Helpen bij verlies en verdriet
Manu Keirse
Hoofdstuk 2. Verdriet overleven
Verdriet verwerk je niet, dat overleef je. De nadruk moet meer liggen op de relatie die blijft, in plaats
van op iets dat je moet overkomen en verwerken.
De maatschappij verandert: mensen worden ouder, meer zorg gaat naar beroepsmatige zorgverleners
in plaats van burenplichten, etc. Je leert niet omgaan met rouw/verdriet wanneer je het niet ziet.
Vroeger kregen rouw en verdriet vorm in een reeks maatschappelijke gebruiken en gewoonten:
rouwrituelen. Ze gaven het individuele verdriet een sociale/maatschappelijke dimensie. Het werd
zichtbaar, de rituelen hielpen je stilstaan bij het verlies en bevestigden dat het verdriet tijd nodig
heeft. Mensen kregen een reden om naar elkaar toe te gaan: sociale functie. Tegenwoordig ontstaan
nieuwe gebruiken als herdenkingssites, herdenkingsmomenten op verjaardag of sterfdag van de
overledene.
Rouw = hoe je je leven organiseert na een verlies en hoe je de relatie en je leven herdenkt.
Rouw is als een vingerafdruk: herkenbaar voor iedereen, maar toch altijd anders en uniek.
“De tijd heelt alle wonden” -> twee misvattingen: Verlies/verdriet is een wonde/ziekte die moet
genezen & verlies gaat ooit over.
Om verlies te overleven moet je ‘rouwarbeid’ verrichten. Rouwen is geen passief wachten, maar een
activiteit die mentaal, emotioneel en lichamelijk is. Rouwen is werken aan het vinden van betekenis
en heropbouwen van je persoonlijke wereld, die door het verlies is dooreengeschud. Vier rouwtaken:
1. De werkelijkheid van het verlies onder ogen zien
2. De pijn van het verlies ervaren
3. Je aanpassen aan de wereld na dit verlies
4. Weer leren genieten en herinneringen bewaren
Hoofdstuk 3. De werkelijkheid van het verlies onder
ogen zien
Het ontkennen van de realiteit is een poging om dat wat te zwaar is om te dragen een tijdje op te
schorten tot je het weer aankunt. Om het rouwproces echt in te zetten, moet je de werkelijkheid van
het verlies erkennen.
Om de werkelijkheid van overlijden echt te laten worden, is het belangrijk het overleden lichaam te
zien. Als het niet anders kan, eventueel alleen een hand of vinger. Als je een overledene bestempelt
als ‘niet toonbaar’, dan is de voorstelling vaak veel erger dan de werkelijkheid.
Wanneer je de realiteit ontkent, kun je vastlopen in die eerste rouwtaak. Ontkenning kan zich
voordoen in verschillende vormen:
- Doen alsof de overledene ieder moment kan terugkomen, bijv. kamer soort heiligdom maken
- Alles wat je aan de persoon herinnert opruimen zodat je niet geconfronteerd wordt
- Betekenis ontkennen door betekenis van de persoon of zwaarte verlies te minimaliseren.
, Helpen bij verlies en verdriet
Manu Keirse
Hoe kan je helpen?
- Ervoor zorgen dat anderen nauwkeurige informatie krijgen over wat er is gebeurd en dat er
niets wordt achtergehouden. Die info moet meestal worden herhaald, want in die eerste
periode dringen de feiten nauwelijks door.
- Van belang dat de familie na een ongeval of gewelddadige dood de kans krijgt om het
gerechtelijk dossier in te kijken en daarbij wordt bijgestaan door slachtofferhulp. Een goede
voorbereiding over wat je gaat lezen en wat je gaat zien is essentieel.
- Van belang dat nabestaanden de mogelijkheid krijgen meerdere keren hun verhaal te
vertellen. Zo vallen puzzelstukjes geleidelijk op hun plaats.
- Aanmoedigen afscheid te nemen van overledene; als je hem hebt gezien, is het makkelijker
de werkelijkheid van de dood onder ogen te zien. Geloven is subtieler dan beseffen.
- Familie betrekken bij regelen uitvaart, in plaats van alles voor hen regelen.
- Kinderen betrekken, zodat ook voor hen het verlies tastbaar en begrijpelijk is.
Hoofdstuk 4. De pijn van het verlies ervaren
De meest karakteristieke trek van de rouw is niet het voortdurend down zijn, maar de tijdelijke en
hevige pijnscheuten die je ineens overvallen.
Rouw is geen depressie, maar normaal gedrag van evenwichtige mensen. Vaak wordt ten onrechte
antidepressiva voorgeschreven. Soms helpen medicijnen je om toch aan het werk te blijven: ze
verminderen je klachten op korte termijn. Ze kunnen echter ook je rouwgevoelens onderdrukken,
waardoor de pijn niet wordt doorleefd, maar toegedekt. Zo komt de uitgestelde rouw soms jaren
later alsnog weer boven, vaak naar aanleiding van een nieuwe ingrijpende verlieservaring.
Boosheid is een natuurlijke reactie. Je moet dit kunnen uiten. Ook schuldgevoelens komen vaak voor.
Mensen zeggen dat schuldgevoelens normaal zijn, dat dit niet betekent dat je schuldig bent, maar dat
de schuldgevoelens te maken hebben met liefde/verantwoordelijkheid, kan verlichting brengen.
Het ervaren van pijn vraagt soms om een pauze, waarbij je de pijn even wegduwt en ontloopt om bij
te tanken. Je kunt ook de schone schijn ophouden tegenover de buitenwereld, je wilt je omgeving
niet teleurstellen; zij geloven in je vooruitgang en zijn ongeduldig om je weer gelukkig te zien, om je
pijn te verkleinen.
Het niet vervullen van deze tweede taak houdt in: niet voelen, je afsluiten voor gevoelens, alles wat je
eraan herinnert vermijden, op eufore wijze reageren.
Hoe kan je helpen?
- Onderwerp aanraken en mogelijkheden creëren om erover te praten. Juist door te vragen
hoe de rouwende de voorbije dagen is doorgekomen, geef je erkenning voor alle
verwarrende ervaringen en emoties die ze ervaren.
- Leeftijd is geen remedie tegen verdriet. Misplaatste bemoediging, uit onmacht en met de
intentie te helpen, is zelden adequaat. Het verlies niet durven benoemen, de naam niet meer
uitspreken, maakt het dubbel zo erg. Juister hoe het voelt, in plaats van te vertellen hoe het
moet voelen.
, Helpen bij verlies en verdriet
Manu Keirse
Hoofdstuk 5. Aanpassen aan de wereld na verlies
De derde taak van rouwarbeid is je aanpassen aan de nieuwe situatie na een overlijden of het verlies
van iets dierbaars.
- Externe aanpassingen = hoe het verlies je dagelijks leven in de wereld verandert
- Interne aanpassingen = hoe het verlies je zelfgevoel bepaalt
- Spirituele aanpassingen = hoe je geloof in het leven en de toekomst, je waarden en je
veronderstellingen in vraag worden gesteld
De derde taak mislukt als je je niet aanpast aan het verlies. Je kunt jezelf tegenwerken door je
hulpeloos op te stellen, door de vaardigheden die je nodig hebt niet te ontwikkelen of door je terug
te trekken uit je omgeving en je maatschappelijke verplichtingen niet onder ogen te zien.
Soms wordt de overledene geïdealiseerd. Dit zorgt vaak voor problemen in een gezin waar een kind
sterft: de andere kinderen kunnen het gevoel krijgen dat ze niets betekenen in vergelijking met hun
overleden broer of zus. De overledene kan niets meer fout doen. Als je in je verdriet voldoende kans
krijgt om dit geïdealiseerde beeld uit te spreken, neemt de idealisering na een tijd geleidelijk af.
Soms probeert iemand de overledene vast de houden door identificatie. Sommigen nemen interesses
en bezigheden over of bootsen gedragingen na. Sommigen vertonen dezelfde klachten of
symptomen. Soms identificatie in derden: je zou willen dat je kinderen zijn plaats innemen. De oudste
zoon wordt bijvoorbeeld in een ouderrol geduwd na overlijden van vader. Ook het zelf dood willen
zijn is een vorm van identificatie met de overledene.
Hoe kan je helpen?
- Telkens opnieuw luisteren naar iemands verhaal. Zo kun je achterhalen wat hen het meeste
moeite kost, welke nieuwe vaardigheden kunnen worden aangeleerd en waarmee je kunt
helpen.
- Als de gestorvene wordt geïdealiseerd, kan je er beter niet tegenin gaan. Blijf met respect
luisteren. Als het gaat om een overleden kind, kan je extra warmte en aandacht geven aan de
andere kinderen tot de ouders weer in staat zijn hun aandacht evenwichtig te verdelen.
Hoofdstuk 6. Herinneren en weer leren genieten
De vierde taak van de rouwarbeid omvat jullie band bewaren in de herinnering en opnieuw te leren
genieten. Een lichaam sterft, maar niet de relatie. Het einde van rouw betekent niet dat je de band
met de overledene breekt, maar dat je de persoon integreert in je leven en in je netwerken, op een
andere manier dan toen hij nog leefde.
“Je wilt het gemis en de rouw niet echt kwijt. Het is het laatste dat je nog hebt.”
De verinnerlijkte voorstelling van de overledene kan op vier manier bepalen hoe je je innerlijk voelt
en uiterlijk gedraagt:
- Als rolmodel
- Richting geven in specifieke situaties “Wat zou mijn vader gedaan hebben in deze situatie?”
- Verhelderen van waarden “Doordat hij met zware beperkingen moest leven, heb ik geleerd te
genieten van de kleine alledaagse dingen”