100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Praktisch Goederenrecht €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Praktisch Goederenrecht

2 beoordelingen
 70 keer bekeken  4 keer verkocht

De samenvatting is uitgebreid, maar wel duidelijk en makkelijk te lezen.. Deze samenvatting heeft mij laten slagen en ik hoop jullie hiermee ook te laten slagen. Alles staat erin, duidelijk, wetten zijn paars gemarkeerd, opmerkingen in het rood. Vragen of opmerkingen zijn ALTIJD welkom.

Laatste update van het document: 6 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • Ja
  • 7 januari 2018
  • 12 april 2018
  • 50
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (14)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: oguzhanozturk • 5 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: FlorineSchoenmaker • 5 jaar geleden

Thanks!!!!

review-writer-avatar

Door: sophiepach • 6 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: FlorineSchoenmaker • 6 jaar geleden

Dankjewel. Fijn dat je hem goed vond/vind.

avatar-seller
FlorineSchoenmaker

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 140 Oefenvragen
€3,49 5 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Wat is een absoluut recht?

Antwoord: een recht dat een persoon op een goed kan hebben en dat ten opzichte van eenieder geldt

2.

Wat is een afhankelijk recht

Antwoord: een recht dat niet zelfstandig kan bestaan. Het kan alleen samen met een ander recht bestaan, te weten een vorderingsrecht dat voorkomt uit een geldlening

3.

Wat is een akte

Antwoord: een schriftelijk en ondertekend stuk dat tot bewijs kan dienen

4.

Wat is een appartementsrecht

Antwoord: een recht op het exclusieve gebruik van een gedeelte van een gebouw, tevens recht van mede- eigendom op het gehele gebouw

5.

Wat is een authentieke akte

Antwoord: een schriftelijk en ondertekend stuk dat in de vereiste vorm is opgemaakt door een openbaar ambtenaar. De authentieke akte wordt opgesteld om een feit of handeling vast te leggen en zo nodig als bewijs te dienen

6.

Wat is een beding

Antwoord: bepaling, voorwaarde

7.

beding niet- verandering

Antwoord: bepaling in een hypotheekakte waarin is opgenomen dat de hypotheekgever geen veranderingen aan het registergoed mag aanbrengen zonder toestemming van de hypotheekhouder

8.

beheersbeding

Antwoord: bepaling in een hypotheekakte waarin is opgenomen dat de hypotheekhouder het registergoed in beheer mag nemen, in geval de hypotheekgever ernstig tekort is geschoten in zijn verplichtingen jegens de hypotheekhouder

9.

bekwame spoed

Antwoord: zo spoedig mogelijk

10.

beperkt recht

Antwoord: Een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, dat met het beperkte recht is bezwaard

Hoofdstuk 1 basisbegrippen van het goederenrecht




privaatrecht




Personen- en
Vermogensrecht
familierecht




Goederenrecht Verbintenissenrecht



1.1 goederen, zaken en vermogensrechten

Goederen (art. 3:1 BW): alle zaken en vermogensrechten
Zaken (art. 3:2 BW): alle voor menselijke beheersing vatbare stofelijke objecten

Zaken moeten aan 2 criteria voldoen:
1. Voor menselijke beheersing vatbaar; als we het kunnen vastpakken en er macht over kunnen
uitoefenen
2. Een stofelijk object; bestaat uit een bepaald materiaal, een bepaalde stof

 dieren zijn geen zaken (art. 3:2a, lid 1 BW), alleen lid 2 zegt dat regels m.b.t. zaken ook in
beginsel op dieren van toepassing zijn

Vermogensrechten (art. 3:6 BW): een recht met een bepaalde waarde die in geld is uit te drukken
Onderdelen van wat een vermogensrecht kan zijn:
1. Overdraagbaar: rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn;
of
2. Stoffelijk voordeel: die ertoe strekken de rechthebbende stofelijk voordeel te verschafen;
of
3. In ruil voor stoffelijk voordeel: die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht
gesteld stofelijk voordeel

1. overdraagbaar
 Rechten kunnen dus overgedragen worden
 Kan zowel zelfstandig als tezamen met een ander recht
 Bijv. eigenaar van een bepaald recht kan dit recht aan een ander overgeven
- eigendomsrecht of vorderingsrecht

,2. stofelijk voordeel
 Gericht om de rechthebbende stofelijk materieel voordeel te verstrekken
- smartengeld
- het recht van gebruik


3. in ruil voor stofelijk voordeel
 In ruil voor stofelijk voordeel of in ruil voor toegezegd stofelijk voordeel
Bijv. iemand doet boodschappen voor iemand die slecht ter been is in ruil voor een vergoeding
1. Recht op boodschappen
2. Ontstaan stofelijk voordeel: wekelijkse vergoeding

Zie blz. 13 voor een voorbeeld

1.2 roerende en onroerende zaken
Onroerende zaken (art. 3:3, lid 1 BW): zaken die niet verplaatsbaar zijn
 De grond; tuin, park, weiland
 Delfstofen die nog niet gewonnen zijn : gesteenten en mineralen uit de grond
 Beplantngen die met de grond verenigd zijn ; bomen, struiken, planten etc. planten in een
pot zijn roerende zaken, planten in de grond die zijn geplant onroerend
 Gebouwen die duurzaam met de grond zijn verenigd ; gebouwen die duurzaam op of in de
grond zijn gebouwd en niet zomaar te verplaatsen zijn
 Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd; bouwsel die geen gebouw zijn,
kunstwerken, stellages
 Gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen of werken duurzaam met
de grond zijn verenigd; die aan andere gebouwen en/of werken ‘vastzitenn en door die
verbinding duurzaam met de grond zijn verenigd

Roerende zaken (art. 3:3, lid 2 BW): alle zaken die niet onroerend zijn. Verplaatsbaar.

1.3 hoofdzaak en bestanddeel
Bestanddeel (art. 3:4 BW): een zaak die volgens verkeersopvatng deel uitmaakt van een andere
zaak, of een zaak die zodanig met een andere zaak is verbonden, dat deze niet zonder meer van die
andere zaak is los te maken. Dus wanneer wij vinden dat het deel uitmaakt van een andere zaak
 Tweede omschrijving bestandsdeel:
Art. 3:4, lid 2 BW: een zaak die met een andere zaak wordt verbonden en daar niet meer van
kan worden afgescheiden zonder dat er beschadiging optreedt

Verkeersopvatng: de omgang van mensen met elkaar in de maatschappij

Hoofdzaak en bestandsdeel zijn één geheel
 Bomen die met de grond zijn geplant zijn een bestandsdeel van de hoofdzaak (grond)



1.4 registergoederen en niet- registergoederen
Registergoederen (art. 3:10 BW): goederen waarvan de overdracht of de vestging in de daartoe
bestemd openbare registers moeten worden ingeschreven

Openbare registers (art 3:16 BW): registers waarin informate m.b.t. registergoederen wordt
opgeslagen. De registers zijn voor eenieder toegankelijk ter raadpleging

,Kadaster: de instante die de openbare registers voor onroerende zaken bijhoudt en die ervoor zorg
draagt dat de gegevens of vestging worden ingeschreven. Naast onroerende heb je ook bepaalde
roerende zaken:
Voorbeelden registergoederen:
 huis
 bedrijfsgebouwen
 stuk grond
 vliegtuigen
 schepen

1.5 natuurlijk en burgerlijke vruchten, goede trouw
Natuurlijke vruchten (art. 3:9, lid 1 BW): zaken die volgens verkeersopvatng als vruchten van
andere zaken worden aangemerkt.
1. zijn zaken; en
2. deze worden volgens verkeersopvatng als vruchten van andere zaken aangemerkt

Zelfstandige zaak ( art. 3:9, lid 4 BW): wanneer een natuurlijke vrucht wordt afgescheiden van de
hoofdzaak
- appel valt van de appelboom of geplukt, appel is zelfstandige zaak
- puppy geboren, zelfstandig dier, geen zaak

Burgerlijke vruchten (art. 3:9, lid 2 BW): rechten die volgens verkeersopvatng als vruchten van
goederen worden aangemerkt
1. het zijn rechten; vermogensrechten
2. deze worden volgens verkeersopvatng als vruchten van goederen aangemerkt

Voorbeeld:
De rente over een geldbedrag dat op een spaarrekening staat: aan vereiste 1 is voldaan: er is een
recht op rente. Volgens verkeersopvatng wordt het recht op rente als vrucht van een goed ( het
geldbedrag dat op de spaarrekening staat) aangemerkt (vereiste 2). Dit is in het maatschappelijk
verkeer bepaald

Zelfstandig recht (art. 3:9, lid 4 BW): een burgerlijke vrucht op het moment wanneer deze opeisbaar
wordt
- rente wanneer deze opeisbaar is

Goede trouw (art. 3:11 BW):
1. wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heef kende;
2. wanneer iemand feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heef behoorde te
kennen


- iemand is te goeder trouw wanneer hij niet wist en niet hoefde te weten dat feiten of het
recht waarop zijn goede trouw betrekking heef niet juist waren

!!! als een onderzoek niet mogelijk was betekent dat niet meteen dat je niet automatsch te goeder
trouw bent. Het kan je verweten worden dat je de feiten had behoren te kennen

, Hoofdstuk 2 absolute en relateve rechten
Absolute rechten: rechten die een persoon op een goed kan hebben. Geldt voor iedereen
- zowel een recht op een zaak
- zowel een recht op vermogensrecht
rechtssubject goed

Relatieve rechten: rechten die slechts tegenover een bepaalde persoon werken
Rechtssubject rechtssubject

2.2 kenmerken absolute rechten
Er zijn in totaal 8 absolute rechten, beschreven in boek 3 en boek 5

Boek 3 BW:
1. vruchtgebruik; art. 3:201 beperkt recht
2. pand: art. 3:227 beperkt recht
3. hypotheek: art. 3:227 beperkt recht

Boek 5 BW:
1. eigendom: art. 5:1 volledig recht
2. erfdienstbaarheid: art. 5:70 beperkt recht
3. erfpacht: art. 5:85 beperkt recht
4. opstal: art. 5:101 beperkt recht
5. appartement: art. 5:106 beperkt recht

rechtgevolgen alleen bij absolute rechten:
1. zaaksgevolg droit de suite
2. prioriteitsbeginsel droit de priorité
3. bevoorrechte posite droit de préference

1. het absolute rechten blijf op een goed staan, ook al bevindt dat goed zich niet meer in de macht
van de rechthebbende
2. ingeval dat er meer dan één absoluut recht op een goed rust,dan gaat het eerder gevestgde
absolute recht vóór een later gevestgd absoluut recht
3. de rechthebbende neemt een bevoorrechte posite in bij een faillissement van een ander


2.3 onderscheid volledige en beperkte rechten
In het goederenrecht wordt behalve het onderscheid tussen absolute en relateve rechten ook een
onderscheid gemaakt tussen volledige en beperkte rechten (zijn allebei absolute rechten)

Enige volledige recht (van absoluut recht): eigendomsrecht ( art. 5:1 BW)
- de rest van de absolute rechten zijn allemaal beperkte rechten

beperkt recht (art. 3:8 BW) : recht dat is afgeleid uit een meer omvatend recht, hetwelk met het
beperkte recht is bezwaard

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FlorineSchoenmaker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  4x  verkocht
  • (2)
  Kopen