Levenslang zwemmen
1. Biomechanische aspecten (p.11-25)
Hydrostatica: invloed van water op een lichaam in rusttoestand
Hydrodynamica: invloed van water op een lichaam in beweging
Hydrostatische druk: druk die water op lichaam uitoefent, ‘het water werkt tegen’
1.1 ALGEMENE HYDRODYNAMISCHE ASPECTEN
1.1.1 Soortelijke massa
= massa/volume
Water (4°): 1 kilo per liter soortelijke massa = +/- 1 kg/l
afhankelijk van: temperatuur + opgeloste stoffen
1.1.2 Zwaartekracht en opwaartse kracht
= 2 krachten die op een lichaam in water inwerken
Zwaartekracht:
Neerwaarts gericht
Werkt op gehele lichaam
Te bundelen in 1 punt = zwaartepunt (Z)
Opwaartse kracht:
Wet van Archimedes: een lichaam ondergedompeld in een vloeistof, ondervindt vanwege die
vloeistof een verticale, opwaarts gerichte kracht, gelijk aan het gewicht van de verplaatste
vloeistof.
Opwaarts gericht
Op alle lichaamsdelen die onder water zijn
Te bundelen in 1 punt = (op)drukpunt / drijfpunt / perspunt (O)
Ligt indien alles onder water thv onderste puntje borstbeen
1.2 WEERSTAND
Negatieve weerstand: remming die de zwemmer tijdens het voortbewegen in het water ondervindt
Positieve weerstand: weerstand die een zwemmer nodig heeft om er zich tegen af te zetten, om te
stuwen
1
,1.2.1 Remming (- weerstand)
Vormweerstand:
Golfweerstand: Bij voortbeweging gaat een deel van de energie gaat verloren in het vormen
van golven. Hoe beter de stroomlijn hoe minder golfweerstand.
Druk- of wervelweerstand: door viscositeit water, turbulentie. Door beweging ontstaat er
chaos in de verbindingen van de watermoleculen. Daardoor neemt de druk van het water af
en zal er remming ontstaan.
Frontale weerstand: Bepaald door de ligging in het water.
Wrijvingsweerstand:
Gevolg van viscositeit en stromingsverschijnselen.
Ontstaan vd weerstand door in aanraking te komen met andere oppervlakten.
Geremd door de huid en de zwemkleding. Beharing heeft weinig invloed.
Passieve weerstand:
Weerstand wnr een uitwendige kracht op een passief lichaam inwerkt.
Relatie tss lichaamsvorm en passieve weerstand toeneemt met stijgende snelheid.
Waterweerstand kleinst in buiklig.
Vb: pijlfase na de afstaat van de kant
Actieve weerstand:
Wnr een actieve voortstuwing plaatsvindt.
Beïnvloed door verandering van ligging van het lichaam / lichaamssegmenten.
Een correcte uitvoering van een zwemtechniek zal immers een zo klein mogelijke weerstand
tot gevolg hebben.
Weerstand water op voorwerp in bew neemt evenredig toe met de snelheid in het kwadraat.
1.2.2 Propulsie (+ weerstand)
Nodig om zich voorruit te kunnen bewegen.
Stuwvlakken:
Hoe groter het stuwvlak, hoe groter de voortstuwing zal zijn.
Stuwvlakken zo optimaal mogelijk positioneren om een zo groot mogelijk effect te genereren.
Stuwingsprincipes:
Inzichten in stuwingsprincipes bij dieren en schepen.
Veel complexer bij de mens
2
, 3 stuwingsprincipes bij de mens:
Actie-reactie principe:
o Derde wet van Newton: na actie ontstaat een reactie die gelijk maar tegengesteld is
aan de weerstand die het stuwvlak ondervindt.
o Stuwvlak = vlak, loodrecht op bewsbaan, achterwaarts bewegend
o Groote voortstuwingskracht = weerstandskracht
o Bew stuwvlak tegengestelde richting voortbeweging
Draagvleugel- of schroefprincipe:
o Handen en armen bewegen eerder in verticale en laterale richting dan in horizontale.
o Principe gebaseerd op het Bernouilli-principe
Verschillen in stroomsnelheden aan weerszijden vaneen voorwerp gaan
gepaard met drukverschillen.
Lage druk : bolle zijde (stroom moet een langere weg afleggen en is dus
sneller)
Hoge druk: vlakke zijde
liftkracht van hoge naar lage druk
o Stuwvlak met gekromde vorm staat schuin op bewsbaan en beweegt zijwaarts
o Weerstandskracht is altijd tegengesteld aan bewsrichting stuwvlak
o Liftkracht staat loodrecht op weerstandskracht
o Grootte vd voortstuwingskracht = weerstandskracht + liftkracht
o Richting van resultante is richting van voortbeweging
o Grootte weerstands- en liftkracht is afhankelijk vd hoek stuwvlak, hoe tov
bewsrichting
Palingprincipe
o Voortstuwing door golving (ondulatie)
o 2 manieren:
Slangachtige manier: grootst mogelijke inzet van het volledige lichaam
Tonijnachtige manier: enkel inzet van de staartvin
o Is te zien bij geoefende competitiezwemmers
o Goed aangeleerde lichaamsgolving geeft voordeel
Een langere stuwfase van armbeweging mogelijk
Verminderde frontale remming
Andere stuwingsprincipes
o Fling ring: bij neerwaartse beweging benen ontstaat kolking water waardoor extra
stuwkracht ontstaat.
o Added mass
1.3 EEN KWESTIE VAN DRIJVEN OF ZINKEN
Drijfvermogen = belangrijk want tijdens zwemmen moet energie geleverd worden om aan
het opp te blijven.
Soortelijke massa geeft verklaring voor de individuele verschillen in drijfvermogen.
Relatie tss soortelijke massa water en lichaam dat ondergedompeld is bepaald of er sprake
is van drijven/zweven/zinken
o Soortelijke massa = 1 zweven
o Soortelijke massa < 1 drijven
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper onestudyboy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.