Complete samenvatting van de humane biologie 1 lessen in course 6, studie jaar 2. De samenvatting is per week geschreven en is dus gebaseerd op de stof die behandeld is per les. De samenvatting is volledig en bevat alle stof die men dient de leren voor het humane biologie 1 gedeelte in de kennistoe...
Humane biologie 1 course 6
Aantekeningen les week 1
Hoofdstukken 1-4-5-6-7-8-9-10 uit je boek. Aller eerste stap als je weefsel hebt ga je fixeren.
De volgende stap is dehydreren om water uit het weefsel te halen. De intermediaire stof die
zowel met alcohol mengt als met parafine is ultra clear en zorgt voor het ophelderen. Daarna
dient het weefsel te worden geïmpregneerd met parafine. Vervolgens de coupe kleuren en
snijden. Uiteindelijk kan de coupe worden bekeken onder de microscoop.
Soorten microscopie. Je hebt lichtmicroscopie, elektronenmicroscopie en Atomic Force
microcopie. Onder lichtmicroscopie vallen de Bright field (de ‘gewone’), de fluorescentie, de
fase-contrast, de confocaal, de polariserend. Deze microscopen maken allemaal gebruik van
zichtbaar licht. Onder elektronenmicroscopie vallen transmissie en scanning. Verder bestaat
er Atomic Force microscopie.
Opdracht welke microscoop hoort bij welke plaatje? (toets vraag).
1. Scanning (deze scant het oppervlak). Oppervlak wordt gecoöt met zwaar metaal en
elektronen worden daarop afgeschoten. Krijg je 3D plaatjes van.
2. Fluorescentie. In blauw is celkern aangekleurd. In het groen is het cytoskelet.
,3. Fase-contrast. Is voor levende cellen (is bij de celkweek). Cellen hoeven niet behandeld te
worden om toch levende cellen te kunnen bekijken.
4. Atomic Force microscoop. Helemaal door computer gemaakt.
5. Transmissie elektronenmicroscoop. Op het plaatje is een celkern gezien. Het donkere
gedeelte is de nucleolus en je ziet chromatine.
,6. Bright Field, de gewone microscoop.
Er zijn drie lenzen in een lichtmicroscoop. De condensorlens, de
objectieflens en de oculair lens. Ze hebben ieder een andere
functie. Functie in het algemeen is het vergroten van het beeld.
De objectieflens zorgt voor het verhogen van de resolutie (zorgt
voor een vergroting van het beeld). De condensor les zorgt voor
de bundeling van het licht. De oculair lens zet er ook een
vergroting boven op (maar voegt niet meer toe aan de
hoeveelheid details die je kan waarnemen).
Het doel van de gewone microscoop is een zo helder mogelijk
beeld verkrijgen met veel details zichtbaar.
Resolutie is de kleinste afstand dat je twee punten gescheiden
van elkaar kunt zien. Hoe hoger je resolutie, hoe meer details je zichtbaar hebt in je beeld.
Resolutie is scheidend vermogen. Als je iets niet goed kunt zien, dan is je resolutie niet goed
genoeg. Je kan dat verbeteren door of wel een grotere vergroting te pakken of wel de
microscoop op de juiste manier in te stellen of een betere objectieflens. Het doel van de
lichtmicroscoop is om een zo helder mogelijk beeld te verkrijgen met veel details zichtbaar.
Resolutie wordt bepaald door de kwaliteit van de objectieflens (numerieke appertuur, NA).
Hoe hoger de NA, hoe meer licht er vanuit het preparaat kan worden opgevangen (hoe meer
details) en dus hoe beter de objectieflens is. Als je een hogere NA hebt dan kan er meer licht
in de lens komen en kan je meer details waarnemen.
Het tweede waardoor resolutie wordt bepaald is de golflengte. Licht reist in golfjes. Een
object dat ongeveer de helft zo groot is als de golflengte kan worden onderscheiden.
Zichtbaar licht zit tussen de 400 en 700 nm = labda). Resolutie is circa 200 nm.
De resolutie heeft een relatie met de golflengte. Vandaar deze formule, namelijk R =
labda/2NA. Maximale A = 1.35.
De resolute wordt ook bepaald door de condensorlens. De condensorlens focust de
hoeveelheid licht. Als je je verlichting niet goed instelt dan kan hij niet de juiste hoeveelheid
, licht opvangen en dan gaat je NA omlaag. De condensorlens moet gematched worden met
het objectief. Ook het apertuur diafragma (invallend licht) moet goed gesteld worden. Dit
alles zorgt voor correcte light cone vorming. Als je dus een fase-contrast microscoop hebt
dan zet je je de lichtintensiteit wat lager.
Condensor (apertuur diafragma). Apertuur diafragma is de kartelring onder de tafel. Als je
objectief lager komt te hangen dan moet de lichtkegel worden aangepast. Apertuur
diafragma moet dus voor ieder objectief worden aangepast. Het is dus van belang bij het
microscopiseren dat er een correcte instelling wordt toegepast. Deze instelling heet de
Köhlerse instelling (moet je goed kunnen schrijven op de toets).
Elektronenmicroscoop. Voordeel is dat je een veel lagere resolutie hebt (tot 1 nm). Komt
omdat elektronenmicroscopie gebruik maakt van elektronen. Elektronen hebben een veel
kleinere golflengte (labda) dan licht. Elektronen verplaatsen zich ook in golfjes (kleinere
golflengte). Elektronen worden gebundeld met bepaalde lenzen. De lenzen zijn
elektromagneten. Bij de lichtmicroscoop zijn lenzen van glas. Bij de elektronenmicroscoop
gaat het om eenzelfde principe als bij de lichtmicroscoop, maar dan zijn het
elektromagneten. Het is van belang dat je het verschil tussen de SEM en de TEM weet.
* TEM. In de transmissie-elektronenmicroscoop (TEM) wordt een elektronenbundel door een
voorwerp heen gestuurd. Als kleuring van de preparaten dienen zouten van zware metalen
die aan de organellen hechten. De bundel passerende elektronen wordt gericht op een
fluorescerend scherm, zodat er een elektronenschaduw van het oorspronkelijke voorwerp
ontstaat. Een nadeel van deze techniek is dat het voorwerp niet levend bekeken kan worden
en dat het beeld een zwart-wit weergave is. Het grote voordeel is dat voorwerpen tot meer
dan 1.000.000 maal kunnen worden vergroot.
* SEM. Vooral om details van het inwendige van een cel te bekijken, wordt een speciaal
soort elektronenmicroscoop gebruikt, de scanning elektronenmicroscoop (SEM). Met de
SEM zijn vergrotingen van zes miljoen maal verkregen. Bij deze techniek worden
uitgezonden elektronen onder vacuüm op een voorwerp gericht. Cellen of onderdelen
daarvan zullen de elektronenbundel door laten, vandaar dat ze bestoven worden met een
heel dun laagje materiaal dat de bundel kan weerkaatsen. De elektronen die weerkaatst
worden, vallen op een elektronensensor. Via versterkers wordt uiteindelijk van dit signaal
een beeld gevormd op een monitor. Structuren met een grootte van 1 nanometer (een
duizendste micrometer) zijn met een elektronenmicroscoop goed zichtbaar te maken.
Celonderdelen als ribosomen, mitochondriën, endoplasmatisch reticulum, lysosomen zijn
uitgebreid onderzocht met een TEM en SEM.
Elektronenmicroscoop. Versnelde elektronen hebben een veel kleinere golflengte dan
fotonen. Hierdoor is de resolutie veel hoger dan bij de lichtmicroscoop. Het preparaat wordt
bestraald door elektronen. De waarneming van het beeld is met de computer (wordt met de
computer bewerkt en weergegeven). Elektronen gaan interacties aan met het preparaat. De
interacties worden gemeten door een detector. Vervolgens worden de signalen omgezet in
beeld (door de computer). Dit proces vindt plaats in vacuüm. Bij een elektronenmicroscoop is
het van belang dat het in vacuüm is omdat er geen zuurstof bij mag komen. Een
zuurstofmolecuul (gasmolecuul) verstoren het beeld doordat de elektronen tegen dit
molecuul aanbotsen. Hierdoor ontstaat er een onduidelijk beeld. De gasmoleculen verstoren
dus het beeld. Je moet het verschil goed kennen tussen een TEM en een SEM (vooral goed
kunnen onderscheiden of een afbeelding is gemaakt met behulp van een TEM of een SEM).
Bij de TEM zit de detector onder het preparaat. Bij de TEM bekijk je de inwendige structuren
van cellen (je kijkt dus naar de binnenkant). Bij de SEM zit het voorwerp onder de detector
(het voorwerp zit laag en alles zit daarboven). Het weefsel wordt voor behandeld met een
zwaar metaal (meestal goud) omdat zware metalen de elektronen tegenhouden. Anders
neemt het preparaat alle elektronen op en zie je niks. De zware metalen kaatsten de
elektronen terug. Bij de SEM kijk je naar de buitenkant (3D). Bij de elektronenmicroscoop
kunnen geen levende cellen bekeken worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DorianvanKuijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,44. Je zit daarna nergens aan vast.