Michelle Wegman
MODULE 4
Samenleving en participatie
Sociaal werk 1:
hoofdstuk 1: sociale kaart en participatie
1,1de sociale kaart
de sociale kaart geeft een overzicht van alle welzijnsorganisaties, het is een goed hulpmiddel om door
te kunnen verwijzen.
Intramurale zorg is ondersteuning die binnen een instelling plaatsvind, extramuraal betekent zorg
buiten de instellingen.
1.2 de kracht van het individu
,Mensen met een hulpvraag hebben net zoals iedereen sterkere en zwakkere kanten, door mensen te
wijzen op hun zelfredzaamheid, kun je hen weer in hun eigen kracht laten geloven.
Zelfredzaamheid betekent dat je zelf in staat bent zelfstandig je leven en eigen problemen op te
lossen. Wanneer mensen meer zelfredzaam worden, stijgt ook hun eigenwaarde.
Sociale contacten zijn belangrijk omdat zij een deel van de zorg kunnen overnemen. De zorg van een
familielid of partner noem je mantelzorg.
Wanneer je mensen in hun eigen kracht zet, help je hen bij het vinden van eigen oplossingen, een
vorm van de eigen kracht is zelfregie. Zelfregie betekent dat je zelf aan het roer van je eigen leven
staat. Zodra iemand een gevoel heeft van zelfregie zal hij zich verantwoordelijk voelen voor zijn eigen
welzijn en zelf sneller op zoek gaan naar oplossingen voor zijn problemen. Er zijn verschillende
manieren om iemand zelfregie te bieden:
- Zelf keuzes laten maken
- Neem niet de regie over
- Ga na of iemand vroeger wel eens zelf problemen heeft opgelost
- Vraag wat de persoon graag wil
- Laat iemand zelf oplossingen bedenken
Waarom wil iemand graag deelnemen in de maatschappij? Redenen kunnen zijn: mensen willen
graag ergens bij horen, mensen kunnen elkaar ondersteunen, mensen worden ongelukkig van weinig
sociale contacten en mensen die een rol vervullen in de samenleving hebben doorgaans meer
eigenwaarde.
1.3 verbinden
Burgerparticipatie betekent dat burgers kunnen meedenken en invloed kunnen hebben op wat er in
de omgeving gebeurt. In een participatiesamenleving draagt elke burger zijn steentje bij. Vroeger
namen alleen de gemeente en de provincie de beslissingen.
Een burgerinitiatief betekent dat een burger of een groepje burgers initiatief nemen om iets te
verbeteren of om iets in te brengen.
Voordelen van burgerparticipatie kunnen zijn: burgers hebben kennis over de leefbaarheid van hun
omgeving, burgers die inspraak hebben zullen minder snel bezwaren indienen tegen de gemeente,
burgers krijgen het gevoel gehoord te worden, de gemeente kan plannen laten aansluiten bij
behoeftes van de burger, burgerparticipatie draagt bij aan een sterker wij-gevoel.
De wensen van de burger kan je op verschillende manieren in kaart brengen, denk aan: praten met
buurtbewoners, op nationale burendag briefjes ophangen, enquêtes, advies vragen bij een
buurtopbouwwerker.
Het kan zijn dat er meerdere mensen de zelfde wensen, vragen en behoeftes hebben, een
buurtopbouwwerker kan dit signaleren, een buurtopbouwwerker heeft de taak om mensen te
ondersteunen bij het verbeteren van hun leef omgeving.
1.4 kritieke beroepssituatie
Zie bladzijde 24 en 25
,1.5 verdieping: de participatiesamenleving
Een participatiesamenleving is een samenleving waar iedereen aan deelneemt en zich met elkaar
verbindt. De participatiesamenleving houdt ook in dat iedere burger zich verantwoordelijk voelt voor
het zoeken naar oplossingen voor zijn eigen problemen en verbinding zoekt met anderen.
Hoofdstuk 2: inzicht in de wijk
2,1 wijkanalyse geeft inzicht
Een wijkanalyse of werkgebiedsanalyse is een hulpmiddel om de situatie in de wijk in kaart te
brengen. Dit kun je gebruiken bij je onderzoek naar een gebied, wijk of dorp.
Zodra de analyse is uitgevoerd weet je wat er leeft in de wijk, hulpverleners kunnen zo op zoek naar
oplossingen.
Onderdelen van een brede wijkanalyse kunnen zijn: een beschrijving van de wijk, de voorzieningen of
bijvoorbeeld de achtergronden van de bewoners, de krachten en de kansen van de bewoners of een
schets van de kwetsbare mensen in de wijk.
Een smalle wijkanalyse is bedoeld om slechts een of twee aspecten van de wijk in kaart te brengen.
Vaak word een smalle analyse gemaakt wanneer er een probleem is gesignaleerd, je onderzoekt nu
het probleem en de onderliggende oorzaken.
2,2 het sociale wijkteam
Met het inzicht dat de brede analyse heeft gegeven kan de gemeente het juiste team samenstellen,
dit noem je dan het sociale wijkteam.
Een sociaal wijkteam is een team van hulpverleners met een vaste plek in de wijk. Het team bestaat
uit minimaal 3 generalisten, dit zijn mensen die veel weten van verschillende dingen en meerdere
vaardigheden hebben.
De volgende samenstelling van een sociaal wijkteam is:
- Een generalist samenlevingsopbouw
- Een generalist individuele ondersteuning, vaak sociaal werker
- Een generalist zorg, meestal is dit de wijkverpleegkundige
Je kunt het team ook versterken met specialisten, dit is iemand met veel kennis op 1 specifiek gebied.
De doelen van een sociaal wijkteam kunnen zijn: participatie van bewoners, ondersteunen,
vraagbaak, versterken van de eigen kracht, doorverwijzen of op tijd signaleren.
De gemeente of het sociaal wijkteam voert de wijkanalyse uit, de gemeente doet dit als de analyse
uitgevoerd moet worden voor er een team is samengesteld.
2,3 stap voor stap
, Je kunt het best werken met een stappenplan, de stappen zijn:
- Onderzoeksvragen opstellen
Voordat je de wijkanalyse begint, stel je de onderzoeksvraag op. Je bedenkt dan wat je precies wil
onderzoeken.
- Samenwerken
De tweede stap is met wie je wil samenwerken, wie heb je nodig om te bereiken wat je wil weten?
Sluit hierbij ook organisaties buiten je wijk niet uit, wie weet hebben zij of belangrijke toevoegingen
of informatie
- Informatie zoeken
Verzamel zo veel mogelijk informatie, over de wijk is nu al een hoop bekend, maar je kunt nog
informatie krijgen van een collega of een buurtopbouwmedewerker. Maak aantekeningen over
belangrijke dingen en vragen die in je opkomen
- Aspecten van de wijk bepalen
Denk hierbij aan de bevolkingssamenstelling, woningen, omgeving, economie, faciliteiten, veiligheid
en andere zaken die je wil weten of bent tegengekomen
- Belangrijke partners interviewen
Nadat je informatie hebt verzameld kun je afspraken maken met mensen die nog belangrijke
informatie voor je onderzoek hebben
- Wijkbijeenkomsten organiseren
Je organiseert een bijeenkomst om in gesprek te gaan met wijkbewoners, je probeert zo antwoord te
krijgen op vragen die nog niet zijn beantwoord.
- Kansen en krachten benoemen
Nu heb je echt een goed beeld. Je kunt nu een overzicht maken van de kansen en krachten van de
wijk. De krachten zijn de positieve onderdelen van de wijk, denk aan een speeltuin waar kinderen en
ouderen elkaar ontmoeten. Kansen zijn verbeterpunten van de wijk, denk aan een drukke weg bij een
school of iets anders dat zorgt voor spanningen in de wijk.
- Beantwoorden onderzoeksvraag
Na de uitvoering van de analyse heb je genoeg informatie verzameld om antwoord te geven op je
onderzoeksvraag. Dit noem je ook wel de conclusie. De conclusie hoef je alleen te benoemen bij een
smalle wijkanalyse, bij een brede wijkanalyse is een overzicht van kansen en krachten voldoende
- Verslag maken
Al je bevindingen schrijf je op in een verslag, dit is de uiteindelijke wijkanalyse. In je verslag zet je in
ieder geval 3 onderdelen: een beschrijving van de aspecten die je onderzocht, het beeld van de
bewoners en het antwoord op je onderzoeksvraag.
2,4 gesloten of open vragen
Als je vragen stelt aan bewoners moet je eerst nadenken over de antwoorden die je wilt hebben.