De ondergang van het Romeinse Rijk
Veel misvattingen over de middeleeuwen: donkere eeuwen, achteruitgang vd
geschiedenis t.o.v. het Romeinse Rijk, gewelddadig. Negatieve connotaties,
“middeleeuwse toestanden”.
Het begrip middeleeuwen
De humanisten
begrip gemunt door humanisten in 14e/15e eeuw. soort heel grote marketingtruc,
verschillen met voorgaande tijd enorm overdreven
humanisten wilden klassieke periode als voorbeeld nemen en aansluiten bij die
periode; de tijd daartussen (media aetas) is feitelijk onbelangrijk; tijd van verval,
barbarij en stilstand
indeling v.d. humanisten: oudheid - middeleeuwen - moderne tijd. deze indeling is
bijzonder invloedrijk gebleken, en ingebed in onze samenleving: moeilijk te
veranderen.
humanisten zagen de middeleeuwen als een periode van barbarij. barbaren waren
onontwikkelde figuren die de klassieke beschaving verwoestten en te gronde
richten.
Narratieven over de middeleeuwen
Edward Gibbon
schreef boek, The Decline and Fall of the Roman Empire. vraag: waarom is het
Romeinse rijk ten onder gegaan?? Beschrijft een radicale breuk tussen het
Romeinse rijk en de periode daarna. Reden daarvoor: doordat het Romeinse
rijk christelijk werd ging er veel meer geld naar de kerk, waardoor er minder
geld was voor seculiere activiteiten: daardoor stortte het Romeinse rijk in elkaar.
Beïnvloed door de tijd waarin hij leefde (eind 18e eeuw) en zijn eigen
denkbeeld (agnostisch).
Peter Brown
veranderend paradigma: Peter Brown, stelde paradigma van Gibbon
fundamenteel ter discussie met boek: The World of the Late Antiquity. nieuwe
Untitled 1
, blik op de late oudheid: geen achteruitgang, maar creativiteit en veranderingen.
destijds had men niet het idee dat het Romeinse rijk was gevallen.
Het Romeinse rijk is getransformeerd. De late oudheid was een
overgangsperiode met enorme culturele innovatie.
Barbara Rosenwein
Neemt afstand van het concept van “Decline and Fall”: ze spreekt liever van
een transformatieproces, steeds meer facetten van verandering en creativiteit.
Rosenwein ziet juist rond 1000 een belangrijk keerpunt, waarmee een nieuwe
periode (en ook deel in het boek) begint. er is een grote breuk rond het jaar 500
en rond 1000, maar eigenlijk geen breuk rond 1500 (het “einde v.d.
middeleeuwen”). de middeleeuwen is dus niet een periode beëindigd door een
revolutie of grote transformatie. 1500 is dus vooral een eindpunt omdat dat nou
eenmaal zo is bepaald, niet omdat het een “logisch eindpunt” is.
Kenmerken van de transformatie
provincialisering: achteruitgang van de urbane samenleving; meer
macht richting rijken in de provincies
Grote rijken kunnen eigenlijk onmogelijk door één persoon geregeerd
worden. Het Romeinse rijk werd door haar grootte kwetsbaar door
aanvallen van binnen- én buitenaf. Oorlogen aan de randen van het rijk
met de barbaren in het noorden en de Sassaniden/Perzen in het
oosten.
Uitholling van de macht in het centrum: te maken met provincialisering.
Aan de randen van het rijk wordt er enorm geïnvesteerd in het leger -
daar zijn mensen voor nodig, en op een gegeven moment lukte dat niet
meer. Daarom werden er soms mensen van buiten gehaald, b.v.
barbaren. Er onstond dus een bevolkingsshift: de macht van de
legerleiding kwam in lokale handen. Deze mensen wilden zelf meer
macht, gingen b.v. geen belasting meer betalen, er werd soms ook een
keizer lokaal gekozen.
Dus sprake van een assimilatie van verschillende volkeren.
opkomst christendom
militarisering
Untitled 2
, De verlichting
middeleeuwen kregen een negatieve klank omdat het zo geassocieerd was met
de christelijke religie: het zou een periode van bijgeloof zijn geweest. men vond
dat de kerk de vooruitgang in de middeleeuwen had tegengehouden.
Romantiek
het narratief van de romantiek: positievere beeldvorming. middeleeuwen
worden “herontdekt”, middeleeuwen worden nu beschouwd als authentieker
dan de klassieke beschaving. de normen en waarden van het classicisme
worden als gekunsteld ervaren; de middeleeuwen zijn daarentegen authentiek
en echt. je ziet hier een soort romantisering van de eigen oorsprong.
Aantal breekpunten van de val van het Romeinse rijk:
410: plundering Rome door de Visigoten.
476: laatste Romeinse keizer, vervangen door Odoacer (de eerste niet-Romeinse
keizer).
Het doet er niet toe wanneer iets gebeurt, zolang je maar weet waarom het gebeurt.
De barbaren
Eén van de factoren die volgens Gibbon leidden tot de val van de klassieke beschaving.
Wie zijn de barbaren?
barbaar komt van Griekse “barbaros”, betekenis: mensen die geen Grieks spreken.
het was geen begrip van de eigen groep, maar een van buitenaf opgelegd etiket.
Romeinen nemen dat begrip over. voor de Romeinen waren barbaren volkeren die
onder de Romeinse heerschappij moesten komen, volkeren die onderworpen
moesten worden: imperialistische ideologie
er waren een aantal “barbaarse koninkrijken”, of “post-Romeinse koninkrijken”.
Visigoten in Sanje, Vandalen in Noord-Afrika, Ostrogoten in Italië, Franken in
Frankrijk/Benelux, Bourgondiërs in Oost-Frankrijk, Angelsaksen in Engeland.
Oude paradigma over de barbaren
Untitled 3
, de volksverhuizingen: grote rondtrekken van de barbaarse volken, die zich
langzaam in delen van het Romeinse Rijk vestigden. dit was geen gecoördineerde
beweging. idee bestond lang dat alle barbaarse volkeren uit Scandinavië komen,
wat een heel merkwaardig idee is. het idee: Goten kwamen oorspronkelijk uit
Scandinavië, en andere volkeren wilden net zoals de Goten zijn.
Nieuwe paradigma over de barbaren
volgens Rosenwein leefden de barbaren in sedentaire samenlevingen: ze trokken
niet continu rond. er waren geen biologische verschillen tussen verschillende
barbaarse volkeren (of tussen Romeinen en barbaren). het zijn vooral culturele
identiteiten.
er zijn dus ook wel culturele verschillen, maar deze zijn voortdurend aan
veranderingen onderhevig.
etnische identiteiten zijn flexibel, maakbaar, veranderlijk: de Goten zijn multi-etnisch
(p. 23). verschillende groepen sluiten zich bij een leider aan en identificeren zich
daar vervolgens mee. volkeren komen op en verdwijnen vaak weer even snel: niet
omdat ze fysiek geëlimineerd werden, maar omdat ze een andere identiteit
aannamen. volksverhuizingen gaat dus niet over overvallen en reizende volkeren,
maar vooral over het veranderen van identiteit van groepen mensen
theorie van de ethnogenese: van fluïde, etnische identiteiten.
Brachten de barbaren het romeinse rijk ten val?
Barbaarse koningen voegen zich in het beeld van het Romeinse keizerrijk: zien het als
een model. Er is dus sprake van continuïteit die sterk aanwezig is.
Wat deden de barbaren? Vernietigden ze alles en iedereen?
Walter Goffart
de Goten en Bourgondiërs die zich in Gallië vestigden deden dit in overleg met de
Romeinen: een georganiseerde machtsoverdracht. weinig geweld
hoe zag dat er feitelijk uit? waarschijnlijk ging de Zuid-Franse bevolking nu
belastingen betalen aan de barbaarse koning(en) i.p.v. aan de Romeinse keizer. dit
werd waarschijnlijk geaccepteerd omdat daardoor de belastingdruk veel lager werd
t.o.v. in de lage oudheid, toen de elite nauwelijks meer belasting betaalde.
Untitled 4