100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Socialezekerheidsrecht K7 uitwerkingen werkcolleges week 1 t/m 6 €3,99   In winkelwagen

Antwoorden

Socialezekerheidsrecht K7 uitwerkingen werkcolleges week 1 t/m 6

3 beoordelingen
 765 keer bekeken  12 keer verkocht

Dit document bevat de antwoorden op de vragen uit het competentieboek. Eindcijfer: 9,0

Voorbeeld 5 van de 19  pagina's

  • 10 januari 2018
  • 19
  • 2016/2017
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (18)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: aniis123 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: MichaelMetten • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jilllinssen • 5 jaar geleden

avatar-seller
JHSM
Socialezekerheidsrecht K7

Opdrachten week 1

Opdracht 1 - afkortingen en betekenis van een aantal begrippen op het gebied van sociale
zekerheid


begrip volledige naam Verzekering Wijze van Afgedekt risico
(volksverzek financiering
ering of
werknemersv
erzekering)
of
voorziening?
WW Werkeloosheidswet Werknemers Premies Inkomstenderving door
verzekering werkgever en werkloosheid
werknemer
Wmo 2015 Wet Sociale Belasting Regelt dat mensen met
maatschappelijke voorziening een beperking zo veel
ondersteuning en zo lang mogelijk aan
de maatschappij
kunnen meedoen
ZW Ziektewet Werknemers Premies Inkomstenderving
verzekering werkgever (en tijdens korte ziekte. Het
werknemer) is een vangnet.
Pwet Participatiewet Sociale Belasting Opvolger van de WWB.
voorziening Geen enkele andere
voorlopige voorziening
telt meer. Het is het
laatste redmiddel.
TW Toeslagenwet Sociale Belasting Een aanvulling op het
voorziening inkomen indien het
inkomen onder het
minimum valt
AKW Algemene Sociale Belasting Toeslag voor kinderen
kinderbijslagwet voorziening
Wet WIA Wet werk en Werknemers Premies Opvolger van de WAO.
inkomen naar verzekering werkgever en Inkomstenderving tijden
arbeidsvermogen werknemer lange ziekte (104
weken).
Awir Algemene wet Regelt structuur
inkomensafhankelij socialezekerheidsrecht
ke regelingen
Bbz Besluit Sociale Belasting Een uitkering om o.a.
bijstandsuitkering voorziening een bedrijf op te richten
zelfstandigen
Wet SUWI Wet structuur werk Regelt structuur
en inkomen socialezekerheidsrecht
Wajong Wet werk en Sociale Belasting Inkomstenderving
arbeids- voorziening
ondersteuning
Zvw Zorgverzekerings- Volks Loonheffing op Uitkering minimumloon
wet verzekering het inkomen/ wanneer er iets is. Je
Belastingopbre krijgt het niet als je

, ngst bij zzp’er geen zorgverzekering
hebt.
Wlz Wet langdurige zorg Volks Loonheffing op Uitkering voor
verzekering het inkomen/ langdurige, intensieve
Belastingopbre zorg.
ngst bij zzp’er
AOW Algemene Volks Loonheffing op Uitkering aan personen
Ouderdomswet verzekering het inkomen/ die de AOW-leeftijd
Belastingopbre hebben behaald. Het
ngst bij zzp’er gaat om ouderdom.
WAO Wet op arbeids- Werknemers Premies Inkomstenderving bij
ongeschiktenverzek verzekering werkgever en lange
ering werknemer arbeidsongeschiktheid.

Opdracht 2
- WW
De uitvoering geschiedt door het UWV. De UWV betaalt de uitkering.
Wanneer je het niet eens is met de beslissing van het UWV, kan er bezwaar worden
gemaakt. Bezwaar maken kan online of per brief. Binnen 13 weken wordt er een
beslissing gegeven op het bezwaar  beschikking. Wanneer het om een medische of
arbeidskundige beoordeling gaat is deze termijn 17 weken. Wanneer iemand het niet
eens is met de beslissing op het bezwaarschrift, kan er in beroep worden gegaan bij de
bestuursrechter van de bevoegde rechtbank. Hoger beroep is mogelijk bij de Centrale
Raad van Beroep (CRvB).

- Participatiewet
De uitvoering is meestal in handen van de gemeente, vaak door de afdeling Sociale
zaken of een gemeentelijke sociale dienst. Wanneer je het niet eens is met de beslissing
van de gemeente, kan er bezwaar worden gemaakt. Bezwaar maken kan online of per
brief. De sociale dienst van de gemeente zal een beschikking geven. Beroep is mogelijk
bij de rechtbank. Hoger beroep is mogelijk bij de CRvB.

- Kinderbijslagwet
De uitvoering is meestal in handen van de sociale verzekeringsbank (SVB). De SVB is
een zelfstandig bestuursorgaan. Er kan in bezwaar worden gegaan bij de SVB. Beroep is
mogelijk bij de bestuursrechter en hoger beroep is mogelijk bij de CRvB.

- Toeslagenwet
De uitvoering is meestal in handen van de gemeente, vaak door de afdeling Sociale
zaken of een gemeentelijke sociale dienst. Het UWV voert ook een of meerdere sociale
voorzieningen uit. Bezwaar bij het UWV, beroep bij de bestuursrechter en hoger beroep
bij CrvB.

- Huurtoeslag
De Belastingdienst voert de regeling uit. Bezwaar bij de belastingdienst, beroep bij de
bestuursrechter, hoger beroep bij het Hof. Bij specifieke gevallen bij de Raad van State.

,- Wajong
De uitvoering is meestal in handen van de gemeente, vaak door de afdeling Sociale
zaken of een gemeentelijke sociale dienst. Het UWV voert ook een of meerdere sociale
voorzieningen uit. Bezwaar bij het UWV, beroep bij de bestuursrechter en hoger beroep
bij CRvB.

Opdracht 3
Zie opdracht 2.

,Opdrachten week 2

Opdracht 1
a. Recht op ouderdomspensioen overeenkomstig de bepalingen van de wet heeft degene
die de pensioenrechtigde leeftijd heeft bereikt en minimaal een kalenderjaar verzekerd is
geweest o.g.v. art. 7 AOW.

Hans is nu 65 jaar + 7 maanden oud. De pensioengerechtigde leeftijd en de
aanvangsleeftijd worden genoemd in art. 7a AOW. Hans zou 65 jaar en 9 maanden
moeten zijn voordat hij zijn AOW-uitkering kan otvangen..

Alle ingezetene hebben o.g.v. art. 6 AOW recht op AOW. Hans woont al zijn hele leven in
Tilburg en is hiermee één jaar verzekerd en ingezetene o.g.v. art. 2 AOW.

Hans heeft recht op een AOW-uitkering

b. De AOW uitkering gaat in op 1 november 2017.

c. O.g.v. art. 9 lid 5 sub b AOW heeft Hans recht op 50% van het nettominimumloon, omdat
Hans gehuwd is. Hij is een gehuwde pensioengerechtigde o.g.v. art. 9 lid 1 sub b AOW.

art. 8 AOW bepaalt dat je eventueel partnertoeslag kan ontvangen. Hans krijgt pas in
2017 AOW en daarom zal hij geen partnertoeslag krijgen. Voor het ontvangen van
partnertoeslag moest je voor 1 januari 2015 AOW ontvangen. Het gaat om een oude
regeling.

d. Zo’n vraag krijg je niet op het tentamen.

Opdracht 2
Als je een tijd niet in Nederland bent, wordt je gekort in de uitkering. Per jaar bouw je 2% op.
Hamisch heeft gedurende 10 jaar geen 2% opgebouwd. Hij krijgt dus 20% minder AOW.

Hamisch heeft 10 jaar in het buiteland gewoond. Hamisch heeft in plaats van 50 jaar 40 jaar
premie betaald. O.g.v. art. 13 lid 1 sub a AOW betekent dit dat er 2% korting van zijn AOW
afgaat per jaar. Hamisch is alleenstaand en zal normaal gesproken o.g.v. art. 9 lid 5 sub a
AOW recht hebben op 70% van het nettominimumloon. Omdat Hamisch 10 jaar in het
buitenland heeft gewoond, en een korting van 2% per jaar is vastgesteld, zal er 20% van het
bedrag afgaan.

Hamisch heeft recht op een uitkering van 56% van het nettominimumloon. Is 80% van 70%.

Opdracht 3
a. O.g.v. art. 8 AOW moet de pensioengerechtigde die voor 1 januari 2015 gehuwd zijn en
voor die datum recht hebben gehad op ouderdomspensioen. Hassan was voor deze
datum gehuwd met Anita en hij ontving voor deze datum al een AOW-uitkering. Tevens
moet de echtgenoot van de pensioengerechtigde jonger zijn dan de pensioengerechtigde
leeftijd o.g.v. art. 8 AOW. Ook dit is het geval, want Anita is 60 jaar.
Vervolgens wordt er in art. 8 AOW een tenzij clausule opgenomen. Het inkomen uit
arbeid of overig inkomen van de echtgenoot mag namelijk niet meer bedragen dan de
volledige brutotoeslag.

O.g.v. art. 9 lid 6 AOW bepaalt dat de volledige brutotoeslag gelijk is aan het bruto-
ouderdomspensioen voor de pensioengerechtigde. Dit bedrag is ongeveer 750 euro. Het
artikel geeft aan dat art. 11 AOW in acht genomen moet worden. Art. 11 geeft namelijk
kortingen. Deze kortingen worden vrijlatingen genoemd.

, Omdat art. 11 AOW art. 10 AOW noemt, moet er ook in dit artikel worden gekeken. Art.
10 lid 1 AOW is niet van toepassing. Het tweede lid geeft aan dat de echtgenoot mag
verdienen, maar dat dit onder de volledige brutotoeslag moet zijn om recht te hebben op
partnertoeslag. Het is namelijk zo dat Nederland werken wil stimuleren. Het geven van
vrijlatingen helpt hierbij.

Uitgaan van het brutoloon van 1 januari 2017 bij het berekenen.

art. 11 lid 1 onder 1 AOW: 15% van het brutominimumloon berekenen. Dit is 232,74 euro.
Dit bedrag mag van het inkomen worden afgehaald. 3.232,74 euro – 232,74 euro = 3.000
euro  doorgaan naar 2.
art. 11 lid 1 onder 2 AOW: 1/3 van 3.000 euro is 1.000 euro. De 1.000 euro mag van de
3.000 euro worden afgehaald. 3.000 euro – 1.000 euro = 2.000 euro.

Er is geen recht op partnertoeslag, want 2.000 euro is veel meer dan 750 euro.

b. Het bedrag van 832,74 is nog steeds hoger dan de 750 euro.
art. 11 lid 1 onder 1 AOW: 15% van het brutominimumloon berekenen. Dit is 232,74 euro.
Dit bedrag mag van het inkomen worden afgehaald. 832,74 euro - 232,74 euro = 600
euro.
art. 11 lid 1 onder 2 AOW: 1/3 van 600 euro = 200 euro. 600 euro – 200 euro = 400 euro.

Er is recht op partnertoeslag, want de 400 euro is lager dan de 750 euro.

Na 1 was er al recht op partnertoeslag, maar je moet doorgaan naar 2, want in dat geval
zal je meer partnertoeslag ontvangen.

c. Het gaat in dat geval om overig inkomen en niet om inkomen uit arbeid. Art. 11 AOW is
van toepassing wanneer het gaat om inkomen uit arbeid. Voor overig inkomen is er geen
artikel.

Omdat je bij een WW-uitkering niet werkt, heb je geen recht op vrijlatingen.
Inkomen uit overig wordt volledig afgetrokken van de partnertoeslag.

Opdracht 4
a. Ja, want Henk en Ingrid zijn altijd bij elkaar en daardoor voeren zij een gezamenlijke
huishouding.

Tweewoningenregeling  als je twee woningen aanhoudt, werkt de schijn van
gezamenlijke huishouding positief. Je hebt nog huur die je apart betaalt.

Er is geen invloed op de hoogte van de uitkering, beiden behouden 70% van het
nettominimumloon.

b. , want net zoals bij vraag a is er sprake van een gezamenlijke huishouding. In dit geval
heeft Ingrid haar huur opgezegd. Ze kunnen in dit geval worden gezien als gehuwden.
De uitkering zal worden verlaagd naar 50% van het nettominimumloon.

Opdracht 5
Er moet sprake zijn van een nabestaande. Nabestaande ben je pas als iemand is overleden.

De overledene moet verzekerd zijn geweest en daarmee ingezetene zijn geweest o.g.v. art.
13 lid 1 sub a Anw. Karel was ingezetene, want hij woonde altijd in Uden. Nora is
nabestaande, want Karel was de echtgenoot van diegene op de dag van overlijden

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JHSM. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  12x  verkocht
  • (3)
  Kopen