart zodat
een passend behandeladvies gegeven kan worden.
Hulpvraag van de cliënt: waar komen de klachten, zoals de paniekaanvallen, die ik ervaar
vandaan en wat kan ik hieraan doen zodat ze weggaan?
Intake
Cliënte is een 36 jarige alleenstaande vrouw, werkzaam als marketingmanager bij een
softwarebedrijf in e-health modules. Cliënte geeft aan de laatste maanden veel last te hebben
van spanningsklachten, zoals hoofdpijn, piekeren, vermoeidheid en paniekaanvallen. De
paniekaanvallen ontstaan een aantal keren per week, vooral op het werk. Deze uiten zich met
hartkloppingen, warm gevoel, angstgevoelens en het gevoel dat ze komt te overlijden.
Cliënte geeft aan dat de werkdruk en opdrachten steeds meer worden en lange dagen maakt.
Ze geeft aan dat haar concentratie minder goed is dan voorheen, hierdoor presteert ze minder
en krijgt ze werk niet tijdig af. Om die reden neemt cliënte werk mee naar huis om het in de
weekend af te ronden. Cliënte vertelt dat ze thuis veel alleen is, de muren op haar af komen
en ook mede daarom werk meeneemt zodat ze iets om handen heeft.
2
, Volgens cliënte zijn de klachten toegenomen sinds haar relatie met haar vriendin beëindigd is,
een half jaar geleden. Cliënte vertelt dat de relatiebreuk onverwacht was, cliënte had eindelijk
het idee dat ze iemand gevonden had waar ze lange tijd mee samen zou zijn.
Cliënte vertelt dat ze in haar leven een aantal kortstondige, niet serieuze, relaties heeft gehad.
Ze geeft aan dat wanneer iemand dichtbij komt ze altijd het gevaar voelt dat iemand weer weg
zou kunnen gaan, derhalve vindt ze het lastig om iemand toe te laten.
Cliënte komt uit een gezin met vader, moeder en een oudere broer.
Ouders waren veel met hun eigen dingen bezig en haar broer was een aantal jaren ouder,
hierdoor heeft ze nooit een sterke band met hem gehad. Volgens cliënte was moeder iemand
die zaken het liefst vermeed en was ze regelmatig emotioneel, vader daarentegen was het
tegenovergestelde. Dit zorgde regelmatig voor ruzies tussen ouders. Thuis was er geen ruimte
om over gevoelens te praten. Cliënte vertelt in die tijd regelmatig last te hebben gehad van
paniekaanvallen en stress klachten. Vriendinnen had cliënte niet in die tijd, ze durfde niemand
mee naar huis te nemen uit angst dat deze iets mee zouden krijgen van de thuissituatie. De
ouders van cliënte zijn gaan scheiden toen cliënte in de puberteit zat, cliënte vertelt dat ze
periode van ruzie en scheiding als moeilijk en heftig heeft ervaren.
Na de scheiding op 16 jarige leeftijd heeft cliënte bij ouders aangegeven dat ze op vrouwen
valt. Cliënte had het gevoel dat ouders haar geaardheid niet goed keurden en niet
accepteerden. Ouders hebben aangegeven dat ze het raar vinden en dat het vast zou
overwaaien. Cliënte geeft aan dat ze denkt dat ze achteraf gezien beter niet had kunnen
vertellen dat ze op vrouwen valt, zodat ze niet alles over haar heen had hoeven krijgen.
Cliënte vertelt dat ze het gevoel kreeg dat ze niet goed genoeg was en voelde zich heel
eenzaam en niet geaccepteerd. Op dit moment heeft cliënte nog sporadisch contact met haar
ouders en haar broer. Het contact dat er is, is vooral kort en praktisch.
Cliënte vertelt dat ze geen vrienden heeft en erg op zichzelf is. Als ze mensen tegenkomt die
ze kent, zwaait ze maar houdt verdere contact af. Cliënte vertelt te vrezen voor negatieve
reacties over haar geaardheid en angstig te zijn uitgelachen te worden. Op het werk heeft
cliënte een hoge functie, weet ze haar professionele rol en heeft ze het gevoel dat ze iemand
is. Collega’s hebben geen weet van haar privéleven, cliënte geeft aan geen idee wat haar
collega’s van haar geaardheid zouden vinden. Cliënte geeft aan dat ze de vrijdagmiddag
borrel vermijdt en heeft het gevoel geen interessante persoonlijke ervaringen te kunnen delen.
Cliënte heeft altijd als hobby gehad om te koken en lezen, dit doet ze nog zelden. Ze geeft aan
dat ze geen plezier beleeft voor zichzelf te koken, wat resulteert in een slecht eetpatroon.
Cliënte vertelt dat ze niet weet hoe ze verder moet, het voelt uitzichtloos en ze beleeft geen
plezier meer aan dingen.
3