100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting biologie van dieren deeltoets 1 €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting biologie van dieren deeltoets 1

 62 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting voor het eerste tentamen van biologie van dieren. Het gaat hierbij om de onderwerpen epitheel- en steunweefsel, hersenen, hormonen, immuniteit, spijsvertering en temperatuurregulatie. De leerdoelen uit het werkboek zijn uitgewerkt in het document en aangevuld met informatie uit het boe...

[Meer zien]

Voorbeeld 5 van de 23  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 10 januari 2018
  • 23
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (115)
avatar-seller
MariekeWiesmeijer
4 verschillende weefseltypen
- Epitheelweefsel (endoderm + mesoderm + endoderm)
- Steunweefsel (mesoderm)
- Spierweefsel (mesoderm)
- Zenuwweefsel (endoderm)

- Dezelfde oorsprong
- Dezelfde vorm en functie
- Basale lamina

Ectoderm: huid en zenuwstelsel
Mesoderm: spieren, bloed, skelet, bindweefsel en urogenitaal stelsel
Endoderm: spijsverteringsorganen en inwendige organen

Epitheelweefsel
- Bedekt het lichaamsoppervlak- of holte
- Een of meer lagen
- Diverse celvormen met basale en apikale kant
- Speciale cel-celcontacten
- Functie in bescherming, absorptie, filtratie, excretie en secretie

Steunweefsel (bindweefsel is hier een onderdeel van):
- Verbindt lichaamsdelen
- Bestaat uit verschillende type cellen
- Veel extracellulaire matrix
- Functie in het verbinden en steun geven, bescherming, isolatie en transport
Embryonale oorsprong steunweefsel. Al het steunweefsel is van mesodermale afkomst.
Vervolgens: mesenchym cellen
Vanuit het mesenchym ontikkelen:
- Fibroblasten (maken bindweefsel)
- Chondroblasten (vormt kraakbeen)
- Osteoblasten (vormt bot)
- Hemocytoblasten (vormen bloed en

Skelet: kraakbeen en bot
Binnenkant: spongieus been
Buitenzijde: kraakbeen
Tussenin: compact been
Binnenin: beenmerg met periosteum als bindweefsellaag daaromheen

Hyaline kraakbeen: verbindt botstructuren aan elkaar (schokdempers en
- Redelijk veel collagene vezels
- Stevig, maar wel flexibel

Elastisch kraakbeen
- Weinig collagene vezels, veel elastische vezels
- Oor en epiglottus

Vezelig kraakbeen
- Veel collagene vezels
- Tussenwervelschrijven (chorda) en meniscus

,Epitheelweefsel
• Verschillende vormen van epitheelweefsel
 Cuboidal epithelium (eenlagig kubisch epitheel)
➢ Dobbelsteenvormige cellen gespecialiseerd voor secretie
➢ Komt vooral voor bij de nierbuisjes en bij veel klieren
 Simple columnar epithelium (eenlagig cilindrisch epitheel)
➢ Lange baksteenvormige cellen
➢ Komen voor waar secretie of actieve absorptie belangrijk zijn
 Simple squamous epithelium (eenlagig plat epitheel)
➢ Enkele laag met platte cellen, functie in uitwisseling van stoffen door diffusie
➢ Komt vooral voor rond om bloedvaten en in de longen
 Pseudostratified columnar epithelium (pseudogelaagd cilindrisch epitheel)
➢ Enkele laag cellen die variëren in hoogte en in de positie van hun kern
➢ Vaak slijm producerende cellen in de luchtpijp
 Stratified squamous epithelium (meerlagig plat epitheel)
➢ Meerlagig en het deelt heel snel
➢ Wordt gevonden op plaatsen waar veel slijtage plaatsvindt, zoals de huid, in
de mond, de anus en de vagina
• Epitheelweefsel kan heel veel verschillende functies hebben. Ze fungeren als barrière tegen
verwondingen, ziekteverwekkers en verlies van vloeistoffen. Ook vormen ze een interface
met het externe milieu.
• Verbindingen tussen epitheelcellen:
 Tight junctions: dit vormt een zeer sterke binding van de membranen waar niks
doorheen kan, bijvoorbeeld in de huid maakt ons waterdicht.
 Desmosomen: verankeren cellen met elkaar, bijvoorbeeld in spiercellen.
 Gap junctions: cytoplasmatische kanalen, nodig voor communicatie tussen cellen.
• Processen die plaatsvinden in het meerlagig plat verhoornend epitheel van het
huidoppervlak, ook wel de epidermis genoemd.
Nieuwe cellen ontstaan in de basale laag en schuiven langzamerhand naar boven en
veranderen daarmee geleidelijk van vorm. Ze gaan steeds meer keratine produceren tot ze
als hoornlaag eigenlijk platte levenloze hoornschubjes zijn geworden die volgepakt zitten
met keratine. De hoornlaag slijt voortdurend en wordt steeds weer aangevuld, de hoornlaag
beschermt tegen slijtage op deze manier. Ook gaat het verlies van water tegen.
• Exocriene klieren worden gevormd als in een embryonale epitheellaag cellen zich gaan
vermenigvuldigen en ingroeien in het eronder gelegen embryonale bindweefsel. Er vormt
een buisvormige structuur, waarin de onderste cellen zich differentiëren tot kliercellen en de
bovenste cellen zorgen voor de afvoer.
Endocriene klieren hebben
geen eigen afvoergang en
secreteren hun producten in
de bloedbaan, zoals
bijvoorbeeld
hormoonklieren.

,Steunweefsel
• Verschillende vormen van steunweefsel
 Loose connective tissue (los bindweefsel)
➢ Bindt epitheel aan onderliggende weefsels en houdt organen op de juiste
plaats.
➢ Dit wordt gevonden in de huid.
 Fibrous connective tissue (vezelig/vast bindweefsel)
➢ Is dicht met collageen vezels. Het wordt gevonden in pezen (spier-bot) en in
gewrichtsbanden (bot-gewrichten)
 Bone (been)
➢ Gemineraliseerd steunweefsel
➢ Osteoblasten vormen een matrix van collageen, calcium, magnesium en
fosfaat ionen vormen een harde gemineraliseerde matrix. Bot bestaan uit
osteons.
 Adipose tissue (vetweefsel)
➢ Hier wordt vet in opgeslagen, verspreid over de matrix
 Cartilage (kraakbeen)
➢ Bevat collageenvezels in een rubberachtig eiwit-koolwaterstof complex
genaamd chondroitin sulfate.
➢ Het is een support material.
➢ Bij vertebrate embryos bestaat het skelet hieruit en wordt vervolgens
vervangen door bot. Op sommige plekken blijft het aanwezig.
 Blood (bloed)
➢ Dit heeft een vloeibare matrix, plasma genoemd, bestaan uit water, zout en
eiwitten. In het plasma zitten rode en witte bloedcellen (erythrocyten en
leukocyten) en zitten bloedplaatjes.
• Bloed wordt ook tot het steunweefsel gerekend omdat…?
Steunweefsel geeft een verbindende steun aan het lichaam. Dat kan vast of vloeibaar zijn,
zoals bij bloed. Bloed geeft in dit geval ondersteuning, zo zou je het kunnen onderhouden.
Ook wordt bloed net als botweefsel en bindweefsel gevormd uit het mesoderm.
• De eigenschappen van de steunweefsels worden vooral bepaald door de extracellulaire
matrix.
• Er zijn bij kraakbeen 2 mogelijke manieren van groei:
 Interstitiële groei
Dit is groei van binnenuit waarbij chondrocyten die zich in het kraakbeen bevinden
mitotisch vermenigvuldigen en vervolgens kraakbeenmatrix gaan afzetten. Het
treedt alleen op in de vroegste stadia van kraakbeenvorming.
 Appositionele groei
Dit is groei van buitenaf. Om kraakbeen heen zit een laag dicht bindweefsel, het
perichondrium. Hierin liggen chondroblasten die kraakbeenmatrix af gaan scheiden,
als ze hier volledig door omgeven zijn worden ze chondrocyten genoemd.
• Je hebt compact been en spongieus been. Het
spongieus been wordt van binnen uit weer
afgebroken wat er voor zorgt dat botten niet te zwaar
worden.
Om het bot heen licht het periosteum. Hierin liggen
osteoblasten, deze scheiden beenmatrix uit en als ze
hierdoor omsloten raken noemen we het osteocyten.
Osteoclasten breken been af.
Trabecula = beenbalkje = matrix met osteocyten

,Zenuwstelsel
• Een neuron bestaat uit een
cellichaam, dendrieten en
axonen. Dendrieten zijn korte
uitlopers die signalen naar het
cellichaam toe brengen.
Axonen zijn lange uitlopers
die signalen van het
cellichaam af vervoeren
ergens anders naar toe.
Tussen neuronen zit een
synaptische spleet, hierin
worden neurotransmitters
afgegeven die het signaal
doorgeven aan het volgende
cellichaam.
• Je hebt 3 soorten neuronen.
Sensorische neuronen, interneuronen en motor
neuronen. De cellichamen van interneuronen en
motor neuronen liggen in het ruggenmerg. De
cellichamen van een sensorisch neuron liggen niet
in het ruggenmerg, maar vlak daarbuiten.
Sensorische neuronen nemen iets waar, de
zintuigen geven hier het signaal aan door. Deze
neuronen geven het signaal door aan de
interneuronen waar verwerking plaatsvindt.
Vervolgens wordt er een signaal afgegeven aan de
motorneuronen die een actie teweeg brengen,
meestal is dit een actie potentiaal naar de spieren.
• Buiten de cel zit veel NA+ en CL- en binnen de cel
veel K+ en negatief geladen eiwitten. De
binnenkant van het celmembraan is negatief
geladen. Als er NA+ ionkanalen open gaan vindt er
depolarisatie plaats, de membraanpotentiaal wordt iets minder negatief. Als er heel veel
poorten open gaan en de drempelwaarde wordt bereikt -> de membraanpotentiaal komt
boven de -50 mV dan gaat het niet meer geleidelijk en gaan in een keer heel veel ionkanalen
open waardoor er een actiepotentiaal ontstaat.
Als er veel K+ ionkanalen open gaan dan vind hyperpolarisatie plaats, de
membraanpotentiaal wordt nog negatiever.
Ontstaan actiepotentiaal:
1. Rust fase, NA+ en K+ kanalen zijn dicht
2. Depolarisatie, door stimulus gaan een paar
NA+ poorten open waardoor de binnenkant
minder negatief wordt.
3. Rising phase: depolarisatie, opening van alle
NA+ kanalen.
4. Falling phase: repolarisatie, K+ poorten open,
NA+ poorten sluiten. K+ poorten reageren
langzamer dan de NA+ poorten.
5. Undershoot: hyperpolarisatie, K+ poorten
blijven iets te lang open.
De Natrium/Kalium pomp zorgt dat alles weer normaal wordt qua ionconcentraties.

, • Door het actiepotentiaal van het membraan gaan ook steeds de poorten open op het stuk
membraan wat ernaast ligt en zo verplaatst het actiepotentiaal zich over het axon. Het
actiepotentiaal kan maar één kant op over het axon vanwege de refractaire periode. De
natrium poorten blijven heel even uitgeschakeld als ze net open zijn geweest, hierdoor kan
de actiepotentiaal niet terug gaan.
• Als de drempelwaarde niet wordt bereikt, maar de membraanpotentiaal wel veranderd
spreek je van ‘graded potential’.
• Niet de ionconcentratieveranderingen maar de veranderingen in de geleidbaarheid
veroorzaken de actiepotentiaal.
• Er zijn 3 verschillende typen ionkanalen:
 Passief
 Chemische ionkanalen (ligand gated, hier meestal de neurotransmitters)
 Voltage gated (stroom gereguleerd, gaan open als er verandering is van stroom)
Als de drempelwaarde wordt bereikt dan openen vooral de voltage gated ionkanalen, deze
zorgen dus voor de actiepotentiaal.
• Glia cellen kunnen een myelineschede maken om axonen heen. In het CZS gebeurt dit door
oligodendrocyten en in het PZS door de cellen van Schwann. De gliacellen wikkelen vele
lagen membraan om het axon heen, deze lagen membraan bestaan voornamelijk uit lipiden.
De myelineschede is een slechte geleider van stroom en dus een goede isolator. Alleen in de
knoop van Ranvier (tussen stukken myelineschede is) zitten nog de Natrium kanalen en niet
onder de myelineschede. Hierdoor kan het actiepotentiaal zich veel sneller verplaatsen. Ook
dikkere axonen kunnen zorgen voor een snellere impulsgeleiding, maar dit leidt lang niet tot
zo een versnelling als een myelineschede.
• De myelineschede maakt geen deel uit van het neuron, want het is ontstaan uit een aparte
cel, namelijk een glia cel.
• Je het chemische synapsen en elektrische synapsen. Bij chemische synapsen zorgen
neurotransmitters voor de overdracht van het signaal en bij een elektrische synaps zorgen
gap junctions ervoor dat het signaal direct doorgegeven kan worden. Dit is bijvoorbeeld zo bij
het hart.
• Door het actiepotentiaal gaan Ca2+ ionkanaaltjes open, waardoor Ca2+ het presynaptische
membraan instroomt. Dit is een signaal voor de blaasjes met neurotransmitters om te gaan
fuseren met het membraan waardoor de neurotransmitters vrijkomen in de synaptische
spleet. De neurotransmitters binden vervolgens aan de ligand-gated ionkanalen op het post-
synaptische membraan waardoor deze kanalen openen en het signaal hier ook weer
doorgegeven kan worden.
• Er zijn 2 verschillende typen neurotransmitter-receptoren
 Ionotroof: ionkanaal dat wordt geopend door de neurotransmitter. Dit gebeurt heel
snel.
 Metabotroof: G-eiwit gekoppeld en met behulp van een second messenger. Dit is
langzaam maar langduriger.
• Neurotransmitters gaan weg uit de synaptische spleet door enzymatische afbraak of door
heropname door de presynaps of door gliacellen.
• EPSP (excitatieve postsynaptische potentiaal): Dit is als de neurotransmitter zowel de Na+ als
de K+ poortjes opent. De membraanpotentiaal komt dan dichter richting de drempelwaarde.
Hierdoor ontstaat dus depolarisatie.
IPSP (inhiberende postsynaptische potentiaal): Dit zorgt voor hyperpolarisatie. De
neurotransmitters binden dan aan kanalen die permeabel zijn voor K+.
• Temporele summatie: 2 signalen snel achter elkaar van hetzelfde axon wat zorgt voor een
actiepotentiaal.
Spatiële summatie: 2 signalen tegelijk van 2 verschillende axonen die samen zorgen voor een
actiepotentiaal.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MariekeWiesmeijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70055 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
  Kopen